Verstrooide gedichten uit vroeger en later tijd (1831-1861)

[p. 155]

Een lied.

Welzalig hy, die Christus heeft gevonden,

Wien op zijn weg zijn Heiland is ontmoet;

Die by zijn kruis verlossing vond van zonden,

En reiniging in zijn onschatbaar bloed;

Die, by zijn licht, de paden onderscheidt,
Waarop zijn God hem by de hand geleidt!

Hem zegent om den wille van dien bloede,

De God zijns heils, zijn schild, zijn zon, zijn lied;

Hem werken alle dingen meê ten goede;

Ook 't kwaad staat op, maar stoort zijn vrede niet.

Een nacht van ramp daalt op zijn wegen neêr:
Hy wankelt niet; zijn Herder is de Heer.

1843.