Verstrooide gedichten uit vroeger en later tijd (1831-1861)(1863)–Nicolaas Beets– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 22] [p. 22] Zomerdag. Slechts blijde tonen kunnen 't zijn, Die van mijn lippen vloeien, By dezen heldren zonneschijn, Dit groeien en dit bloeien. Al draagt het hart een diepe wond, Toch kan er vreugde wezen, Als alles rondom ons Gods liefde verkondt, En we overal vrolijkheid lezen. Mijn geest is vrij en opgewekt, Zou zich mijn hoofd dan buigen? De graven zelf zijn met bloemen bedekt, Die van nieuw Leven getuigen. Zy kijken den hemel zoo dankbaar aan, Van 't zonlicht zoo vriendlijk beschenen; Dat droogt op haar wangen de heldere traan, Die de donkere nacht haar deed weenen. 1858. Vorige Volgende