De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 11
(1858)–Willem Bilderdijk– Auteursrechtvrij
[pagina 253]
| |
Aan mr. I. Da Costa. by 't ontfangen van een gebonden present-exemplaar zijner ‘Poëzy.’Ga naar voetnoot*Vaar voort, mijn Zoon, vaar voort! Want Vader-ingewanden
Verkregen my het recht, dat my dees eernaam streel'.
Niet door Natuur verknocht, maar Geestelijker banden,
Zijt gy me een evenbeeld, en wordt het eens geheel.
Uw geest was Poëzy, smolt samen met den mijnen
In 't bovenmenschlijk vuur uit hooger kring dan de Aard:
Welaan dan, heengestreefd waar 't Choor der Cherubijnen
Om d' ongeschapen throon van Koning Jezus schaart!
1821.
|
|