Verstrooide gedichten uit vroeger en later tijd (1831-1861)(1863)–Nicolaas Beets– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 124] [p. 124] De speelnoot. (Uit het Engelsch.) De feesten zijn gevierd; de gasten afgetrokken; Ach! de eenge Zuster van de Bruid zit neêr en schreit; De witte rozenkrans ontviel haar bruine lokken, Haar hart gevoelt zijn eenzaamheid. Met lachje' en zoet gekoos hielp zy haar tooi volmaken, En leidde haar ter feest met toegenegen trots; En schoon by d' afscheidskus haar dierste banden braken, Zy rukte met een lach zich los. Zy woû geen blijden dag verbittren met haar weenen, Haar lieve zuster niet in droefheid weg doen gaan; - Daar rolt het rijtuig aan, en voert de dierbre henen, - Maar kan zy nu haar smart weêrstaan? Zy roept den tijd terug aan 't zusterhart gesleten, Dat vriendlijk hart met haar in vreugde en droefheid één... De witte rozenkrans ligt aan haar voet versmeten, De speelnoot bleef, bedroefd, alleen. Vorige Volgende