De borgerlyke tafel, om lang gesond sonder ziekten te leven
(1967)–Steven Blankaart– Auteursrechtelijk beschermdWaar in van yder spijse in ’t besonder gehandelt werd. Mitsgaders een beknopte manier van de spijsen voor te snijden, en een onderrechting der schikkelijke wijsen, die men aan de tafel moet houden. Nevens De Schola Salernitana
[pagina 31]
| |
IX. Hooft-stuk. Van de ooft-vrugten met weike schillen als appelen, peren &c.ONder dese steltmen onder dʼeersten rang de appelen en peren, daar na Orangien, klooster-appels, cinaas-appels, citroenen, limoenen, granaten, aprikosen, persiken, queen, mespels, pruimen, cornoeljen, vygen, kersen, druiven &c. De appelen Ga naar margenoot+ sijn alle van verscheiden aart waar van men vind suire en soete. Alle appelen sijn beter, als sy belegen sijn, dan versch, zy sijn ook beter ryp geplukt, dan onryp. de soete appelen sijn beter als de suire, ten sy die matig suir sijn, want als dan doen sy mede de spyse teren, maar te scherpen suir hebbende deugen sy niet. De beste appelen om uit de | |
[pagina 32]
| |
hand te eten sijn aagt appels, rabauwen, pippelingen, reinetten, joopkens oft knoopsteertjes, soomer guldeling, goesoeten, hondermarkt, kannetjens appel oft cypel appel en diergelyke die tussen suur en soet sijn. De andere suire soorten sijn alle beter om te stoven, braden en te koken, of te bakken, welke matelijk gebruikt niet seer schadelijk sijn, voornamelijk als ze een wijltje gelegen hebben. De Peren Ga naar margenoot+ komen naast dʼappelen; hier onder heeft men, suiker peren, Kaneel en safferaan peren, Konings-peren, suikerei-peren, riet-peren, smeer-peren, winter peren oft Harmen Harkes peren, berge-motten, oft soppende groentjes en diergelyken meer. Alle sagte en volkomentlyk rype peeren, alle matig gegeten, sijn niet ongesond, maar de harde en onrype, suire en veel gegeten, maken veel siekten. nog beter | |
[pagina 33]
| |
sijnse gestooft oft gebraden, voornamelyk de winter peren, yser-peren &c. De Cinaas-appels Ga naar margenoot+ spannen wel de kroon ontrent de orangien Ga naar margenoot+ en klooster-appels, Ga naar margenoot+ maar veel gegeten veroorzaaken loop, ja selfs wel de roode loop, ʼt welk men genoegsaam bespeurt in die gene, welke op Zee sijn, en aan een eiland komende, zoodanige vrugten eten. Sy sijn beter gegeten met haar schillen, dan sonder; want hier door werd des selfs suirigheid meer getempert: maar ʼt is beter die matig te gebruiken of tʼeenemaal te laten. Het selfde seg ik mede van de citroenen Ga naar margenoot+ en limoenen, Ga naar margenoot+ welke om haar scherp suur nog veel schadelijker sijn, al is ʼt datse met suiker gegeten werden, want sout en suur krenkt onse sappen en vogten, maaktse dik en traag loopende, verwekt, koorsen en scheurbuik: | |
[pagina 34]
| |
al is ʼt dat sommige seggen, datse voor die qualen goed sijn, maar ik segge datse de waarheid hier te kort doen, en dat haar experientie vals is, en valsche verschijnsels doet sien. Granaten Ga naar margenoot+ sijn gemeenlijk twederlei, soete en suiren; de soeten sijn ryper en by gevolg gesonder, dog sijn in dese landen best gelaten, wylse hier niet ryp konnen over komen. De syropen, die men in dʼapotheken van dese vrugten, als ook van limoenen en citroenen maakt, sijn seer ongesond; om welke oorzaak dʼapotheken voor het meerder gedeelte van de deftigste medicyns van onse Stad afgekeurt worden. Ja sommige geven hun eigene genees-middelen, op datse door den Apotheker niet bedrogen mogen werden, wanneer hy de voorschriften der doctoren door sijn jongen, wyf of meid laat toe maken, en Monsieur | |
[pagina 35]
| |
