Vrij Nederland. Boekenbijlage 1981
(1981)– [tijdschrift] Vrij Nederland– Auteursrechtelijk beschermdVrij Nederland. Boekenbijlage 1981. Stichting Vrij Nederland, Amsterdam 1981
DBNL-TEI 1
Wijze van coderen: standaard
-
gebruikt exemplaar
scans aangeleverd door Vrij Nederland
algemene opmerkingen
Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van Vrij Nederland. Boekenbijlage 1981 uit 1981.
Nummer 4 (25 april 1981) ontbreekt in de gebruikte scan. Dit nummer is in deze digitale versie niet aangevuld.
De Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren beijvert zich voor het verkrijgen van toestemming van alle rechthebbenden; eenieder die meent enig recht te kunnen doen gelden op in dit tijdschrift opgenomen bijdragen, wordt verzocht dit onverwijld aan ons te melden (mailto:dbnl.auteursrecht@kb.nl).
redactionele ingrepen
Door het hele werk zijn koppen tussen vierkante haken toegevoegd.
Nummer 2
p. 6, 8, 14: in de gebruikte scan is een gedeelte van de tekst slecht leesbaar. De redactie heeft de tekst tussen vierkante haken aangevuld.
p. 14: in de gebruikte scan is een gedeelte van de tekst onleesbaar. In deze digitale versie is ‘[...]’ geplaatst.
p. 14: de regel ‘Vervolg op pagina 15’ is tussen vierkante haken toegevoegd.
Nummer 3
p. 52: ehtiek → ethiek: ‘de Japanse ethiek der samoerai’.
p. 58: stoon → staan: ‘laat hij Dionysus naast Apollo staan’.
p. 59: ditkan → dit kan: ‘hoe makkelijk Bolle dit kan laten aansluiten’.
p. 91: voor de leesbaarheid is het vervolg van het artikel ‘Schriftelijke cursus dichten 9’ bovenaan de pagina geplaatst, zodat het direct op het deel op de voorafgaande pagina volgt.
Nummer 5
Pagina's 22-23 ontbreken in de gebruikte scan. Ze zijn aangevuld uit het exemplaar uit de Koninklijke Bibliotheek Den Haag, signatuur: TG 33525.
p. 35: de bijschriften op deze pagina zijn in deze digitale versie bij de bijbehorende afbeeldingen geplaatst. Bijschrift 1, 2, en 3 zijn daarom verplaatst naar pagina 34.
Nummer 6
p. 2: in de gebruikte scan is een gedeelte van de tekst slecht leesbaar. De redactie heeft de tekst tussen vierkante haken aangevuld.
Nummer 7
p. 19: Omdat de afbeeldingen op deze pagina in deze digitale versie onder elkaar in plaats van naast elkaar zijn weergegeven, zijn de omschrijvingen uit het bijschrift op pagina 18 als onderschriften onder de bijbehorende afbeeldingen tussen vierkante haken herhaald.
Nummer 9
p. 71: voor de leesbaarheid is het vervolg van het artikel ‘Voorgoed verloren waardigheid’ bovenaan de pagina geplaatst, zodat het direct op het deel op de voorafgaande pagina volgt.
Nummer 10
p. 4, 8: in de gebruikte scan is een gedeelte van de tekst slecht leesbaar. De redactie heeft de tekst tussen vierkante haken aangevuld.
p. 4: in de gebruikte scan is een gedeelte van de tekst onleesbaar. In deze digitale versie is ‘[...]’ geplaatst.
Nummer 11
p. 2, 4, 5, 6, 7, 8, 10, 12, 18, 22, 28, 30: in de gebruikte scan is een gedeelte van de tekst slecht leesbaar. De redactie heeft de tekst tussen vierkante haken aangevuld.
p. 4, 5, 6, 7, 28, 30: in de gebruikte scan is een gedeelte van de tekst onleesbaar. In deze digitale versie is ‘[...]’ geplaatst.
p. 7: Brouwers ‘proza → Brouwers' proza: ‘De ‘energie’ van Brouwers' proza’.
p. 20: de regel ‘Vervolg op pagina 21’ is tussen vierkante haken toegevoegd.
Nummer 12
p. 2: in de gebruikte scan is een gedeelte van de tekst slecht leesbaar. De redactie heeft de tekst tussen vierkante haken aangevuld.
p. 21: de regel ‘Vervolg op pagina 22’ is tussen vierkante haken toegevoegd.
p. 25, 57: voor het oplossen van enkele in de gebruikte scan weggevallen gedeelten is gebruikgemaakt van het exemplaar uit de Koninklijke Bibliotheek Den Haag, signatuur: TG 33525.
Bij de omzetting van de gebruikte bron naar deze publicatie in de dbnl is een aantal delen van de tekst niet overgenomen. Hieronder volgen de tekstgedeelten die wel in het origineel voorkomen maar hier uit de lopende tekst zijn weggelaten. Ook de pagina's met advertenties (deel 1: 12, 13, 16, 17, 18, 22, 26, 40, 41, 48, 49, 56, 57, 64, deel 2: 16, 17, 20, 21, 24, 28, 32, 38, 40, 41, 44, 48, 49, 56, 61, 64, deel 3: 6, 16, 17, 24, 25, 26, 32, 33, 40, 41, 44, 48, 54, 55, 56, 57, 64, 65, 66, 70, 72, 73, 76, 78, 79, 80, 81, 84, 86, 87, 88, 94, 96, deel 5: 8, 9, 16, 17, 26, 27, 30, 31, 32, 36, 37, 42, 43, 48, 54, 56, 57, 60, 62, 63, 64, 66, 72, deel 6: 16, 17, 22, 23, 24, 25, 32, 33, 34, 35, 40, 41, 48, 49, 50, 56, 57, 64, deel 7: 13, 30, 31, 42, 48, deel 8: 13, 18, 19, 24, 32, 33, 36, 37, 42, 48, deel 9: 15, 16, 17, 20, 22, 23, 24, 25, 28, 36, 37, 39, 40, 41, 44, 45, 48, 52, 53, 56, 57, 63, 68, 69, 73, 80, deel 10: 16, 17, 21, 24, 32, 38, 39, 40, 41, 43, 44, 45, 46, 49, 50, 51, 59, 62, 63, 64, 68, 69, 74, 75, 79, 80, 84, 85, 87, 88, 89, 90, 91, 96, 97, 104, 105, 112, 113, 114, 115, 116, 117, 118, 119, 120, deel 11: 14, 16, 17, 24, 25, 26, 27, 32, 33, 37, 40, 41, 44, 48, 49, 50, 51, 56, 57, 60, 65, 71, 72, 73, 76, 77, 80, 81, 82, 88, 89, 94, 95, 96, 97, 104, 105, 106, 107, 111, 112, 113, 118, 119, 120, 121, 128, deel 12: 12, 16, 18, 19, 23, 26, 27, 32, 33, 40, 41, 48, 52, 53, 56, 60, 61, 63, 69, 74, 75, 80) zijn niet opgenomen in de lopende tekst.
[Deel 1, pagina 1]
Voorbije Dromen voor in een Jaszak
HET WAS ECHT!
