Fidamants kusjes, minne-wysen en by-rymen aan Celestyne(1663)–Joan Blasius– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 129] [p. 129] I. Op haar Afkeerigheyd. Wys; Iets moet ik u Laura vraagen. 1. IEts moet ik mijn Engel vraagen Mits dat gy siet alle daagen Hoe ik ydel bid om u. Waarom kunt gy niet verweekken? Doe my blijk van eenig teekken Waarom dat gy sijt soo schuw? 2. Is het om uw frisse leeden? Is het om u fluxe treeden? Is het om uw schoon gelaat? Om uw mond? of om uwtanden? Om uw oogen of uw handen? Om uw boesem of uw staat? 3. Ydelheyd der ydelheeden! Sal de dood dit niet vertreeden? Is 't niet alles ydelheyd? Ey bekeer dan Celestyne, Laat die weereld-mist verdwijne, Daar uw hart en sin in leyt. 4. Dat kan my niet achter leggen. Maar so gy my af wilt seggen, Seg dan dat gy meer vermeugt In verstand, in deugd, in reeden, 'k Sal dan willig rugwaarts treeden, Want ik acht niet als de Deugd. Vorige Volgende