Essayistisch autobiografisch
Vervolg van pagina 9
koppen die het gruwelijke nieuws melden en een man die zit te huilen. Maar hij blijkt niet te huilen om wat er in de krant staat, ‘hij huilde om iets persoonlijks van zichzelf’. Dat soort ellende is er óók nog. Tegen zoveel ineens is alleen een computer bestand: ‘Als ik een computer had en er alles in zou stoppen wat ik de afgelopen twee dagen had gezien, en dan zou vragen: Is het leven draaglijk?, wat zou dan zijn antwoord zijn? Terwijl de bus wegreed begon ik ook te huilen. Ik kan jullie niet helpen, dacht ik, ik kan er zelf al niet tegenop, er is teveel, en ik kan het óók allemaal niet aan; ik kan het niet, ik kan het niet, ik kan het niet.’
In deze verhalen worden de paradoxen in een mensenleven en binnen een beschaving vanuit het perspectief van één persoon voelbaar gemaakt. ‘Homo ludens’ gaat van dezelfde opvatting uit als het verhaal ‘I dreamed I went to the revolution in my Maidenform Bra’ (in Steen en been): dat de ervaring van één individu veel kan leren over een samenleving en een historische gebeurtenis, mits goed opgeschreven.
In Het ontwaken van de zee staan, evenals in Steen en been, verhalen die voor het gewicht van de bundel van onderschikt belang zijn en die niet uitsteken boven aardige anekdotiek. Ik denk hierbij aan ‘Tussen de boeken’, ‘Nachten in de tuinen van Amsterdam-West’ en ‘L'Astragale’. Het langste verhaal, ‘Arabesk’, is gesitueerd in een primitieve Tunesische badplaats. Hoewel Portnoy duidelijk pogingen doet het reliëf te geven, lukt dat niet erg, ook al staat het verhaal thematisch tegenover een verhaal als ‘Wisselkinderen’. De gebrekkige civilisatie waarvan in de badplaats sprake is heeft zijn pendant in het verval en de smakeloosheid van de zogenaamd ontwikkelde beschaving van New York.
Het voor Portnoy karakteristieke paar ‘passie en distantie’ wordt met deze nieuwe bundel verhalen aangevuld met ‘verontrusting’. Ze slaagt er steeds meer in door middel van persoonlijke en essayistische verhalen haar ‘ware ik’ te tonen. Het zijn aanzetten tot een hybridische autobiografie waarin alles de glans heeft van ‘de stof waar dromen van zijn gemaakt’.