De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 11
(1858)–Willem Bilderdijk– AuteursrechtvrijAan den heer A. Capadose, op zijne Bestrijding der beestpok-inenting.Ga naar voetnoot*Heb dank, mijn Vriend, uit naam van Godsdienst en Geweten,
Voor 't opgeheven schild in d' onverzoenbren strijd
Ter weering van 't geweld, dat God- en plichtvergeten,
't Onnoozcl kroost in d' arm eens Helschen Molochs smijt.
De Hcl had t' allen tijd door duizenden van vonden
De menschheid aangetast, geteisterd, en belaagd;
Maar weinig was 't, een deel door vuur of zwaard verslonden,
Meer gruwzaam is een gift dat merg en beenders knaagt.
Geneeskunst, in deze eeuw van laffe dwingelanden,
Vervallen van haar aart, tot werktuig van de Hel,
Bestaat thands, in Natuur vijandig aan te randen,
En 't voorschrift dat zy geeft werd strafloos moordbevel.
| |
[pagina 345]
| |
't Is thands Geneeskunsts werk, verradend om te brengen:
Vergif verstrekt voor brood, vergif voor medicijn;
Doch wat is 't, plant of erts ten giftbokaal te mengen?
Verdierlijkt moet ge, ô mensch, door dierlijk smetvenijn.
Verdierlijkt? Ja, geheel van uit uw rang verstoten,
Tot reedloos slachtvee zijn voor 's Aartsverraders wrok;
En, zijt ge uit dieren niet, gelijk hy leert, gesproten,
Uw afkomst moet met d' Os voor eeuwig onder 't jok.
Rampzalig menschdom, beef! beeft, Ouders, voor uw telgen!
Roept, roept d' onfeilbren Arts in dezen toestand aan;
En, eer gy 't Hel en vloek door de aadren in doet zwelgen,
Hebt moed, om voor uw bloed, het ijslijkst door te staan.
Ja, de Afgrond voert in 't eind de teugels van deze aarde:
Verzaakt uw Heiland thands, dees wareld ten gevall';
Of ziet waar Vrijheid zij, en recht, en menschenwaarde.
Verkiest in 't nijpend uur, of God of Belial!
1823.
|
|