Apotheker sijn visiten (waar door seg soo veel duisent menschen onvoorsigtiglijk werden omgebracht) by de huisen gaat doen. Seker men behoorde sulke Apteker-docters, ik wil seggen doctor-nyders en haters, en menschen-moorders, gelyk de Romeinen, uit onse Stad te bannen, en noit weder in te roepen. ʼK zeg u derhalven, borgers, die ik dit waarschouw uit pligtelyke liefde, dat gy als gy siek komt te worden, u zorgvuldiglijk wacht van aan zoodanig een slag van volk uw leeven te vertrouwen: maar haalt een wys doctor, wiens naam en faam beroemt is, laat het uw liever wat kosten, als dat gy u laat moorden en villen: is ʼt dat sommigen niet konnen betalen, komt by my aan huis, ik sal uw uit liefde genesen, sonder dat uw de consultatien of medicamenten yts sullen kosten | |
[pagina 36]
| |
om de waarheid niet te veel te seggen, die haat maakt, sal ik verder gaan. Aprikosen Ga naar margenoot+ en persiken Ga naar margenoot+, ryp sijnde, sullen, weinig gegeten, de grootste schade niet doen: maar wagt uw van het veelvuldig eten. Een glas goede franse wyn daar op gedronken is seer goed, maar de rinsche is in dit geval schadelijk. De Queen Ga naar margenoot+, rauw gegeten, sijn seer schadelijk, vermids sy vol van een rauw en onguur sop sijn. By vleis gekookt of gestooft en matig gegeten, sijn niet quaad. Van Quee vleis en al de bereidselen van dien, is het matig gebruik goed. Mispels Ga naar margenoot+, sijnde suur-rot, hebben een grooter schadelijkheid by sig, dan die een soet rot by sig hebben. Dog de middel-maat moet men overal houden. De Pruimen Ga naar margenoot+ hebben een seer quade naam gekregen; de reden | |
[pagina 37]
| |
weet ik niet wel waarom, ten sy men de selve al te veel gebruikte. Onse voorsigtige doctoren weten den sieken wel een kooksel van pruimen te ordineren: indien nu drooge pruimen soo goen zyn, soo sijn de natte en versch ryp geplukte, soo schadelijk niet: derhalven besluit ik, dat de gesonden tot alle middelmaat sig mogen gewennen. De blauwe pruimen en geele pruimen, hoe grooter hoe beter, sijn soo schadelijk niet, als men wel heeft gelooft. Cornoeljen Ga naar margenoot+ sijn vrugjes die men niet te veel eten moet, nog ook moerbesien, Ga naar margenoot+ ten sy die volkomen ryp sijn, want anders sijn sy te suur en te koud. Dit behoort derhalven een vaste regel te sijn, dat men tot alle ooft-vrugten brood eet, en een lepel brandewijn of een romer goede franse wijn daar op drinkt, ʼt welk de suirigheid tʼeenemaal of voor een gedeelte ten onder kan brengen. | |
[pagina 38]
| |
Vygen Ga naar margenoot+ heeft men hier te lande selden ryp, en soo sy hier ryp sijn, heeft men die in geen overvloed, soo dat men sig hier door selden siek aan kan eten. Van de drooge vygen sal ik hier na verhandelen. Kersen Ga naar margenoot+ sijn niet onaangenaam te eten, wanneer sy volkomentlijk ryp sijn; de soetsten sijn de besten, voornamelijk krieken Ga naar margenoot+ en spaanse kersen, maar te veel gegeten maken ze wormen. De morellen Ga naar margenoot+ op franse of brandewyn geset sijn seer goed, en niet onaangenaam te gebruiken. Kerse-sop gemaakt of gestooft sijn mede niet quaad, dog eet alle vrugten niet te veel. Druiven Ga naar margenoot+, veel gegeten, sijn ten hoogsten schadelijk, voornamelijk als ze niet al te ryp sijn, want der zelver sap is seer fermentatyf, waar door ons bloed en andere vogten of soppen wonderlyk verandert werden; hier door komt | |
[pagina 39]
| |
veeltyds schielyk een koors met braken en kamer gang, ʼt welk men boert noemt, derhalven is het oorbaar dese vrugt niet al te veel te snoepen. De soetste en aromatykste druiven sijn de besten: voorts sijn alle druiven ʼt zy blauwe of witte al byna van eenen art. Te veel druiven eten, maakt ook dat de menschen vol van suire sappen werden, waar door sy in de derdendaagse koorsen vervallen, en menigmaals schurft of krawasie krygen, gelyk men siet, aan die gene, welke eerst in onse landen uit Vrankryk komen. Van de most, wijn, rasynen en krenten, sal ik hierna spreken. |
|