Rabbit, in uitgezogen welstand
Vervolg van pagina 6
mind from what he's discovered, that nothingness seen by his single eye. (...) That there was something that wanted him to find it, that he was here on earth on a kind of assignment.’
Maar wat er nog gevonden moet worden, dat is in dit lege land niet meer duidelijk. De god waar Jerry in Marry Me zich nog mee wenste te onderhouden, is verdwenen. Het enige dat overblijft lijkt voor Rabbit de raad die hij aan zijn weerspannige en mislukkende zoon Nelson meegeeft: ‘Look, Nelson, maybe I haven't done everything right in life. I know I haven't. But I haven't committed the greatest sin. I haven't laid down and died.’ Maar wie zegt dat dat de grootste zonde is? vraagt Nelson als de verpersoonlijking van de nieuwe generatie. ‘Iedereen zegt het,’ antwoordt Rabbit zijn zoon, ‘de Kerk, de Staat. Het is tegennatuurlijk om op te geven. You've got to keep moving.’
Dat is alles wat er overblijft: in beweging blijven, terwijl nagel na nagel aan je doodskist wordt geslagen. Máár het is tenslotte je eigen doodskist, zijn Updikes laatste woorden in Rabbit is Rich.
Hoe kunstig en virtuoos Updike dit lege Amerika in Rabbit is Rich beschrijft, toch is de roman vergeleken bij Marry Me en Too Far to Go minder blinkend. De plot is te uitgesponnen, Updike vermeit zich iets te veel in zijn privé genoegens van beschrijvingen en satirische situaties en de merkwaardige perspectiefwisseling in hoofdstuk vier, waar we plotseling niet meer met Rabbits ogen maar met die van Nelson het verhaal volgen, duidt op onzorgvuldigheid ten opzichte van de strakke lijn die zo'n roman nodig heeft. De roman bestaat uit iets te ver gerezen deeg.
Desondanks zijn Updikes Amerikaanse critici laaiend enthousiast. ‘A hard lesson and, after three “Rabbit” books, a splendid achievement,’ roept John Leonard van The New York Times. ‘A brilliant book, this, and though a chastening one, what we deserve,’ roept Alfred Kazin in The New York Review of Books. Wat we verdienen! Zouden de critici van een boek dat Amerika werkelijk op de schroothoop gooide ook roepen: wat we verdienen? Of houden ook de Amerikaanse critici niet meer van het land of hope and glory?