De crumen diet volc niet eten en mochte. Nederlandse beschouwingen over vertalen tot 1550
(1999)–Bart Besamusca, G. Sonnemans– Auteursrechtelijk beschermdVertaalhistorie. Deel 6
Regelnummers proza verbergen
| |
[pagina 101]
| |
28
| |
Redactie G1 Van eenen rudder hiet Tondalus, een edel man. Hier naer so volghet een harde 2 scone materie als vanden tormenten die de sielen moeten ghedooghen naer dit Ga naar voetnoot2 3 allendeghe leven de welke tormente waren vertooghet eenen rudder diemen 4 hiet Tondalus ende staet ghescreven inden Spieghel Hystoriael Ga naar voetnoot4 | |
[pagina 102]
| |
5Inden name Ons Heeren ic beghinne ten profijte ende ter heeren ende ter weerdi-Ga naar voetnoot56cheit van eender hedelre Jonfer, wiens salichede ic hebbe begheert van langhen ti-Ga naar voetnoot67den, alst wel recht es. So willic hu eenen bouc bedieden dien hic vonden hebbe in 8 den Latine ende huut trecken in Dietsche, ende hare dan senden, want ic hope hetGa naar voetnoot8 9 sal haer sijn bequame. 10Maer men sal weten dat ic desen bouc niet en begheere te rimene, om dat ickerGa naar voetnoot10-11 11 no af no toe doen ne wille van den ghenen dat ic vand in Latine. Ende ooc so en 12 es men gheen helighe scriftuere sculdich te rimene, want in den rijm en es gheen 13 ander voordeel dan dat den hooren gheeft soeten luut. Ende metten rimene so wertGa naar voetnoot13 14 alle helighe scriftuere gheconfondeert.Ga naar voetnoot14 15Dit visioen van desen bouke ghesciede int jaer Ons Heeren als men screef .M.C. 16 ende .XLIX., in eenen ruddere die men heet Tondalus, wies ziele te menigher pi-17nen ende te grooter glorien ghevoert was, also desen bouc verclaren sal hier naer. 18 Ende om dat een vulmaect goed wille ende een claer jonste vulcomen sal, ende icGa naar voetnoot18 19 meene dat huerbuerlic sal sijn uwer sielen ende allen menschen diet sal ghebue-Ga naar voetnoot19Ga naar voetnoot19-2020ren te visenteerne ende te lesene, so, hedele jonfrouwe, ic bidde hu dat ghi blidelicGa naar voetnoot20 21 dese cleene ghifte ontfaen wilt, die ic om uwen wille ende om uwe salecheit besochtGa naar voetnoot21 22 hebbe. 23So wie datter neerenstelic in wille lesen ende de woorden merken, hi sal vanGa naar voetnoot23 24 anxenen hem wachten van sonden ende sijn leven belyen sinen gheesteliken vader.Ga naar voetnoot24 25 Want alle creaturen hebbens te doene, want van gheere saken so en es men sekerderGa naar voetnoot25 26 dan de doot ende niet onsekerder dan den tijt vander doot. | |
Redactie H1Hijr begint dit bueck van eynen vroemen ridder, wel geleert inden wereltliken 2 consten der ridderscap, ende genoempt Tondalus. Ende is van sijnre verschei-Ga naar voetnoot2-33denisse ende wiedercomst overmits die ontfermherticheit Gods, als hi selve na-Ga naar voetnoot34maels vertelt.
5Want wy niet een moeghen noch en willen eynich werck beghinnen noch volbren-6gen daer eynighe doecht in is, sonder den genen die ierste sake is alles dincs, so bid-Ga naar voetnoot6 | |
[pagina 103]
| |
7den wy den voerseyden - dat is Gode - dat hi al onse beghen teynen gueden eyndeGa naar voetnoot7 8 moet bringhen. 9Dit nae volgende bueck was ghesonden ende ghedicht uuter barbarscher talen inGa naar voetnoot9 10 die Latijnsche van eynen manne van gheestliken ordenen ende leven die genoemptGa naar voetnoot10 11 was Marchus, eynre heyliger - of God wilt - abdissen. Ende want eyn groet gebotGa naar voetnoot11 12 van Jhesus Cristus den Soen Gods is: ‘Du salt dijnen even kerstene mynnen ge-Ga naar voetnoot1213lijck dy selven.’ Hijr by sijn wy sculdich te begheeren dat ellic minsche so Gode 14 ontsaghe ende diende, dat sijn seel Gode ewelike mochte aenschouwen. OmmeGa naar voetnoot14 15 dese sake voerseyt hebbich dit werck voerwaert uter Latijnscher talen wille in Duyt-16sche te setten. Want ic wel kenne my selven ende mijnen sen niet so subtijl alse dit 17 toe te brenghen sonder sonderlingen hulpe van den ghenen die was ende is endeGa naar voetnoot17-18 18 wesen sal sonder begen ende sonder eynde. Helpt mit my, allen diet horen, bidden 19 te Gode dat ich volbrengen moet dit werck mit salicheden ende mit eren. Ende dat 20 erghens moet werden gehoert ende gelesen, dat eynich mijns evenkersten te badtGa naar voetnoot20 21 heb aen sijn seel. Oec biddich hem allen dijt horen solen ochte lesen, vernyemen 22 se hijr in yet dat te calegierene si, dat si dat verbeteren ende niet en ergeren, ommeGa naar voetnoot22 23 alre clercke ere. Want esser yet guets in, dat comet van Gode ende al dander comet 24 van mijnen gebreken. | |
Redactie N1 Hier beghint dat prologhe of voersprake op Tondolus
2Sancte Pauwel die apostel secht tot Thimotheum sinen jonger: ‘In den lesten da-Ga naar voetnoot23ghen sullen ancomen vreselike tijde. Ende die menschen sullen wesen hem selvenGa naar voetnoot3 4 mijnnende, gierich, overmodich, hoveerdich, blasphemieres, onghehoersam, on-5dancber vader ende moeder, mysdadich, sonder mijnne, sonder vrede, overdadich, 6 sonder suverheit, sonder guedertierenheit, verraders, wreet mynres der ghenoech-7ten meer dan Gods. Oec hebbende die ghedaente ofte den schijne der heilicheden, 8 mer die doechden daer van loechende.’ 9Als men apenbaer sien mach, soe steet de werlt meest als Paulus voersecht heeft.Ga naar voetnoot9 10 Ende omdat die mijnne Gods voel menschen gheen vrese in en brenget, daer om- | |
[pagina 104]
| |
11op dat sij de vrese der pijnen die nae comen sal bedwijnghen sal van den sunden 12 ende brengen tot ghewariger penitencien en bekenninge hoers selves - soe mene icGa naar voetnoot12 13 Tondolus visione van Irlant (vanden pijnen die hi sach ende leet inden vegevuer) in 14 Duutsche te setten uutten Latijn. Ende oec Patricius - des apostels van Irlants - ve-Ga naar voetnoot14-1515ghevuer. Tot enen spiegel alre menschen an te sien, also alst enen ynnigen monickGa naar voetnoot15-17 16 van Irlant dient dese Tondolus openbaerde en voirt screef eenre ynniger abdissen 17 diet an hem versochte. |
|