Fidamants kusjes, minne-wysen en by-rymen aan Celestyne(1663)–Joan Blasius– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 17] [p. 17] X. Kusje. Hy bid haar om veel kusjes. ALs gy aan mijn Borst blijft hangen, Als uw armen my omvangen, Als wy twee maar een vertoonen, Waarom dan met so veel hoonen So veel schimp en tegen-praaten Weygert gy my toe te laaten Maar een Kusje op de kanten Van uw Mondje neer te planten? Daar gy doch wel self soud geeven (Quam geen schaamte tegenstreeven) Duysend Kusjes aan mijn Mondje Sluyxe wijs, mijn Minne-wondje Tot geneesing. Seg mijn Blonde Waarom stroo by vuur gebonde? Waarom ook niet aangesteekken? Maar al soud gy vinnig spreekken Of mijn gaave kaakken krabb'len, Of verwoed na d'oogen grabblen, Of als een Leewinne tieren, Noch sult gy mijn Minne-vieren, Die der branden in mijn leeden, Nu noch nimmermeer vertreeden. Noyt sult gy so vlijtig waakken Dat ik niet uw Roose-kaakken Met mijn Kusjes sou bedouwen. Noyt gestoole Kusjes rouwen. Kusjes diemen steelt sijn 't beste. Ingereekkent vuur op 't leste [pagina 18] [p. 18] Glimt door d'assen. vreugden groeijen Door geworstel, jok en stoeijen. Min valt 't aangenaam door worst'len. Bloemen, die by hey en borst'len Onder doorens, in de haagen, Door het saat sijn opgedraagen, Acht men meer in geur en waarde; Als die bloemen, die in d'aarde Cierelijk voor d'oogen bloeijen, Daar geen distels nevens groeijen. Vorige Volgende