I.
De brief van Richard Roland Holst aan A. (Jany) Roland Holst is ongedateerd; in onbekende hand is later met potlood de datum 18.vi.1911 op de brief geschreven. In zijn brief van 19 juni 1911 [22-R] refereert Holst aan de nu weergevonden brief. 18 juni viel echter op een zondag, terwijl er ‘Zaterdag’ boven de brief staat; de brief moet dus van 17 juni dateren. Hij is geschreven op briefpapier van het (nog steeds bestaande) ‘Grand Hotel et Pension Bella-Tola’ in het plaatsje Saint-Luc in het Zwitserse kanton Valais (Wallis).
[21a-R]
Zaterdag, 's Middags [17-6-1911]
B.J.
Gisteren kwamen wij hier aan, en terwijl Tante rust, schrijf ik je met een primitieve schrijfrommel [?] een woordje. Wij waren een dag stil in Montreux, 't was er zoet en fijn, en wij zaten stilletjes van de zon te smullen aan het meer. Gisteren tot Sierre gespoord en toen 21/2 uur gereden naar boven tot Fang, daar wachtte ons een muildier die de bagage te dragen kreeg, en klommen wij nog 11/2 km tot hier. De avond was mooi, en 't pad steeg door geurige weien die nog vol voorjaarsbloemen stonden, en rondom staan alle groote witte kerels die zoo gemakkelijk te beklimmen schijnen van onder af gezien, maar je oogen klimmen zoo gemakkelijk!
In Cherneux boven Montreux bezocht ik de Haverman's, zij is daar met een ziek dochtertje van 15, dat was treurig zoo dat de herinnering mij niet verlaat, 't kind heeft ingewand tuberculose en zal zeker sterven, zij lag daar met een dosch ravenzwart haar op haar kussen, buiten op 't balcon, zóó fijntjes en mager, en lag maar van hoog boven 't meer over 't meer te turen, en je wilde maar al weten wat er in dat kinderhart omging, dat in haar gezichtje de expressie had die al niet meer van deze wereld was, zoo overgeven en zacht “kijk nu wordt 't meer paarsch, weet jij hoe dat komt oom Holst, 't is altijd blauw” maar je hoefde er niet op te antwoorden, want zij was al weer met haar gedachte weg en ergens anders.
Wij zijn de eerste gasten in 't hotel, ik denk dus dat de pen waarmede ik tracht te schrijven overwinterd heeft hier, een gezellig eenvoudig hotel, midden in een klein afhangend dorp, je denkt als je 't ziet dat als 't kerkje valt, de heele zaak 't dal in gaat. Een alleraardigst meisje bedient, zij vroeg