Bakjes kippegehakt met tomatensaus
350 g kipfilets |
½ kop slagroom |
2 eieren, los geklopt |
4 eetl. boter |
1½ theel. selderiezout |
¾ theel. peper |
¼ theel. nootmuskaat |
½ theel. paprikapoeder |
¼ theel. gedroogde salie |
boter |
4 vuurvaste aardewerk soufflépotjes, elk 1,8 dl inhoud |
voor tomatensaus:
1 eetl. gehakte ui |
3 eetl. boter |
4 eetl. bloem |
2 eetl. tomatenpasta |
6 dl hete kippebouillon |
zout, peper & suiker |
5 eetl. slagroom |
verder: |
2/3 kop geraspte oude Leidse kaas |
Snij de kipfilets in blokken en maal ze fijn in de snelhakker. Meng de farce in een kom goed met de room, eieren, vlokjes boter, selderiezout, peper, noot, paprika en salie. Beboter de potjes en vul ze met de kippefarce. Zet ze in een braadslee of pan en vul die, tot aan 2/3 van de hoogte van de bakjes, op met heet water. Zet de slee 15 minuten in de oven op 350° F, 177° C.
Maak intussen de saus. Fruit de ui in een sauspan 3 minuten op middelgroot vuur in de hete boter, tot ze zacht is. Roer de bloem erbij glad en fruit 3 minuten op laag vuur. Roer de tomatenpasta erdoor en haal de pan van het vuur. Voeg stevig roerend de hete bouillon toe, tot de saus glad en gebonden is. Kruid met zout, peper en suiker en sudder 15 minuten op laag vuur, af en toe roerend. Roer er dan de room bij en laat de saus alleen maar doorwarmen. Haal de potjes uit de oven en laat ze wat afkoelen.
Beboter een vuurvaste gratineerschotel en los de kippuddinkjes hierin keurig naast elkaar. Bedek ze met de tomatensaus, bestrooi met de kaas en zet de schaal op 5 cm onder de hete ovengrill of in een zeer hete oven, tot de saus gaat bubbelen en licht gebruind is. Geef er rijst en beboterde bijtgare ruiten snijboon bij.