James Avati
AVATI SCHILDERT POCKETOMSLAG, 1955
BOEKENBIJLAGE
Compleet en Onverkort
[Deel 1, pagina 3]
Bijvoegsel Vrij Nederland - Boekenbijlage 31 januari 1981
Amerika
is nu oud genoeg om heimwee te kunnen opwekken. Bij voorbeeld naar de jaren veertig en vijftig, toen de paperback met het pakkende omslag de States veroverde. Ed Schilders had een gesprek met een van de belangrijkste ontwerpers van de omslagen, James Avati/pag. 24 R. Ferdinandusse over dertig jaar Amerikaanse paperbacks: pag. 28
Harry Mulisch
sloeg in 1949 op de piano een toon aan en vervolgens zijn octaaftoon. Het resultaat van die handeling was een euforisch Eureka-gevoel. Dertig jaar na die gebeurtenis voltooide Mulisch zijn daaruit ontstane filosofie. Frans de Rover en Elmer Schönberger op pag. 4 en pag. 5
Joan Didion
schreef met haar bundel essays ‘The White Album’ een intellectuele bestseller in Amerika. Nienke Begemann over haar essays en romans op pag. 46
Carry van Bruggen
is precies honderd jaar geleden geboren (januari 1881) en al bijna vijftig jaar dood (1932), nu er een biografie over haar verschenen is. Diny Schouten las het boek van Ruth Wolf/pag. 14
Iwan Boenin
was de eerste Rus die voor zijn werk de Nobelprijs kreeg. Zijn bekroning kwam op een moment (1933) dat er in het Westen weinig belangstelling was voor een witte emigrant van aristocratische afkomst. Nu is zijn werk in het Nederlands vertaald. Kees Verheul op pag. 20
Jan Emmens
was tegen alles wat de wijsheid in pacht had, zich zelf incluis. Dat leverde poëzie op die weinig lyrisch is, en beeldarm. Toch schreef Emmens een poëzie die aangrijpend is. Willem Jan Otten op pag. 23
De Amerikaanse journalistiek
heeft jarenlang aan de leiband van de Amerikaanse politiek gelopen. Langzamerhand wordt de band wat losser. Lodewijk Brunt op pag. 32
Tom van Deel
bundelde zijn boekbesprekingen in het boek ‘Recensies’, dat hij noch van een inleiding, noch van een verantwoording vergezeld liet gaan. Toch blijkt zijn poëtica een consistente te zijn. Carel Peeters op pag. 8
Voorzitter Mao
en zijn leven worden gekenmerkt door geluk en list. Zo blijkt uit de eerste twee complete biografieën. Bart Tromp op pag. 52
A. Paul Weber
wordt beschoud als een van de grootste tekenende satirici. Hij geldt als een belangrijkste antifascistische kunstenaar. Koos van Weringh zet daar vraagtekens bij/pag. 34
En verder:
Maarten 't Hart over een nieuwe vertaling van Faulkner/pag. 38
Rudi van der Paardt over de antieke verhalen van Couperus/pag. 30
Frans Kellendonk over de recycling van John Barthes/pag. 54
Ieme van der Poel over de Franse invloeden op Du Perron/pag. 39
Gerda Meijerink over de reisverslagen van Jürg Federspiel/pag. 51
Bastiaan Bommeljé over een boek over politieke woelingen/pag. 37
Ursula den Tex over een reisverslag op pag. 45
Een nieuwe vertaling van Marcel Proust: Ed Jongma op pag. 42
Op het omslag: James Avati in zijn atelier. Omslagontwerp: Piet Schreuders, met dank aan John Legakes Redactie: Carel Peeters & Doeschka Meijsing (eindredactie), Rein Bloem, R. Ferdinandusse, Gerrit Komrij, Willem Jan Otten.
Lay out: Jaap Lieverse Kinderkrant op pag. 59, Hugh Jans op pag. 58 Jaap Vegter op pag. 63
[Deel 2, pagina 1]
VN VRIJ NEDERLAND
BOEKENNUMMER / 28 FEBRUARI 1981
[Deel 2, pagina 3]
Bijvoegsel Vrij Nederland - Boekenbijlage 28 februari 1981
Pieter Cornelisz Hooft
werd op 16 maart 1581 geboren. Naar aanleiding van de vierhonderdjarige geboortedag van deze veelzijdige dichter, historicus en bestuursambtenaar schreef Hella S. Haasse een biografie over Hooft, rijk geïllustreerd: Murk Salverda op pag. 47
Edmund Wilson
liet na zijn dood in 1973, 41 cahiers achter, waarin hij met koele aandacht het dagelijks doen en laten van hemzelf en anderen beschreef. Deze dagboeken blijken van een onthullende allure. Carel Peeters op pag. 4
Marguerite Yourcenar
is als eerste vrouw in de geschiedenis toegetreden tot de Académie Francaise. Voor dat dat zover was moest er nog het een en ander gebeuren. Toon van Severen schrijft over de gang van zaken en over het werk van Yourcenar/pag. 42
Annie Romein-Verschoor
heeft met engelengeduld meer dan vijftig jaar de problemen van het feminisme bezongen. Opnieuw zijn deze stukken van haar gebundeld in ‘Vrouwenwijsheid’. Over de samenstelling en rechtvaardiging van deze bundel: Diny Schouten op pag. 13
Horatius
schreef een leerdicht over de poëzie dat onder de naam Ars Poetica eeuwenlang toonaangevend was. Er is nu een nieuwe Nederlandse vertaling van verschenen: Rudi van der Paardt/pag. 54
Philippe Noble
is de vertaler van ‘Le pays d'origine’, Het land van Herkomst van E. du Perron. Hij kreeg voor zijn vertaling de Nijhoff-prijs. Ieme van der Poel had een gesprek met hem over Du Perron, het Parijse klimaat in de jaren '30 en de Nederlandse literatuur/pag. 29
Truman Capote
is de vader van de documentaire fictie, en wil deze kwalificatie niet afstaan aan Norman Mailer. Zo blijkt uit zijn nieuwe bundel verhalen/pag. 39
Gerrit Komrij
ontdekte een vergeten boek van een negentienjarige. De schrijver is ‘de merkwaardigste verschijning van het Jonge Wenen’ genoemd. Het boek gaat door voor een ‘van de mooiste poëtische documenten van het symbolisme’./pag. 10
Mark Twain
is een van de vele schrijvers die zich hebben bezig gehouden met het motief heer en knecht. Maarten 't Hart schetst de evolutie van dit literaire motief en ontdekt een opmerkelijke mutatie/pag. 18
En verder:
Frans de Rover over de verhalenbundel van L.H. Wiener/pag. 14
Nienke Begemann over het tweede boek van Maxine Hong Kingston/pag. 22
Gerda Meijerink over de macht van de vaders/pag. 25
Eddy Mielen over Helen Knopper/pag. 37
Leon de Winter over Peter Handke's Kindergeschichte/pag. 6
Rein Bloem over het proefschrift van Mosheuvel over Roland Holst/pag. 8
Bastiaan Bommeljé over Thorbecke's democratische schepping/pag. 52
Willem G. Weststeijn over Varlam Sjalamov/pag. 35
R. Ferdinandusse over de terugkeer van de Private Eye/pag. 26
Frans Boenders over Gerard Manley Hopkins/pag. 31
Door het nummer: tekeningen van Edward Lear Joost Roelofsz' Letterkundig Alfabet op pag. 9
Siegfried Woldhek: tekening van A. Roland Holst op pag. 8
Redactie: Carel Peeters & Doeschka Meijsing (eindredactie), R. Ferdinandusse, Rein Bloem, Gerrit Komrij, Willem Jan Otten.
