De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 11
(1858)–Willem Bilderdijk– AuteursrechtvrijAan een vriend, met mijne ‘Affodillen’.Ga naar voetnoot*Ook daar, waar 't grafhol gaapt, de bleeke schimmen zweven,
En 's afgronds dompig zwart het grensloos dal omsluit,
Blijft nog 't verstijvend hart aan ware vriendschap kleven,
En 't rukt heur indruk niet dan met zich-zelven uit.
Ge ontfingt mijn dor gebloemt', mijn schromplig najaarslover;
Neem thands ook de Affodil van mijn verstorven hand:
Ik stapte in 't rijk der doôn des levens boord reeds over,
En 't sombre nevelveld bevat geene andre plant.
1814.
|
|