Siegfried
Een van de mooiste hoofdstukken van het boek is gewijd aan de plaats van de mens in de natuur. Met behulp van Jung diept Gustafsson uit de Griekse en Oudnoorse mythologie een eigen mythe op. Het fundament van die mythe heeft hij aan de Oudnoorse sage over de draak Fafnir ontleend. Die sage gaat ongeveer zo: Er was eens een draak die Fafnir heette en een grote goudschat bezat. Fafnirs broer Regin was jaloers op hem en wilde zelf de schat hebben. Hij smeedde daarom snode plannen en een voortreffelijk zwaard, want hij was een bekwame smid. De plannen hield hij voor zich zelf en het zwaard gaf hij aan Siegfried. Hij haalde Siegfried daarna over om Fafnir met het zwaard te doden. Dat gebeurde ook. Regins bedoeling was nu om Siegfried te doden en het goud in eigen zak te steken. Maar dat gebeurde niet. Want Siegfried dronk het drakenbloed, werd wijs en begreep het gefluit van de vogels. Zij waarschuwden hem voor de snoodaard en met hetzelfde voortreffelijke zwaard waarmee hij Fafnir naar Hel had gestuurd, stuurde de jonge held er Regin achteraan.
Oorspronkelijk was het goud van Wieland geweest, en het werd bewaakt door de dwerg Andvare die zich in de gedaante van een snoek in de rivier placht op te houden.
Deze snoek duikt in De dood van een imker weer op bij een vispartij die Lars Westin zich uit zijn jeugd herinnert. Omdat niemand meer in draken gelooft, heeft Gustafsson de voorkeur aan een snoek gegeven. Maar de functie van de snoek is draak te zijn.
‘Als de draak voor ons de natuur voorstelt, het radicaal andere,’ schreef Gustafsson een paar jaar geleden in een essay, ‘dan moet het goud natuurlijk een oorspronkelijke rijkdom voorstellen die alleen ten koste van het grootst mogelijke gevaar aan die natuur ontfutseld kan worden.
Precies zo schildert Wagner, deze verstandige en sympathieke anti-industrialist, zijn draak in “Siegfried” af.
Zolang het goud door de draak bewaakt wordt, is er niets mee aan de hand. Als Mime en Albrecht, die verraderlijke vertegenwoordigers van het industrialisme, de hand erop weten te leggen, beginnen de ongelukken van de Nibelungen pas goed. En de draak ziet het - stervende doorziet hij de hele intrige die komen moet - en hij beklaagt het feit dat Siegfried hem gedood heeft. Met hem sterft de natuur.
Dit is een zondevalsmythe die heden ten dage heel wat gemakkelijker te begrijpen is dan de bijbelse.’