Lay-out: Jaap Lieverse
Kinderkrant/pag. 57, Hugh Jans/pag. 62, Jaap Vegter/pag. 63
[Deel 3, pagina 1]
VN VRIJ NEDERLAND
boekenweek boekenbijlage 28 maart 1981
LOF DER DOMHEID
Een moderne bloemlezing
[Deel 3, pagina 2]
Vrij Nederland - Boekenbijlage 28 maart 1981
De lof der domheid
werd honderd jaar geleden gezongen door twee heren, Bouvard et Pécuchet romanfiguren van Gustave Flauberts gelijknamige roman. Het tweede deel van deze roman is nooit verschenen en had moeten bestaan uit een door de heren aangelegde verzameling domheden en gemeenplaatsen. Honderd jaar later wordt in deze Boekenbijlage dit gemis goed gemaakt: een eerste aanzet tot een moderne bloemlezing der domheid. Met een inleiding van Piet Grijs/Pag. 10
Willem Brakman
is de winnaar van de P.C. Hooftprijs 1980. Hij is een kenner van de negentiende-eeuwse literatuur en arts. Vandaar dat hij de aangewezen persoon was om een essay te schrijven over het boek ‘The Horror of Life’, een studie over schrijvers en venerische ziekten/Pag. 37
J.M.A. Biesheuvel
vervolgt in zijn nieuwe bundel verhalen zijn beproefde domesticatie-procédé: hij leidt de lezer de huiskamer binnen en vertelt hem vervolgens bizarre verhalen. Jan Fontijn/Pag. 60
Marguerite Yourcenar
wijdde een essay aan de Japanse schrijver Yukio Mishima, die op traditionele wijze leefde en zelfmoord pleegde. Heeft Yourcenar Mishima begrepen? Frans Boenders/Pag. 52
Cees Nooteboom
schreef ‘Een lied van schijn en wezen’, een novelle over een schrijver die zich zelf de moeilijkste vragen stelt over de relatie tussen beweging, tijd en waarneming. Einstein in Amsterdam. Doeschka Meijsing/Pag. 4
Nietzsche en Foucault
staan centraal in het proefschrift van Eric Bolle. Wat hebben deze filosofen gemeen? Willem Otterspeer over Nietzsche en Frankrijk/Pag. 58
Elizabeth Bowen
ziet er op de foto's uit als een beschaafde dame. Dat is ze ook, maar haar romans en verhalen zijn bij alle beschaving heel vrijmoedig. Maarten 't Hart/Pag. 49
Robert Graves
beschrijft in het nu vertaalde ‘Goodbye to All That’ (1929) zich zelf in de eerste drieëndertig jaar van zijn leven. Het is een vaarwel aan familie, kostschool en leger. Anthony Paul/Pag. 51
De taal der verliefden
is een taal die buiten alle systemen valt, schrijft Roland Barthes. Verliefdheid heeft geen geschiedenis, en wordt gekenmerkt door pure anarchie. Carel Peeters/Pag. 7
Kunsthistorici
werken nog steeds in een negentiende-eeuwse traditie. De nieuwe reeks Kunsthistorische Schriften probeert hierin veranderingen te brengen, ook al hebben de schrijvers ervan nog moeite met schrijven. Ella Reitsma over knarsetandend lezen/Pag. 42
J. Bernlef
probeert met zijn nieuwe boek De ruïnebouwer door te dringen tot het bewustzijn van een man die nog het meest van een vacuüm wegheeft: Albert Speer. Jacques Kruithof/Pag. 47
Nancy Friday
richtte een oproep aan mannen hun seksuele fantasieën op te schrijven en aan haar op te sturen. Het resultaat publiceerde zij in ‘Men in Love’. In love? Lodewijk Brunt/Pag. 34
[Deel 3, pagina 3]
Rijk de Gooyer
geniet faam als verteller van anekdoten waarbij niemand de ogen droog kan houden. In ‘Gereformeerd en andere verhalen’ zijn ze rijk vertegenwoordigd. R. Ferdinandusse/Pag. 30
Arthur van Schendel
wordt ‘de dansende burger’ genoemd. Zijn werk wordt bij voortduring herdrukt, maar betekent dat ook een groter begrip? Charles Vergeer/Pag. 35
De Exil-bibliotheek
van Allert de Lange geeft werk uit van Duitse schrijvers die over de hele wereld in ballingschap gingen. Als eerste in deze nieuwe reeks verscheen een boek van Irmgard Keun, een liberale socialiste. Gerda Meijerink/Pag. 21
Het zondagskind
in de Nederlandse politiek is prof. dr. J.E. de Quay. In de laatste bundel politieke portretten van Jan Rogier neemt hij een prominente plaats in. Wim Thomassen over Rogier en de politieke beeldvorming/Pag. 62
Eefje Wijnberg
debuteert met ‘Een meisjesleven’ als een vlot vertelster. Een nieuw boek in het genre van de openhartigheidsliteratuur. Eddy Mielen/Pag. 83
Patrick Modiano
schreef met ‘Une jeunesse’ zijn meest onpersoonlijke roman. Het toneel van de jaren dertig en de oorlog is nu definitief verdwenen. Ed. Jongma/Pag. 29
Literatuur
wordt ook bestudeerd. Na het beruchte boek van Frank C. Maatje (Literatuurwetenschap) is nu een nieuwe inleiding verschenen, geschreven door een driemanschap. Voor de nieuwe Huizinga-lezing? R. van der Paardt/Pag. 82
Anna Achmatova
kan beschouwd worden als een van de grootste dichters van Rusland. Een keuze uit haar werk verscheen in vertaling. Willem Weststeijn/Pag. 75
Henri Knap
schreef het Boekenweekgeschenk 1981. Een verhaal over een fietstocht in 1943, dat een sterk beroep doet op sentimenten. Frans de Rover/Pag. 27
Thomas Bernhard
schreef het vierde deel van zijn autobiografische romans: ‘Die Kälte’. Het begint Hans W. Bakx op te vallen dat Bernhard eigenlijk steeds hetzelfde boek schrijft/Pag. 74
Raster 16
is voor een groot deel gewijd aan de schilder Francis Bacon. J.F. Vogelaar zegt in een lang essay dat Bacon laat zien wat de civilisatie verdonkeremaant. Cyrille Offermans/Pag. 67
Jocelyn François
kreeg vorig jaar de Prix Femina voor haar roman ‘Joue-nous “Espana.”’ Bestaat er dan toch een vrouwelijke manier van kijken? Ieme van der Poel/Pag. 71
De Gids
verschijnt deze week met een nummer gewijd aan de verschillen tussen de Amerikaanse en Nederlandse literatuur, naar aanleiding van een polemisch stuk van Ton Anbeek. Twintig schrijvers en critici repliceren. In deze boekenbijlage antwoordt Ton Anbeek zijn mede- en tegenstanders. Solipsisme of actualiteit in de literatuur?/pag. 18
Redactie: Carel Peeters & Doeschka Meijsing (eindredactie), R. Ferdinandusse, Rein Bloem, Gerrit Komrij, Willem Jan Otten.
Siegfried Woldhek: J. Bernlef/pag. 47, J.M.A. Biesheuvel/pag. 60
Roelofsz' Letterkundig Alfabet-E, pag. 9
Omslagtekening: Hans Schabracq
Uitverkoren, pag. 23 Door het nummer: tekeningen van Grandville.
