De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 11
(1858)–Willem Bilderdijk– Auteursrechtvrij
[pagina 515]
| |
In een album.Ga naar voetnoot*Wat vergt ge my, geliefde hartevrind?
Een bloemtjen? Ach my rest ook zelfs geen dorrend lover.
Neen, uitgeput by 't woeden van den wind,
Bleef de enkle schorsch alleen aan stam en takken over.
Mijn leeftijd was, en ging in 't noodweêr om,
En wat my rest is saplooze ouderdom.
Maar ouderdom, wat bloemen zou die dragen?
Te veel is zelfs het minst dat hem gevorderd wordt.
De bliksem is in d' ouden tronk geslagen,
Zijn ooft viel onrijp af, of is aan 't hout verdord.
ô Ware 't slechts geen spel van dolle stormen,
Ten vuur gedoemd of voedsel voor de wormen!
Doch neen, de bijl wankt in des tuinmans band.
Daar treft de slag, daar ligt de vruchtboom neêrgeslagen.
Daar ligt zijn roem bestelpt in 't dorre zand,
En 't vratig ongediert' zal merg en bast verknagen.
Dan 't zij! Hy was zichzelven niet geplant,
En gaf zijn vrucht aan 't dierbaar Vaderland.
1829.
|
|