Verstrooide gedichten uit vroeger en later tijd (1831-1861)(1863)–Nicolaas Beets– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 118] [p. 118] Moed houden. Toen ik, in mijn jongen tijd, Mooie Pleuntjen heb gevrijd, Ging ik, met mijn zondagshoed Op mijn hoofd, haar in 't gemoet; Echter werd ik afgekeurd: Ook goed; daarom niet getreurd. Toen ik daarop rijke Toos Tot mijn echte weerhelft koos, Had ze er wel wat ooren naar, Maar zy hield in 't eerst zich raar; 'k Heb er maanden om gezeurd: Ook goed; daarom niet getreurd. [pagina 119] [p. 119] 'k Had haar lief tot in mijn ziel; Maar toen ze in de kraam beviel, Was 't een tweeling voor 't begin. 't Was wat veel by klein gewin; Maar ik dacht: 't is meer gebeurd! Ook goed; daarom niet getreurd. 't Viel ook bitter uit den gis Met haar Peetooms erfenis, Want een ander had op 't laatst, Van zijn boêltjen veel genaast; 't Restjen had hy zelf versleurd: Ook goed; daarom niet getreurd. Weet je wat ik altijd zeg? Ieder kies den rechten weg; Ga hem met een stijven stap; Doe zijn best en hou zich knap; Is er soms iets dat hem steurt: Ook goed; daarom niet getreurd. Vorige Volgende