Lay-out: Charlotte Fischer
Kinderkrant/pag. 89 Hugh Jans/pag. 93 Jaap Vegter/pag. 95
Vrij Nederland, Raamgracht 4, 1011 KK Amsterdam
[Deel 5, pagina 1]
VN VRIJ NEDERLAND
BOEKENBIJLAGE 23 MEI 1981
[Deel 5, pagina 3]
Vrij Nederland - Boekenbijlage 23 mei 1981
Maurice Sendak
is een kinderboekenschrijver en tekenaar waarover ouders het eens zijn: moet je kinderen in bed zien te krijgen, neem een boekje van Sendak. Hij maakte veel kinderboeken en de bekendste zijn die over Kleine Beer, de beer die ondeugende kusjes wisselt met een kip. Over Sendak verscheen een monumentaal boek. Ella Reitsma/pag. 18
H.A. Gomperts
legt dit jaar zijn hoogleraarschap in de Nederlandse letterkunde neer. Tegelijk verschijnen de eerste twee delen Intenties, boeken waarin hij essays en kritieken bij elkaar brengt die hij in een periode van vijfendertig jaar heeft geschreven/pag. 4
John O'Hara
was een Amerikaans schrijver van menige bestseller. Hij was ook een van de vaste auteurs van The New Yorker. Toch maakte dit alles zijn leven niet tot een feest, zo blijkt uit de biografie van Frank S. MacShane. R. Ferdinandusse/pag. 22
E. du Perron
kon zich in de jaren twintig nog permitteren boekjes in eigen beheer uit te geven. Zo gaf hij vijf deeltjes Cahiers van een lezer uit, die later in enigszins gewijzigde vorm in zijn Verzameld Werk zouden worden opgenomen. De oorspronkelijke Cahiers zijn nu in facsimile herdrukt. Jan Fontijn/pag. 34
Aphra Behn
was de eerste professionele Engelse toneelschrijfster. Zij leefde in de zeventiende eeuw en spreidde een ongewoon vernuft en onbevangenheid tentoon. Over haar verscheen een biografie. Diny Schouten/pag. 10
John Kennedy Toole
kreeg dit jaar posthuum de Pulitzer Prize voor een roman die geen enkele Amerikaanse uitgever vijftien jaar geleden wilde uitgeven. Hoe groot hun vergissing was beschrijft Anthony Paul/pag. 49
P.C. Wodehouse
schreef veel, maar maakte het zich zelf niet gemakkelijk. Het bedenken van een goede plot, het schrijven, herschrijven en polijsten was zijn ware passie. De drie autobiografische boeken van zijn hand zijn in één deel uitgegeven. Ze geven een portret van waarachtige onschuld. Martin Koomen/pag. 25
P.A. Daum
was een Nederlands-Indische schrijver en feuilletonist. Na een deeltje over hem als Kwartaalschrift van De Engelbewaarder is nu weer een boek van hem herdrukt: Oboe Akbar. Over het naturalisme en de objectiviteit van Daum: Ton Anbeck/pag. 40
Alfred Kossmann
situeert zijn nieuwe roman Hoogmoed en dronkenschap op een van de Griekse eilanden. Dat deed hij eerder en zijn personages zijn ouder geworden. Frans de Rover/pag. 14
En verder:
Maarten 't Hart over de verhalen van Victor Astafjev/pag. 33
Willem Otterspeer over de essays en interviews van Boenders/pag. 38
Kees Verheul over de gedichten van Joseph Brodsky/pag. 52
Hans W. Bakx over het vroege proza van Peter Rosei/pag. 6
Maarten van Buuren over Witold Gombrowicz en Ferdydurke/pag. 39
Ed Jongma over De luimen van Koning Salomon van Emile Ajar/pag. 12
Frans Boenders over de Amerikaanse dichter E.E. Cummings/pag. 57
Rein Bloem over vertaalde poëzie/pag. 61
Wouter Donath Tieges over de eerste roman van F.C. Delius/pag. 50
Rudi van der Paardt over nieuwe Synthese-delen/pag. 46
Ivan Wolffers over een apocalyptische ziekenhuisroman/pag. 44
Tekeningen van Siegfried Woldhek: Alfred Kossmann/pag. 14, H.A. Gomperts/pag. 4
Joost Roelofsz Letterkundig Alfabet, de letter G/pag. 7. Ter gelegenheid van de uitreiking van de P.C. Hooftprijs aan Willem Brakman staat de letter H op het omslag.
Door het nummer: een getekend verhaal van Maurice Sendak Redactie: Carel Peeters, Doeschka Meijsing, Willem Jan Otten (eindredactie), R. Ferdinandusse, Gerrit Komrij, Rein Bloem.
Lay-out: Jaap Lieverse Kinderkrant/pag. 67, Hugh Jans/pag. 65, Jaap Vegter/pag. 71
[Deel 6, pagina 1]
VN VRIJ NEDERLAND
MARSMAN
Brakmans ansichten |
Habermas' vooruitgang |
Kunerts montere wanhoop |
Strindbergs verweer |
Christina Rossetti |
Büchs Blauwe Salon |
K.L. Polls essays |
Het lezende kind |
De nieuwe Philip Roth |
boekenbijlage 20 juni 1981
[Deel 6, pagina 3]
Vrij Nederland - Boekenbijlage 19 juni 1981
H. Marsman
heeft de legende om zich heen van de eeuwige jonge dichter die zich steeds wilde vernieuwen. Over Marsmans literaire en maatschappelijke opvattingen schreef Jaap Goedegebuure een proefschrift, waarvan deel twee geheel bestaat uit archieven komende gedichten, brieven en documenten. Over een dichtersleven: Carel Peeters/pag. 4
August Strindberg
was een verwoed tegenstander van de vrouwenbeweging in Zweden. De enige plaats waar een man tot zijn recht kon komen was het gezin. Henri Wijsbek/pag. 28
K.L. Poll
is een van de schaarse negentiende-eeuwse moralisten uit ons taalgebied. In zijn essay-bundel ‘Wennen aan vrede’ klinkt nooit een woord van hem hoger dan het andere en zelden windt hij zich op. Frans Boenders/pag. 21
Eric Ambler
is een erkende meester in het thriller-genre, ook Graham Greene roemde hem als zodanig. In koele, dodelijke proporties beschrijft Ambler in zijn nieuwste boek de wereld op de rand van een volgende oorlog. R. Ferdinandusse/pag. 10
Wonders
is een dik boek boordevol verhalen voor kinderen. Honderdzevenentwintig Amerikaanse auteurs werd gevraagd speciaal een verhaal te maken ‘voor het kind in henzelf’. Wat gebeurt er eigenlijk als het kind leest? Doeschka Meijsing/pag. 13
Willem Brakman
formuleerde zijn visie op het schrijverschap zelden zo pregnant als in zijn nieuwste boek ‘Ansichten uit Amerika’. Hoe afwezig behoort de schrijver in zijn boek te zijn? Frans de Rover/pag. 11
Günter Kunert
is met zijn vertrek uit de DDR misschein van de regen in de drup gekomen, maar compromissen hoeft hij nu niet meer te sluiten. Getuige zijn ‘Verspätete Monologe’ houdt hij het met montere wanhoop vol. Gerda Meijerink/pag. 39
Philip Roth
schreef met ‘Zuckerman Unbound’ over een joodse Prometheus die tegen zijn vader opstaat. Zuckerman, schrijver van een succesboek, zoals Roth zelf met ‘Portnoys Complaint’. Nienke Begemann/pag. 19
Rainer Maria Rilke
schreef met ‘De aantekeningen van Malte Laurids Brigge’ een roman die door zijn achronologische vertelwijze als de voorloper wordt beschouwd van de moderne roman à la Musil, Joyce en Proust. Over Brigge, een dichter en laatste telg uit een adellijk Deens geslacht: Wil Rouleaux/pag. 36
Boudewijn Büch
debuteerde als romancier met ‘De blauwe salon’, een levensbeschrijving van een op jeugdige leeftijd overleden jongeman. Maarten 't Hart las het, met kritiek en plezier/pag. 15
En verder:
Ieme van der Poel over Montaigne pag. 27
De correspondentie van Valéry Larbaud: Ed Jongma pag. 45
Diny Schouten over de dichteres Christina Rossetti/pag. 7
Anthony Paul over een fabelachtige roman over India/pag. 38
Over politieke prenten: Hans Mulder pag. 43
Rein Bloem over de vertaalde poëzie van Antonio Porta/pag. 47
Cyrille Offermans over Jürgen Habermas/pag. 53
Het letterkundig alfabet van Joost Roelofsz: de letter i /pag. 9
Kinderkrant/pag. 58, Hugh Jans/pag. 62, Jaap Vegter/pag. 63
Door het nummer: een getekend verhaal van Maurice Sendak uit ‘The Art of Maurice Sendak’
Redactie: Carel Peeters & Doeschka Meijsing (eindredactie) Rein Bloem, Gerrit Komrij, R. Ferdinandusse, Willem Jan Otten
Omslag: Tom Blits. Lay-out: Charlotte Fischer.
