Fidamants kusjes, minne-wysen en by-rymen aan Celestyne(1663)–Joan Blasius– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 9] [p. 9] IV. Kusje. Hy bid Venus, dat sy, indien hy onder het kussen komt te sterven, syn Siel als Erfgenaam gelieve t' aanvaarden. WYl ik bepeyns d'aanstaande strijd, Een strijd, die Venus is gewijd, Voel ik mijn sinnen so bestrijden Van vreugde, wellust en vermaak, Dat ik als dronkken van die saak Onmachtig schijn die vreugd te lijden. Hoe sal ik dan die Minne-slag, Waar in de Tong verstrekt een dag, Behouden sonder wond verduuren? Die self wanneer ik daar aan denk, En my door strijd van Herssens krenk. En door gedachten krijg quetsuuren. O goede Venus, die alleen Met uw vergood' ontsachlijkheen Beschowt de Min van twee verliefde; Indien 't gebeurde; dat ik in Dees Oorlog sturf, en dat de min My deerlijk tot der dood toe griefde, So bid ik, haal my hier van daan, En vaard als Erfgenaam my aan, En hou mijn Sieltje niet verschooven: Maar breng die over by de rey In d'Eliseesche Minne-wey, Of in uw heyl'ge Cyprus Hooven. Vorige Volgende