Fidamants kusjes, minne-wysen en by-rymen aan Celestyne(1663)–Joan Blasius– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 68] [p. 68] Een droevige Nacht. Wys; l'Avignone. 1. DE Nacht verdwijnt dan weer Daar my de Min bestrijd, hoe langs, hoe meer; Mijn Hart versmacht Wanneer die nacht My in geheugen word gebracht, Wat suchten En duchten Quam in Mijn sin Van al mijn Min! Mijn Engel dee Dat Minnewee Toen sy niet achten op mijn bee. 2. De dood was al mijn eysch Daar ik met lust na hikten, reys op reys Mijn roep was groot; Kom sterf-uur, dood Kom, nu mijn Lief mijn Min verstoot. Maar 't kermen, Och ermen! Was niet, Sy vlied Tot mijn verdriet, Ik bleef in druk En ongeluk Daar ik uyt Min voor nederbuk. [pagina 69] [p. 69] 3. Ik stond dan op en socht Hoe ik mijn Leevens licht self blussen mocht. De stille nacht En bange klacht My middel tot mijn sterf-uur bragt. Doch wreede De Reede Trok my, Die ly Weer aan een zy, En sey, uw Lief, Ontfangt een grief So wanhoop word uw Levens dief. 4. Wel Lief, ik staak dan nu Het sterven, dat ik om de Min niet schuw. Op hoop dat Gy, Sult tegens my In Min bewijsen medely. Wel Boutje Betroutje Dan aan Mijn Raan Die 'k heb gedaan, Soo niet, soo wil Ik, u te wil, Hier endigen mijn Leevens spil. Vorige Volgende