[Deel 7, pagina 1]
VN VRIJ NEDERLAND
BOEKENBIJLAGE 18 JULI 1981
[Deel 7, pagina 3]
Vrij Nederland - Boekenbijlage 18 juli 1981
Roland Topor
maakte de tekening op de omslag van deze Boekenbijlage ter gelegenheid van de tentoonstelling van zijn werk in Amsterdam. Hij is een hartstochtelijk maker en illustrator van boeken. Aan de tientallen boeken die hij zelf publiceerde of voor anderen illustreerde werd onlangs een uitgave van twee romans van Boris Vian toegevoegd. Een aantal tekeningen die hij daarvoor maakte zijn afgedrukt op pagina 19.
Elly de Waard
publiceerde haar derde dichtbundel: Furie. Zij blijkt daarin een van de zeldzame uitgesproken lyrische dichters te zijn. Het probleem van de lyriek: Willem Jan Otten/pag. 5
Stendhal
was een luciede schrijver, zo blijkt uit een mooie bloemlezing uit zijn brieven die in de reeks Privé-Domein is verschenen. Joyce & Co vertaalde en maakte een keuze uit zijn zakelijke, liefdes- en pedagogische brieven/pag. 35
Thomas Graftdijk
schreef tot nu toe alleen poëzie. Zijn prozadebuut is een maniëristisch hoogstandje met bijzondere trekken. Hans W. Bakx/pag. 4
Erotische verhalen
werden door een groot aantal vrienden van Theo Sontrop geschreven ter gelegenheid van zijn vijftigste verjaardag. Het genre bezorgt de Nederlandse schrijvers nogal wat hoofdbrekens/pag. 8
Paul Verlaine
is een dichter wiens kleurrijke leven wel eens de aandacht voor zijn gedichten wil verdringen. Een biografie en een plaatsjesalbum versterken dat misschien, maar kunnen de poëzie ook terugbrengen in de aandacht. Ieme van der Poel/pag. 16
Een visueel woordenboek
is een woordenboek van beeldtaal die gebruikt wordt in reclame. Elke decade blijkt zijn eigen cliche's, elke onderwerp zijn vaste attributen te hebben. Piet Schreuders/pag. 26.
De kubus van Rubik
had ook Maarten 't Hart een week lang in zijn ban. Het magische blokje beheerst deze zomer vele breinen. Over een handleiding/pag. 21
Veldmaarschalk Montgomery
was een militair over wie veel verhalen de ronde doen, komische, tragische en eervolle. Ze komen ter sprake in het eerste deel van een omvangrijke biografie. Kees Schaepman/pag. 33
En verder:
Leon de Winter over een dubieuze legende van Ulrich Plenzdorf/pag. 38
Arend Slagman over de vertaalde poëzie van Georg Trakl/pag. 14
Koos van Weringh over Nederland als Exil-land/pag. 40
Ton Anbeek en Dawn Foor over Het verloren weekend /pag. 24
Marian Husken over Claire Sterlings boek over terrorisme/ pag. 22
Maarten Steenmeijer over Cela en de nieuwe Márquez/pag. 32 en 20
Ton Anbeek over Frans Coenen en Marcellus Emants/pag. 9
Diny Schouten over essays van Virginia Woolf/pag. 10
Percy B. Lehning over Bart Tromps ideologiekritiek/pag. 28
Redactie: Carel Peeters, Doeschka Meijsing, Willem Jan Otten a.i. (eindredactie), R. Ferdinandusse, Gerrit Komrij, Rein Bloem.
Roelofsz' Letterkundig Alfabet, letter J/pag. 7
Siegfried Woldhek tekent Thomas Graftdijk/pag. 4
Door het nummer: tekeningen van Topor; Lay-out: Jaap Lieverse Kinderkrant/pag. 43, Jaap Vegter/pag. 47
[Deel 8, pagina 1]
22 augustus 1981
BOEKENBIJLAGE
VN VRIJ NEDERLAND
[Deel 8, pagina 3]
Vrij Nederland - Boekenbijlage 22 augustus 1981
Herman Gorter
schreef in zijn socialistische tijd poëzie die nauwelijks bekend is en een slechte pers kreeg. Jacob Groot heeft grote bewondering voor Gorters poëzie uit deze periode. Hij schreef er een Synthese-deeltje over en trad op als tekstbezorger van de liedjes. Jacques Kruithof over Jacob Groot als filoloog op pag. 4
Abroad
was voor de Engelsen tussen de twee wereldoorlogen het toverwoord dat hun droom moest waarmaken. Met grote hartstocht bereisden ze het buitenland. Hans Keller over heel literair Engeland op het continent/pag. 26
Kester Freriks
maakt in zijn nieuwe roman een diepe buiging voor de Duitse dichter Hölderlin, die het grootste deel van zijn leven opgesloten in een toren verbleef. Een hoofdpersoon in de schaduw van Hölderlin/pag. 6
In Anger
heet de studie van Robert Hewison over het culturele klimaat in Engeland van 1945 tot 1960. Troosteloosheid, misère en koude oorlog bepaalden volgens Hewison de sfeer. Was het wel zo bar?/pag. 25
Ed Leeflang
schreef een nieuwe bundel ‘Bewoond als ik ben’. Ook in deze bundel toont de dichter weer zijn angst voor ‘één kunstzinnig woord’. Hoe zit het met de spanning in het werk van Leeflang? Willem Jan Otten op pag. 14
Muriel Spark
beleefde haar beste jaren toen uitgeverij Contact haar boeken in vertaling bracht, inmiddels vijftien jaar geleden. Nu heeft ze haar zestiende roman geschreven, spelend in het Londen van 1950/pag. 23
Literatuursociologie
is een vak dat sinds de studentenrevoltes een vaste status op de universiteiten verworven heeft. Hoe zien de richtingen in dit vak eruit?/pag. 28
Peter Brusse en Ed. van Thijn
ontmoetten elkaar tijdens hun vakantie in een klein Italiaans bergdorp. Ze zetten zich gezamenlijk rond een fles chianti en schreven een ‘zomerthriller’. Over deze en andere thrillers en detectives/pag. 10
De denazificatie
van Duitsland na de bevrijding is nooit goed op gang gekomen. Incompetentie, bureaucratisch oponthoud en regelrechte boycot van de kant van de geallieerden waren daar schuld aan. Kees Schaepman op pag. 16
Vergeten Boeken
van Gerrit Komrij gaat dit keer over Thomas Lovell Beddoes, ‘The Last Elizabethan’ door Lytton Strachey genoemd. /pag. 20
En verder
Rob Sijmons over de gevolgen van Little Boy en Fat Man op pag. 17
Gerda Meijerink over een melancholie voor gevorderden/pag. 40
Percy Lehning over het onderscheid tussen feiten en waarden/pag. 34
De opleving van de Amerikaanse droom: Bart Driessen op pag. 38.
