Religieus
‘Regeren is een vertrouwenstruc,’ laat de Engelse romanschrijver C.P. Snow iemand in een van zijn boeken zeggen. ‘Als mensen het vertrouwen kwijtraken, kom je een beetje in moeilijkheden.’ Dat duidt exact aan wat er in West-Europa gebeurd is. Vijfendertig jaar lang is ‘de dreiging uit het Oosten’ verkocht met drogredeneringen, vervalste feiten, selectief uitgelekte geheimen, niet bestaande ‘raketachterstanden’ of gewone leugens, terwijl keer op keer bleek dat de feiten geen feiten waren en de argumenten rationaliseringen voor ontwikkelingen die al jaren aan de gang waren. De documenten waarmee de Amerikanen de Russische betrokkenheid bij El Salvador aan de bondgenoten probeerden te slijten, deugden niet. En het speciale boekwerk waarmee de huidige minister van Defensie in de Reagan-regering, Caspar Weinberger, het Atlantische bondgenootschap tot hogere defensiebestedingen wil bewegen, zit vol onjuistheden, onvolledigheden en verdraaiingen (zie VN 10/10/'81). Tot grote schrik van vooral de Westeuropese politici werkt de ‘truc’ niet meer, en zelfs in de Verenigde Staten begint het vertrouwen in het nut van een sterke defensie, ondanks of dank zij Reagan, te tanen, volgens een recente enquête in Newsweek. Misschien dat daar de oproep ‘een sterke defensie handhaven en vaker naar de kerk gaan’ (John Foster Dulles in de jaren vijftig) nog helpt, in West-Europa is het effect tegenovergesteld.
Al hebben de aanhangers van een krachtige westerse defensie-inspanning het recht van spreken over het ‘religieuze’ karakter van de vredesbeweging verloren, dat neemt niet weg dat enig wantrouwen over dat religieus-ethisch reveil op zijn plaats is.
Nu de kerken leegstromen, lijkt het er soms op dat de kerkgangers toch niet zonder een satan kunnen en de kernbewapening daarvoor hebben uitverkoren. Geloofsgemeenschappen, politieke partijen en huisvrouwenverenigingen roepen hun leden bijeen om een maandlang kernwapens te ‘doen’ - soms wordt de kernenergie in een moeite door nog even meegenomen - en de uitkomst van dat ritueel is onveranderlijk hetzelfde: de bisschop, het moderamen, de partijleiding of simpelweg het bestuur wordt geadviseerd de banvloek over deze nieuwe demonen uit te spreken.
Het is dan ook onvermijdelijk dat discussies tussen voor- en tegenstanders van de kernbewapening meer het karakter van een theologisch gesprek over het verschil tussen de lijdende, strijdende en zegevierende kerk of de betekenis van Artikel 31 krijgen, dan van een debat waarin feiten, argumenten en logica tellen en vooronderstellingen open en bloot op tafel liggen.