Een mecenas voor het uitzonderlijke
J. Kneppelhout en het raadsel Jan de Graan
Een beroemde knaap door J. Kneppelhout Opnieuw uitgegeven, ingeleid en geannoteerd door Marijke Stapert-Eggen Uitgever: Martinus Nijhoff, 183 p., f29,50
Marita Mathijsen
Er zijn biografieën die, tussen de regels door, meer zeggen over de biograaf dan over de hoofdpersoon. Dat geldt in sterke mate voor de levensschets die J. Kneppelhout schreef over Jan de Graan, een wonderkind uit de negentiende eeuw. Geen mens zou de naam van de violist De Graan nog iets zeggen, als zijn korte leven niet door Kneppelhout beschreven was. Een studie over hem als kunstenaar zou ook geen groot belang kunnen hebben: hij stierf te jong om al een legende te kunnen zijn geworden tijdens zijn leven, en een interpretatie van zijn vioolspel is niet mogelijk omdat het niet geregistreerd werd, alhoewel wij ons enigszins een voorstelling van de richting kunnen maken doordat er opnames bewaard zijn gebleven van zijn beroemde leermeester in Duitsland, Joseph Joachim. Een studie echter over De Graan als opgroeiende jongen, als wonderkind op weg naar een volwassen kunstenaarschap, op een weg die wreed versperd werd door de dood; een psychologische studie in treffende formuleringen door een pedagoog met scherp observatievermogen neergeschreven, blijkt meer dan honderd jaar na de dood van De Graan blijvend actueel te zijn. Kneppelhout, de voogd van de jongen, maakte deze studie onder de titel Een beroemde knaap. Met een uitvoerige documentatie en een veelzeggende inleiding is het werkje nu opnieuw uitgegeven door Marijke Stapert-Eggen.
Jan de Graan
J. Kneppelhout is een van de intrigerendste buitenbeentjes van de Nederlandse letterkunde in de negentiende eeuw. In zekere zin was hij een outcast: uit het soort discriminatie dat niet alleen zwakkeren, maar ook sterkeren ten deel kan vallen, hoorde hij bij geen enkele groep na zijn studententijd. Hij was té rijk om onder de liberalen opgenomen te worden, té excentriek om zich onder de dominee-dichters die zijn studievrienden geweest waren te handhaven, té erudiet en té goed op de hoogte van buitenlandse ontwikkelingen om anderen niet ongerust te maken, en té groot kunstaanbidder om niet decadent gevonden te worden vóór de tijd kwam die hem daarom gewaardeerd zou hebben. Als student had men hem een dweper gevonden met zijn verering voor de Franse romantiek; toen hij onder het pseudoniem Klikspaan de Studenten-typen en Studentenleven uitgaf, vond men hem te rauw; later, toen hij nog slechts reisbeschrijvingen en kritieken publiceerde vond men hem lui. Zijn vele mecenaten en zijn opvoedkundige bemoeienissen met jonge kunstenaars en begaafde kinderen uit het volk werden met argwaan gevolgd, en niemand schonk aandacht aan zijn in het Frans geschreven jeugdopstel l'Education par l'amitié waarin de grondslagen van zijn levensopvatting te vinden zijn. Hij betoogt in dit werkje (onder de titel Opvoeding door vriendschap kort geleden heruitgegeven) dat voor de opvoeding niet ouders, leraren of professoren van belang zijn, maar de aandacht van een verstandige oudere vriend, die in gesprekken probeert te achterhalen wat iemands werkelijke aanleg is en die probeert te ontwikkelen, zodat de maatschappij zoveel mogelijk profijt zal trekken van de talenten die zich in alle lagen van de bevolking bevinden, en ieder zijn ware bestemming zal vinden.
Kneppelhouts oeuvre is even intrigerend als zijn levensstijl, hoewel niet altijd even groots. De literaire ontwikkeling van de negentiende eeuw weerspiegelt zich in zekere zin in zijn werk. In het begin zijn Kneppelhouts publikaties zuiver romantisch, zoals zijn verhaal Doodendienst of zijn nooit herdrukte Zwitserse reisimpressies in boekvorm In den vreemde. Zijn studentenschetsen uit de jaren veertig zijn realistisch, inderdaad rauw voor zijn tijd, maar ze onderscheiden zich van latere werken doordat het geen realisme om het realisme is, maar de bedoeling heeft de slechte praktijken aan de universiteiten aan de kaak te stellen. Langzaam maar zeker drong de psychologie in de persoonsbeschrijvingen van Kneppelhout door: de ‘flat characters’ worden ‘round’, en een meesterverhaal als De Portland-vaas vertoont reeds naturalistische kenmerken in de beschrijving van de verderfelijke invloed van milieu en erfelijkheid op de hoofdpersoon. Zo kan De Portland-vaas gezien worden als een wegbereider voor de latere werken van Emants en andere naturalisten. Jammer genoeg was Kneppelhout geen schrijver van lange adem: hij heeft nooit een roman geschreven. En toch: met zijn instelling, zijn belezenheid, zijn observatievermogen, zijn belangstelling voor het excentrieke en uitzonderlijke. zijn verering voor het schone en zijn stijl, had hij dé grote roman van de negentiende eeuw in Nederland kunnen schrijven.
Wat wél geschreven is, is echter alleszins het leven waard. Zeker geldt dit voor zijn verhalen, zijn studentenschetsen en het biografietje van Jan de Graan, dat door Busken Huet en Knuvelder als Kneppelhouts meesterwerk beschouwd wordt. In Een beroemde knaap komen een aantal aspecten van Kneppelhouts schrijverschap bij elkaar. De romantische belangstelling voor het buitengewone van een wonderkind vermengt zich met de koele observatie van de naturalist, en de liefde die Kneppelhout voor het bijzondere en engelachtig mooie kind koesterde, vermengde zich met zijn wrevel over het geslotene en afwerende van het karakter. De belangstelling voor Jan de Graan was bij Kneppelhout gewekt na een berichtje in de krant. Toen hij op een concert het twaalfjarig kind hoorde, wendde hij zich met een voor onze tijd onbegrijpelijke vanzelfsprekendheid tot de vader met het voorstel de opvoeding en de