En Roelofsz' Letterkundig alfabet, letter K/pag. 7
Redactie: Carel Peeters & Doeschka Meijsing (eindredactie) Rein Bloem, R. Ferdinandusse, Gerrit Komrij en Willem Jan Otten.
Door het nummer: tekeningen uit Dancing Cats van Edward Gorey
Omslag en lay-out: Charlotte Fischer
Kinderkrant/pag. 43 Hugh Jans/pag. 41 Jaap Vegter/pag. 47
[Deel 9, pagina 1]
VN VRIJ NEDERLAND
BOEKENBIJLAGE 19 SEPTEMBER 1981
[Deel 9, pagina 3]
Vrij Nederland Boekenbijlage 19 september 1981
Opperlands
is niet de taal van de hoogstgeplaatsten in de laagste landen, maar Opperlands is Nederlands met vakantie. Opperlands is Nederlands zonder het akelige nut dat aan die taal nu eenmaal kleeft. De bekende schrijver Battus heeft eindelijk zijn boek over deze taal gepubliceerd. Hij kan tevreden zijn nu de Wet van wit en wat, de Wet van Hoyle-Boyle, de U-klucht, het IJ-rijm en vele andere eigenaardigheden zijn vastgelegd. Een deskundige geeft zijn oordeel: H.J. Verkuyl/pag. 4
Leslek Kolakowski
schreef een Geschiedenis van het marxisme in drie delen. Het tweede, nu in het Nederlands vertaalde deel, behandelt de periode van de Tweede Internationale, het reformisme en het leninisme. Bart Tromp/pag. 12
John Irving
is de schrijver van The World According to Carp, een veelgekocht boek in Amerika en Nederland. Irvings nieuwe roman, The New Hampshire Hotel, is een bizarre familieroman. Ed Schilders/pag. 38
Maarten 't Hart
publiceerde De zaterdagvliegers, een bundel verhalen die hij schreef tussen zijn romans ‘De aansprekers’ en ‘De droomkoningin’. Deze nieuwe verhalen zijn tekenend voor 't Harts schrijversschap: over een schrijverscredo en het verhaal als polemiek. Carel Peeters/pag. 32
Peter Weiss
voltooide zijn driedelige reeks Die Ästhetik des Widerstands, een project waaraan hij tien jaar werkte. Tegelijk met dit derde deel gaf hij zijn aantekenboeken uit. Cyrille Offermans/pag. 54
Nadine Gordimer
is een met grote regelmaat publicerende romanschrijfster uit Zuid-Afrika. Elke nieuwe roman is een bijtende en moedige analyse. Zo ook ‘July's people’. Nienke Begemann/pag. 70
Joost Roelofsz
zet zijn getekende alfabet in de volgende Boekenbijlage voort met de letter L. Hij maakte een kinderboek over tegenstellingen: vies/schoon, groot/klein, dik/dun. Wie weg wil smelten moet het aanschaffen. Doeschka Meijsing/pag. 64
En verder:
Ton Anbeek en Dawn Foor over Slapeloze nachten van Elisabeth Hardwick/pag. 62
R. Ferdinandusse over nieuwe detectives en harde verhalen/pag. 26
Rudi van der Paardt over Kruithof, Brems en Dinaux/pag. 58
Percy Lehning over Bernstein en het democratisch socialisme/pag. 46
Henri Wijsbek over de Zweedse schrijver Per Lindqvist/pag. 60
Rein Bloem over Michel Leiris en Lela Zečkovic/pag. 49, 71
Ursula den Tex over vrouwen in het Victoriaanse tijdperk/pag. 66
Jan Fontijn over John Stuart Mill/pag. 34
Jean-Marie Noël over Denis Diderot/pag. 34
Wil Rouleaux over Jean Paul/pag. 50
Diny Schouten over Juliette Drouet en Victor Hugo/pag. 8
Redactie: Carel Peeters & Doeschka Meijsing (eindredactie), R. Ferdinandusse, Gerrit Komrij, Rein Bloem en Willem Jan Otten.
Door het nummer: tekeningen uit Masters of Caricature (zie pagina Siegfried Woldhek tekent Battus/pag. 4
Lay-out en omslag: Jaap Lieverse
Kinderkrant/pag. 75, Hugh Jans/pag. 74, Jaap Vegter/pag. 79
[Deel 10, pagina 1]
VN VRIJ NEDERLAND
BOEKEN BIJLAGE 17 OKTOBER 1981
[Deel 10, pagina 2]
Vrij Nederland Boekenbijlage 17 oktober 1981
De schrijver doet het met zijn pen.
Deze uitspraak is minder vanzelfsprekend dan men denkt. Nog nooit is er zoveel belangstelling voor literatuur en boeken geweest, maar neemt de aandacht voor de persoon van de schrijver de laatste tijd niet een wat overdreven plaats in? Heeft het literair café het zolderkamertje vervangen? Zijn er nog boeken die niet gesigneerd zijn? De conservator van het Letterkundig Museum, Anton Korteweg, vraagt het zich af op pagina 98. De Zuidamerikaanse schrijver Gabriel García Marquez schrijft over een vergelijkbare kwestie: het geïnterviewd worden. Wat vertel je, en wat komt ervan in de krant?/Pag. 14
She-wits
zijn Amerikaanse schrijfsters van columns en essays. Ze zijn de erfgenamen van Dorothy Parker en daarom scherp van tong en niet bang: Fran Lebowitz, Nora Ephron, Cyra McFadden en anderen. Doeschka Meijsing/pag. 8
Henry James
is een van de weinige beroemde Amerikaanse schrijvers waarvan niets in het Nederlands was vertaald behalve een korte novelle. Frans Kellendonk is een groot bewonderaar van zijn werk en vertaalde een lijvige roman: ‘De moeilijke jaren.’ Kees Verheul/pag. 33
Alice Liddell
was het meisje dat Lewis Caroll inspireerde tot het schrijven van Alice in Wonderland. Wie was zij? Was zij wat Carroll van haar maakte? Een biografie van Anne Clark probeert deze vragen te beantwoorden. Carel Peeters/pag. 4
Robert Walser
is een soort Duitse Nescio. Jeroen Brouwers vertaalde, na ‘Fritz Kochers opstellen’, de dagboekroman ‘Jacob von Gunten’, die Walser op eenendertigjarige leeftijd schreef en als zijn beste werk beschouwde. Wil Rouleaux/pag. 18
De slaapkamer van de British Library
wordt gevormd door de erotica-collectie, ook bekend als The Private Case. Deze collectie was lange tijd niet toegankelijk voor gewone stervelingen, maar is onlangs toch opengesteld. Elke grote bibliotheek heeft zo'n geheime afdeling, zo blijkt uit een beschouwing naar aanleiding van de eerste catalogus van deze unieke collectie. Ed Schilders/pag. 78
Rudy Kousbroek
schreef een beeldroman op basis van intrigerende negentiende-eeuwse gravures. Wat is het geheim van dit raadselachtige boek? Nienke Begemann begaf zich in de geheime wereld van het denken in het huwelijk tussen de quantumfysica en Parsifal/pag. 22
Milan Kundera
is een Tsjechische schrijver die sinds 1975 in Parijs woont en werkt. Bij het verschijnen van zijn tweede boek in Nederlandse vertaling had Jan Siebelink een gesprek met hem. De Russische bezetting, het lachen en de vergetelheid/pag. 53
Louis-Ferdinand Céline
schreef na de Tweede Wereldoorlog de roman ‘Van het ene slot naar het andere’. Na ‘Moord op krediet’ vertaalde Frans van Woerden deze roman waaruit de gespletenheid van Céline onmiskenbaar blijkt. Ed. Jongma/pag. 54
[Deel 10, pagina 3]
Joyce Carol Oates
is een Amerikaanse schrijfster. Zij schreef al tientallen boeken waarvan alleen nog maar een bundel verhalen in het Nederlands uitkwam. Frans Boenders schrijft over het karakter van haar werk naar aanleiding van de nieuwe roman ‘Angel of Light’/pag. 82
De mannelijke seksualiteit
staat lijnrecht tegenover de vrouwelijke, althans volgens Shere Hite. Zij verzamelde een ongelooflijke hoeveelheid uitspraken van mannen over hun intieme verlangens. Hite distilleert er haarfijn haar eigen mening uit. Aldus Lodewijk Brunt/pag. 26
Jacqueline Royaards-Sandberg
schreef honderden brieven aan Lodewijk van Deyssel en beschouwde hem als haar leermeester. Deze freule worstelde haar hele leven tegen een vooroordeel: dat een freule niet echt van kunst kan houden. Diny Schouten/pag. 92
‘The White Hotel’
staat op de nominatie voor de Engelse Booker Prize. Deze roman van D.M. Thomas ligt in grote stapels als Penguin in de boekhandels. Hij behelst een morbide huwelijk tussen seks en concentratiekamp-ellende. Ton Anbeek en Dawn Foor/pag. 81
Glen Baxter
is een Engelse tekenaar. Hij maakte het omslag van deze boekenbijlage. Bij Jonathan Cape verschijnt eind oktober een nieuw boek van hem waaruit in deze bijlage een aantal tekeningen is afgedrukt: ‘The Impending Gleam’.
