A.B.C. Aan Celestyne.
Wys; Areladijn.
1.
AFgodinne van mijn leeven,
Boven-aardsche Maagde-siel,
Cierlijk Nymfje, hoog verheeven,
Deugde-bag, die my beviel,
Eerbaar weesen na behooren,
Fraeye schoon- en aardig-heyd,
Goede, vroome uytverkooren,
Heemelrijk my toe-bereyd, bis.
2.
Ionge bloem vol seedigheeden,
Kroone-draagster van mijn hart,
Luyster onser Eew en Steeden,
Meesteresse van mijn smart,
Noord-star van verliefde sinnen,
Oogen-troost voor my gesond,
Parel waardig om te minnen,
Quetster van gewenste wond,
3.
Reyne, wijse, soeten Engel,
Schoone, lieve, waarde Bout,
Toon uw Min, daar ik na hengel.
U, so lang men 't leeven houd,
Wil ik kuys en vast beminnen.
Xal, dat sweer ik siel en lijf,
Yslijk in de Hel verslinnen,
Zo ik u niet trow en blijf.
|
|