Fidamants kusjes, minne-wysen en by-rymen aan Celestyne(1663)–Joan Blasius– Auteursrechtvrij Vorige Volgende XI. Kusje. Op haar Serrep-soete Kusjes. KAneel is soet, die d'Arabier ons schikt, En, schoon het hout is, rijk in vaste reukken; Den Hooning is ook soet die 't hart verquikt, Die Bijen leesen uyt het Bloeme meukken. De Thijm heeft ook niet minder soet noch geur. Maar als mijn Celestyn haar purpre lippen Op mijne drukt met kusjes, moet in keur Kaneel en Thijm en Hooning daar voor slippen. Leeft Bytjes geen meer soetheyd uyt Narcis, Of Violier, of and're Kruyde tippen. Mijn Celestyn, die niet dan soetheyd is, Die voed alleen meer soetheyd op haar lippen. Vorige Volgende