De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 11
(1858)–Willem Bilderdijk– Auteursrechtvrij
[pagina 481]
| |
Verjaargroet aan een vriend.Ga naar voetnoot*'k Weet op een jaardag voegen wenschen;
Maar wat kan hier de wensch toch zijn,
Waar bloessems zonder vrucht verslensen,
En vreugd slechts masker is van pijn?
Zoo andren 't als iets fraais verlangen
Van ieders dwaasheid af te hangen,
Om by de wareld wel te staan,
En ziel en lijf in boei te prangen;
My joeg dit schaamte langs de wangen
En 'k bied het voor geen heilwensch aan.
En, wenschte ik u de rust van 't leven
In stil en huisselijk genot,
Van al die woelingen ontheven
Die 't zoet vergallen van ons lot,
By Hemelvollen huwlijkszegen
In onverdeelde ziel gelegen,
En vaderlijke kinderlust;
Daar mooglijk zette een Geest zich tegen
Die duizlend van een staâg bewegen,
Zich-zelv' een afkeer schiep van rust.
Dus, best mijn wenschen t' huis gehouden
(Want last of onrust wensch ik niet;)
Tot ge eens en eindlijk by 't verouden
De zaken met mijne oogen ziet.
Hier, hiertoe moge u lange jaren
Gods Almacht met eene Egâ sparen
Wier hart u onverdeeld bemint;
En - moogt gy dan den wensch ervaren
Die by 't gesol van 's warelds baren,
In 't hart gevormd wordt van uw vrind!
|
|