De borgerlyke tafel, om lang gesond sonder ziekten te leven
(1967)–Steven Blankaart– Auteursrechtelijk beschermdWaar in van yder spijse in ’t besonder gehandelt werd. Mitsgaders een beknopte manier van de spijsen voor te snijden, en een onderrechting der schikkelijke wijsen, die men aan de tafel moet houden. Nevens De Schola Salernitana
[pagina 27]
| |
wijlse veel suur in ons lighaam veroorsaken, daarom is de middelmaat best. Yder een roept, dat de roode bessen Ga naar margenoot+ soo gesond gegeten sijn, om datse verkoelen; maar indien men eens bezeft, dat ons bloed en verdere sappen te verkoelen, is, ymand siek te maken en sijn sappen te doen stremmen, sal men wel haast konnen oordeelen of suure dingen voor ons lighaam soo gesond sijn. Ik wil niet seggen, datse juist dadelijk die siekten maken, maar naderhand, ten sy datse haar bloed door andere spys oft drank verbeteren: derhalven sijn de besien ʼt zy roode of witte, als ook de gelei van aalbessen en de schoon gekoleurde koeldrankjen daar van gemaakt seer schadelijk, ja vergiftig, gelijk ik hier na, van den asijn sprekende nader sal toonen. de wijn uit het sap deser besien gemaakt is niet quaad. | |
[pagina 28]
| |
Swarte aalbesien Ga naar margenoot+ fijn nog beter als rooden, wijl sy soo suur niet en sijn: op brandewijn geset, sijn niet quaat. Kruis-besien Ga naar margenoot+ oft stekel besien nog onrijp sijnde, sijn seer schadelijk, dewijl ze een onguur en straf suur by zich hebben; dog rijp geworden, sijnse beter en milder: maar ze moeten niet te veel gegeten worden, en ʼt is beter dat men ze laat. Blauw-bessen Ga naar margenoot+, krake besien Ga naar margenoot+, en diergelijken, komen met de swarte aalbessen overeen. De Berberissen Ga naar margenoot+ sijn schadelijker als de roode aalbessen; waarom men ze laten moet voor de geenen die liever op de smaak leven, dan op hun gesondheid. Framboisen Ga naar margenoot+ en bramen Ga naar margenoot+, niet te rijp nog onrijp sijnde, syn soo schadelijk niet, als men my in mijn jonkheid pleeg wijs te maken; dese set men ook op bier en wijn, | |
[pagina 29]
| |
waar aanse een liefelyke geur geven. Men moet sig wagten van dese dingen al te veel te eten: wijlse veel fuirigheid in ʼt lighaam na laten, en daar na koorsen of andere siekten verwekken. |
|