Fidamants kusjes, minne-wysen en by-rymen aan Celestyne(1663)–Joan Blasius– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 8] [p. 8] III. Kusje. Hy waarschowt sijn gemoed, dat het voorsichtig met haar moet handelen. WAar vlucht mijn Hart so schichtig? ach! Ik gis na Celestyn, Daar 't lang benaawt gekluystert lag. Gy werpt u in de pijn Ellendige; haar kronkk'lend Haar (By u vergulde draân) Noyt dan in schijn vergult en waar. Maar Hartje laat u raân 't Sijn boeyen, bolten, kettings, ja, 't Sijn Netten, net gestrikt: Indien gy eens die komt te na, En eens daar in verstikt, Ik waarschow u onnoosel Hart, Het was met u gedaan, Noyt quam 't gy, eens daar in verwart, Weer in mijn boesem staan. Besef den aard van al haar jeugd, Ja Celestyn geheel, Door haar aanminnigheyd verheugd En dronkken, dartel speel Vry in haar oogjes alle twee; Vry ook haar Borsjes druk En Lipjes; maar, dit is mijn bee. Haar Tuyt u niet verruk. Ik waarschow u onnoosel Hart, Het was met u gedaan, Noyt quam 't gy, eens daar in verwart, Weer in mijn Boesem staan. Vorige Volgende