‘Het goede leven’
is de titel van de essays die Lodewijk en Emma Brunt schreven over de veranderende moraal van deze tijd. Bhagwan, zelfdodingschic, stervensbegeleiding, ‘het vrijen voorbij’ en vele andere moderne kwesties komen aan de orde. Ontmaskeren de auteurs de werkelijkheid of de beelden? / Hans Achterhuis / pag. 10
A.C. Baantjer
is vijfentwintig jaar rechercheur op het Bureau Warmoesstraat en schreef vierentwintig detectives over De Cock. Een jubileum. R. Ferdinandusse/pag. 6
Tom Pauka en A.L. Boom
de een schreef een roman, de ander een nieuwe bundel met stukken uit ‘De Tijd’. Tom Pauka noteert wat hij ziet, A.L. Boom wat hij voelt. Frans de Rover/pag. 36 en pag. 30
En verder:
Percy Lehning over Foucault en de filosofie van de macht pag./72
Maarten 't Hart over de Zweedse schrijver Eyvind Johnson/pag. 48
Wouter D. Tieges over Ludwig Fels/pag. 42
Kees Schaepman over het brievenboek van Jack Henry Abbott/pag. 60
Anthony Paul over het Iran-Reisboek van V.S. Naipaul/pag. 65
Gerda Meijerink over Gabriele Wohmann/pag. 66
Koos van Weringh over de brieven van Gerretson en Geyl/pag. 29
Rein Bloem over de essays van Jan Siebelink/pag. 20
Lex Runderkamp over de herdruk van Twen/Taboe/pag. 86
Arend Slagman over de nieuwe dichtbundel van Hans van Pinxteren/pag. 13
Hans Mulder over het tijdschrift De schone zakdoek/pag. 71
Gerrit Jan Zwier over de Zuidzee van Melville en Stevenson/pag. 102
Joost Roelofsz zet zijn Letterkundig Alfabet niet in dit, maar het volgende nummer voort. ‘Uitverkoren’ staat op pag. 15
Redactie: Carel Peeters & Doeschka Meijsing (eindredactie) Rein Bloem, R. Ferdinandusse, Gerrit Komrij en Willem Jan Otten.
Lay-out: Tom Blits, Jaap Lieverse en Charlotte Fischer Kinderkrant/pag. 107, Hugh Jans/pag. 106 Jaap Vegter/pag. 111
[Deel 11, pagina 1]
VN VRIJ NEDERLAND
november 1981
boekenbijlage
[Deel 11, pagina 2]
Vrij Nederland - Boekenbijlage 21 november 1981
Jeroen Brouwers
schreef het vervolg op ‘Het Verzonkene’: ‘Bezonken rood’. In dit boek heeft de paradijstuin van het vooroorlogse Nederlands Indië plaatsgemaakt voor het rijk van Pandorra van de Japanse kampen. Een klaagzang. Carel Peeters op pag. 7
Bertolt Brecht
was in zijn jonge jaren nog niet de theoreticus van het toneel en van de wereld die hij later zou worden. Zijn dagboeken uit de jaren 1920-'22 tonen een energieke Brecht die genoeg heeft van de vette Duitsers en droo[mt] van Amerika. Cyrille Offermans op pag. 78
F. Springer
is de schrijver die twee jaar geleden in een enquête in de Boekenbijlage [de] meest onderschatte schrijver werd genoemd. Hij timmert weinig aan de weg. Ad Zuiderent laat zien hoe Springers nieuwste roman ‘Bougainville’ een meesterstukje van compositie is/pag. 4
John Osborne
de Engelse toneelschrijver van ‘Omzien in wrok’, is nog niet zo oud, maar schreef al het eerste deel van zijn autobiografie. Daarin ziet hij ongenadig om naar de jaren die achter hem liggen. Anthony Paul op pag. 116
Botho Strauss
schreef een nieuw boek, ‘Paare, Passanten’, notities waarin Strauss als een antropoloog van de geest de Westerse samenleving onder de loep neem Leon de Winter op pag. 46
Baby Love
is het debuut van de Amerikaanse schrijfster Joyce Maynard, waarin zij op ironische manier de droom en de werkelijkheid van het verschijnsel ‘[de] teenage-moeders' beschrijft. Ton Anbeek en Dawn Foor/pag. 61
Het Pentagon
is de plaats waar de militaire beslissingen genomen worden, maar niet e plaats waar helderheid of eenstemmigheid heerst. James Fallows schreef een boek over de misverstanden, de eenzijdige informatie en het regelrechte bedrog/pag. 58
Etty Hillesum
hield van het begin van de oorlog tot en met haar deportatie uit Westerbork een dagboek bij, een aangrijpende getuigenis. Sal Santen/pag. 45
Tony Morrison
hield op het ‘American Writers Congress’, waar drieduizend schrijvers bijeen waren, een hartstochtelijk pleidooi voor verbetering van de positie van de schrijver. Wat heeft de overheid voor haar literatuur over? pag. 52
Edith Sitwell
was een wandelend hoogaltaar vanwege haar excentrieke garderobe en de toorn die van dat altaar afwalmde zodra iemand haar poëzie of levenswandel wenste te bekritiseren. Diny Schouten op pag. 108
Peter Rosei
doet in zijn nieuwe boek ‘Die Milchstrasse’ de uitspraak: ‘waar alles in het midden is, verliest de plaats haar betekenis’. Hans Bakx over een boek waar de personages als sterren in de melkweg dolen/pag. 30
[Deel 11, pagina 3]
Elvis Presley
gold nog jaren na zijn dood als ‘the all-american boy’. Langzamerhand begint de mythe rond het idool af te brokkelen. Hoeveel blijft er over van Elvis na het lezen van het boek van Albert Goldman?/pag. 90
Ian McEwan
haalde met zijn nieuwe roman ‘De troost van vreemden’ net niet de Booker Prize. Niettemin is de roman een knappe verbeelding van ‘de sexuele macht als allegorie van alle macht’. Doeschka Meijsing op pag. 5
Venetië
is de stad die maar beter tot de dromen kan blijven behoren, sinds John Ruskin haar voorgoed in dat gebied inlijfde. Over de toeristen en de kunstenaars, het verval en de decadentie: Joyce & Co op pag. 68
Joop van den Broek
