De Vara tijdens de bezetting
G.P. Bakkers verslag van het handelen van de Vara-bestuurders
Het hellende vlak Radio-omroep in nazi-greep door G.P. Bakker Uitgever: Sijthoff, 176 p., f19,50
Hans Mulder
In het boekje Het hellende vlak. Radio-omroep in nazi-tijd van G.P. Bakker wordt de geschiedenis van de Vara tijdens de bezetting verteld. Eigenlijk was dat verhaal al geschreven door zowel dr. L. de Jong als Dick Verkijk als onderdeel van hun breder opgezette studies. Met name de laatste schrijver had de ondergang van deze omroep in zijn Radio Hilversum 1940-1945 gedetailleerd weergegeven. Waarom dan deze al bekende geschiedenis opnieuw weer breed uitgemeten en zelfs als apart boek uitgegeven?
Bakker gaat maar ten dele op deze vraag in. Hij schrijft in zijn inleiding alleen, dat het Vara-bestuur hem verzocht de tot 1940 lopende geschiedschrijving van N. Tj. Swierstra aan te vullen. Mag het een gerechtvaardigde reden zijn van een omroep, het eigen wel en wee ook door een eigen chroniqueur, die nog meer bijzonderheden kan geven, te laten optekenen, er is met deze uitgave nog wat meer aan de hand.
Bakker zegt ook in zijn inleiding dat hij de omstandigheden, overwegingen en gebeurtenissen van toen zo goed mogelijk heeft willen weergeven en het oordeel aan de lezer overlaat. Dat lijkt een neutraal uitgangspunt maar is het, vooral vanwege het vermelden en de keuze van die ‘overwegingen’, niet. In feite vormt Het hellende vlak een soort van rechtvaardiging voor de na de oorlog sterk bekritiseerde handelingen van enkele Vara-bestuurders, in het bijzonder van die van voorzitter A. de Vries en omroepsecretaris A. Pleysier. Het feit, dat Bakker onder De Vries, tevens hoofdredacteur van de Radiogids van de Vara, assistent-redacteur van dat blad was en met zijn chef aanvankelijk koos voor doorgaan met het onder toeziend oog van de bezetter, kan niet anders dan van invloed zijn geweest op de inhoud van het boek. Dat De Vries het gezin Bakker kende, ook al voor zijn assistent-redacteur bij hem in dienst trad, zoals Meyer Sluyser in een boekje met Vara-herinneringen vermeldt, bevestigt de nauwere band die er tussen de schrijver en de Vara-voorzitter bestaan moet hebben.
H.J. Woudenberg en Seys-Inquart
Wat was er nu indertijd aan de hand, dat dergelijke ogenschijnlijk kleine feitjes toch van belang blijken bij het plaatsen van Bakkers verhaal in een juist kader? Toen in mei 1940 het Duitse leger ons land binnenviel, werden alle omroepverenigingen: Avro, KRO, NCRV, Vara en VPRO, direct onder controle gesteld van de Rundfunkbetreuungsstelle (RBS). Men mocht het werk als vanouds voortzetten, mits er niet tegen Duitsland, de Führer en de Wehrmacht geageerd werd. Bovendien moesten alle uit te zenden teksten in tweevoud, in het Nederlands en in het Duits, vóór uitzending aan de RBS ter goedkeuring worden overgelegd. De omroepverenigingen accepteerden deze censuur zonder protest. Men legde zich zonder meer neer bij de bijzondere omstandigheden, woorden, die men nog vaak herhaald zou horen.