De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 11
(1858)–Willem Bilderdijk– Auteursrechtvrij
[pagina 327]
| |
aant.Aan een' vriend, in een' brief.Ga naar voetnoot*Geen afstand, neen, voor harten die gevoelen!
Geen verr' of na voor zielen boven de aard!
Geen bergdalkloof noch zeegolfs tusschenspoelen
Verdeelt den geest als 't logge lijfsgevaart!
't Is feest voor u, Geliefden! Jubelklanken
Omvloeien u, en stroomen in 't genot
Den hemel toe, en menglende aan ons danken,
Gaan wederzijds vereenigd, op tot God.
Ja, verr' van u, maar om uw hoofden zwevend,
Staart onze ziel haar dierbre kinders aan,
Voor hen, voor ons, den Heiland glorie gevend,
En sproeit uw' disch met vreugd- by vreugdetraan.
Ziedaar den wijn dien wy dees Hoogtijd plengen,
Van wenschen - ach, van meer dan wensch verzeld!
Gelukkigen, die ziel in ziel moogt mengen,
Gevoelt, ja voelt wat onze ziel versmelt!
Gevoelt het, ô, in dit uw feestgenoegen;
In 't stille zoet der Godgevallige Echt;
In wat u 't hart van nieuwe vreugd doe zwoegen,
Wanneer de olyfGa naar eind1 zich door haar rozen vlecht!
Stort Gy die geeft, Gy die alleen kunt geven,
De volheid uit van heel uw' zegenschat!
En, teder Paar, blijft voor elkander leven.
In (de aard te groot, en boven 't lot verheven,)
Den Zoenvorst die u heiligde aan te kleven!
Heel 't menschlijk heil is in die beê vervat.
Julij 1823.
|