Verstrooide gedichten uit vroeger en later tijd (1831-1861)(1863)–Nicolaas Beets– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 138] [p. 138] Zaansch liedeken. Het IJ is breed, de Zaan is breed: Wie wil de Zaan bevaren? De meisjens zijn er net gekleed, Zoo als vóór honderd jaren. Haar oogen blaauw en blank haar vel: Ik mag de Zaansche meisjens wel. Het IJ is breed, de Zaan is breed: Wie wil de Zaan bevaren? Men vindt er molens by de vleet, En rijke molenaren; Maar wie de slanke dochters ziet, Denkt aan de dikke molens niet. Het IJ is breed, de Zaan is breed: Wie wil de Zaan bezoeken? Czaar Peter droeg er 't ambachtskleed, En at er pannekoeken; Maar 't heeft hem levenslang berouwd, Dat hy geen Zaansche had getrouwd. Vorige Volgende