schreef met zijn ‘Afrekening in Paramaribo’ zijn sterkste thriller tot nu toe. Een grimmige kijk op het Suriname van ná de sergeanten: R. Ferdinandusse op pag. 15. Andere thrillers en private-eyes op pag. 38
Hans Warren
wiens ‘Gedichten 1941-1981’ en ‘Geheim Dagboek’ zijn uitgekomen, is de dichter die nooit in een bepaalde stroming heeft thuisgehoord. Hoe handhaafde de jonge dichter zich in zijn Zeeuws isolement? Jacques Kruithof op pag. 34. Hoe was de ontwikkeling van zijn dichterschap? pag. 36
Aleksandr Zinovjev
de schrijver van ‘Gapende hoogten’, een grootscheepse satire op het Sovjet-communisme, was ter gelegenheid van het verschijnen van de Nederlandse vertaling in Nederland. Willem G. Weststeijn sprak met hem/pag. 11
J. Kneppelhout
was in zijn tijd het buitenbeentje in de gevestigde orde. Zijn tijdgenoten bekeken zijn idealen over de opvoeding van jong talent met 19de eeuwse argwaan. Marita Mathijsen over Kneppelhout en het wonderkind Jan de Graan/pag. 62
Pruisen
is altijd een paradoxaal fenomeen geweest. Symbool van de Germaanse mythe en het territorium van de verlichte geest. Bastiaan Bommeljé/pag. 74
Het voetbalspel
is door de etholoog Desmond Morris (‘De Naakte Aap’) aan een grondig onderzoek onderworpen. Maarten 't Hart vraagt zich af of nu alle vragen die het zien van een wedstrijd oproept, beantwoord zijn/pag. 66
En verder o.a.:
Frans de Rover over Thomas Verbogt en Jean Pierre Plooij/pag. 20
Rein Bloem over de wonderlijke klerken Bouvard en Pécuchet/pag. 86
Hugo Arlman over de biografie over Harold Nicolson/pag. 18
Rob Sijmons over thriller-schrijver Adam Hall/pag. 64
Lodewijk Brunt over ‘Young Emma’ en Playboy/pag. 115
Percy B. Lehning over de politieke theorie van het marxisme/pag. 54
Philip Mechanicus over de Hollywood-fotografen op pag. 98
Jan Fontijn over het Britse ridder-ideaal op pag. 92
Siegfried Woldhek: tekeningen van F. Springer/pag. 4 en
Hans Warren/pag. 34
Het Letterkundig Alfabet van Joost Roelofsz: de letter L/pag. 9
Door het nummer: tekeningen uit ‘Sprüche und Wahrheiten’ van Olaf Gulbransson (Uitgever: Langen Müller; Importeur: Nilsson & Lamm).
Omslag: Pieter Holstein
Hugh Jans/pag. 122; Kinderkrant/pag. 123; Jaap Vegter/pag. 127
Redactie: Carel Peeters & Doeschka Meijsing (eindredactie), Rein Bloem, R. Ferdinandusse, Gerrit Komrij en Willem Jan Otten.
[Deel 12, pagina 1]
VN VRIJ NEDERLAND
BOEKENBIJLAGE
19 DECEMBER 1981
[Deel 12, pagina 3]
Vrij Nederland Boekenbijlage 19 december 1981
Gerard Reve
begon als redactie-secretaris van Tirade in 1959 brieven te schrijven aan Josine M. De correspondentie zette zich voort tot 1975. De brieven zijn gebundeld en tonen vijftien jaar schrijversleven. Frans de Rover/pag. 4
Stevie Smith
was tijdens haar leven een ongrijpbare excentrieke figuur. Haar poëzie was scherp, geestig en melancholiek. Over een eigenzinnige dame: Anthony Paul/pag. 14
Ethel Portnoy
heeft met haar nieuwe verhalen ‘Het ontwaken van de zee’ een persoonlijker toon aangeslagen. Naast de kenmerken van haar vroegere werk: passie en distantie, voegt zich nu verontrusting. Carel Peeters/pag. 8
Hella S. Haasse
zet haar onderzoek naar het wel en wee van de Bentincks voort in haar nieuwe roman ‘Bentinck tegen Bentinck’. Vanachter het raampje van de postkoets: Jacques Kruithof/pag. 38. Over de nieuwe boeken van Hannes Meinkema en Mischa de Vreede: Jacques Kruithof/pag. 49
John Updike
schreef zijn derde roman over Rabbit ‘Rabbit is Rich’. Een trilogie over de Amerikaanse werkelijkheid. Hoe leeg is Amerika anno 1981? Doeschka Meijsing/pag. 6
Jorge Luis Borges
oppert dat ‘misschien de algemene geschiedenis de geschiedenis (is) van een paar metaforen’. Maarten Steenmeijer/pag. 36
Josepha Mendels
heeft in nieuw werk in haar bundel ‘Welkom in dit leven’ dezelfde onweerstaanbare lichte toon weten te behouden van haar eerste boek ‘Rolien en Ralien’. Diny Schouten/pag. 58
Karen Blixen
koos toen ze begon te schrijven de mannennaam Isak Dinesen. Het demasqué is Blixens geliefde stijlmiddel. Paul Brennan/pag. 44
Koos van Zomeren
schreef een thriller die thriller-liefhebbers zou kunnen teleurstellen, maar roman-liefhebbers doet genieten. Maarten 't Hart/pag. 50
Thomas Hürlimann
debuteerde met ‘Die Tessinerin’ dat van alle kanten geprezen en gelau werd werd. Over eenzaamheid in Zwitserse dalen: Gerda Meijerink/pag. 39
En verder o.a.
R. Ferdinandusse over Gorki Park/pag. 62 en andere thrillers/pag. 11
Gerard Mulder over de geschiedenis van Het Volksdagblad/pag. 28
Ieme van der Poel over de liefdes van Raymond Radiguet/pag. 21
H.J. Verkuyl over woordenboeken en Samuel Johnson/pag. 34
Piet Piryns over Vietnam/pag. 47
Siegfried Woldhek tekende Ethel Portnoy/pag. 8
Het letterkundig alfabet van Joost Roelofsz: de letter M/pag. 7
Hugh Jans, pag. 72; Kinderkrant, pag. 73; Jaap Vegter, pag. 79
Omslag: Joost Swarte: de literaire kritiek.
Door het nummer: tekeningen van Stevie Smith
Redactie: Carel Peeters & Doeschka Meijsing (eindredactie), Rein Bloem, R. Ferdinandusse, Gerrit Komrij, Willem Jan Otten.
Lay-out: Jaap Lieverse
Pagina 64-71
Inhoudsopgave van alle kritieken, interviews en artikelen over boeken en schrijvers in de Boekenbijlage van 1981