De crumen diet volc niet eten en mochte. Nederlandse beschouwingen over vertalen tot 1550
(1999)–Bart Besamusca, G. Sonnemans– Auteursrechtelijk beschermdVertaalhistorie. Deel 6
[pagina 33]
| |
4
| |
[pagina 34]
| |
Van dat uut minen zinnen vloyde,Ga naar voetnoot6
Ende noch helpt mi alsic gheve.
Nu ontfaet dit, lieve neve,
Van mi, Jacoppe van Merlant,
10[regelnummer]
Van dat ic in Latine vant
Hoe dat Aristotiles, ende gheen ander,
Sinen jongre AlexanderGa naar voetnoot12
Leerde die weerelt berechten
Ende jeghen die sonden vechten.
15[regelnummer]
Want het hoghen heeren betaemt,
Ende elken mensche die hem scaemt,Ga naar voetnoot16
Dat hi wete hoe lant bedrivenGa naar voetnoot17
Ende selve in sijnre eeren bliven.
Vindire yet in dat te prisen es,Ga naar voetnoot19
20[regelnummer]
Dat visierde Aristotiles.Ga naar voetnoot20
Vindire oec iet onnuttes inne,
Dat tyhet minen dommen zinne.Ga naar voetnoot22
Dit bouc es in Latine gheseit
Heymelichede der heymelicheit.
25[regelnummer]
Gode biddic ten beghinne
Dat Hi mi helpe hierinne,
Ende Siere moeder - der reinre maghet -
Diet al met haerre beden draghet.
|
|