Fidamants kusjes, minne-wysen en by-rymen aan Celestyne(1663)–Joan Blasius– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 7] [p. 7] II. Kusje. Hy klaagt, dat Celestyn syn Hart ontrooft heeft. Klink-Dicht. MYn lief, toen ik in 't bosch alleen ging dwalen. Hong meenig net, om my te vangen, uyt. Sy was om al haar laagen wijd verluyd. Sy sette my steets nieuwe hinder-paalen. Haar loosheyd komt my eyndlijk achterhaalen. Mijn Hartje in haar strikken sich besluyt, Daar 't eewig blijft als een begeerde buyt. De Minne-god en sy bey zeegepraalen. Helaas! hoe spant sy sulk een listig net? Na wiens gebod of welk een Minne-wet Hebt gy gepoogt mijn Hart dus te bekoomen? Het deert my niet, dat gy 't hebt Celestyn, Maar 't deert my, dat, 't geen doch het uw sou sijn, Gy my dit Hart door dief-stal hebt ontnoomen. Vorige Volgende