Fidamants kusjes, minne-wysen en by-rymen aan Celestyne(1663)–Joan Blasius– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 70] [p. 70] Minne-Siekte. Wys; Amarante. 1. WAt heeft Liefde wondre werken! Wat heeft Liefde wonder kracht! Niemand kan de drift bemerken Dien geen Liefde t'onder-bracht. Schoon mijn boesem was gewapend Met pansieren voor de Min, Venus Soontje my al slapend Schiet sijn pijl in 't hartje in. bis. 2. Och! hoe blaakken daar de gloeden, Och! hoe nestelt daar de brand Die door al mijn Rif gaat woeden En 't beroep set aan een kant. Och! wat voel ik Minne-vlagen? Wat al onlust browt die my! Niemand mag die smerten draagen Die 'k om Celestyne ly. 3, Celestyne die de Maagde In vernuft en schoonheyt tart; Celestyn die my behaagde Als Voogdesse van mijn hart; Celestyne doet my loosen Sucht op suchten sonder dank; Celestyn om 't minne-koosen Maakt my ongesont en krank. [pagina 71] [p. 71] 4. Wat kan u dan soo ontstellen Seg mijn waarde Engelin, Gy die d'oorsaak van mijn quellen En de bron sijt van mijn min? Waar toe dit aamtochtig kermen? Waarom fnuykt gy Paphos wiek? Waarom roept gy; uyt mijn Ermen, Ey blijf weg gy maakt my siek. 5. Raakt mijn Siekte om uw Liefde U soo deerlijk in 't gemoed, Dat die mee uw borst doorgriefde Die soo fel in mijne wroet? Nu gy siek word in uw lenden, Hoop ik sal de Minne-vrouw U wel in gedachten senden Dat die siekte eyst een Trouw. 6. 't Huwlijk sal die siekten enden. 't Huwlijk maakt ons bey gesond. 't Huwlijk mindert ons' ellenden. Kies dan d'Echt met hart en mond. 't Is ook beeter mijn Beminde, Dat u siekte quelt als my; Gy kunt hulp en middel vinde', Wijl ik ongeneesbaar ly. [pagina 72] [p. 72] 7. Gy kunt my alleen geneesen Door beloften van uw Trouw, Gy sult ook gesond dan weesen Wen gy sijt mijn Echte Vrouw. Segt gy Neen, soo blijf wy beyde In een siekkelijke staat; Segt gy Ia, daar ik om vleyde, Onse siekte flux vergaat. 8. Onse Siekte en Gesontheyd Hangt aan u mijn Lief alleen; Siet hoe reyn myn harte grond leyt, En hoe trouw dat ik het meen. Wilt uw siekte dan verdrijven, Gy verdrijft de mijne mee, Maar soo gy noch siek wilt blijven, Blijf ik siek vol eeuwig wee. Vorige Volgende