Detective verliest onschuld
‘Afrekening in Paramaribo’: een triomf voor Joop van den Broek
Afrekening in Paramaribo door Joop van den Broek Uitgever: Sijthoff, 175 p., f21,50
R. Ferdinandusse
Het enige wat een beetje irriteert aan Joop van den Broeks allernieuwste thriller is het omslag. Je ziet daarop, gefotografeerd, een koffertje gevuld met dollars en een paar glazen drank, en daarachter, tamelijk ielig getekend een Surinaamse militair die, de mond wijd geopend, ongetwijfeld geacht wordt agitatorische teksten uit te brallen, maar mijn eerste indruk - een indruk die af en toe nog terugkomt ook - was dat de militair gaapte.
En gapen is er niet bij, want Afrekening in Paramaribo is ongetwijfeld Van den Broeks sterkste thriller tot nu toe. Hoofdpersoon is opnieuw de fotograaf-klusjesman Lex van der Tuyn-Walema, maar wel een naar mijn gevoel definitief volwassen geworden Van der Tuyn.
Goede thrillerschrijvers veranderen, en hun helden met hen. Ik herinner me nog (als de dag van gisteren) dat uitgeverij Bruna een prijsvraag uitschreef voor een detective-roman. Dat was in 1952, ik was voor eerste oefening onder de wapenen geroepen, en ik schreef 's avonds, de voeten brandend van de exercitie, aan een detectiveroman. Elke dag stuurde ik de aflevering van enkele handgeschreven blocnotevellen naar mijn vader die ze liet uittypen en het totaal ten slotte naar Bruna stuurde. In die tijd was het leger nog zo paraat dat je tijdens die eerste diensttijd nauwelijks naar huis mocht, dus van nalezen van het manuscript was weinig terechtgekomen en sommige, op een late avond door mij opgevoerde figuren waren reeds in de volgende avond geschreven aflevering weer afwezig, of zagen er totaal anders uit, iets wat de jury niet ontgaan moet zijn. De organisatie bij Bruna was toen niet best want in de maanden daarna kreeg ik diverse afgewezen manuscripten thuisgestuurd, die ik eerst met stijgende verbazing doorbladerde, en vervolgens weer terugzond in de hoop eens het mijne te ontvangen.
De prijswinnaar van die wedstrijd was Joop van den Broek met Parels voor Nadra, Zwarte Beertjes nummer twee. Een boekje dat ik indertijd heb bestudeerd alsof het de bijbel was, en waarvan ik nu nog uit het hoofd weet dat op pag. 137 staat: ‘En met zoveel felheid had ze de foto aangepakt, dat haar vingerafdrukken scherp stonden afgedrukt op het glimmende oppervlak.’ ‘Aha, heb ik toen gedacht, alleen al door mijn deelname aan de wedstrijd een kenner: hier verraadt de schrijver een belangrijk gegeven.
Joop van den Broek
En wat te denken van de volgende dialoog:
‘Dit is dan het weekend waar we zo naar verlangd hebben, Lex,’ fluisterde ze ongelukkig.
Ik stond van het bed op. ‘Er komen nog veel meer week-ends, kleine dwaas,’ zei ik.
Wie niet beseft wat voor huiveringwekkende sensatie zo iets verwekte is nooit in het Nederlandse jaar 1952 voor eerste oefening onder de wapenen geweest.
Na dat debuut, dat in de wat muffe Nederlandse detectivelucht een hele opluchting bleek, heeft Van den Broek heel wat geschreven. Behalve de Van der Tuyn-Walema-boeken ook een serie politieromans onder naam Jan van Gent, en daar zijn erbij met voortreffelijke plots. Maar, net als bij andere auteurs op dat terrein, kwam na de jaren zestig het grote zwijgen. Pas vorig jaar, gelijk met de herdruk van ouder werk, verscheen een nieuwe thriller: Weerzien met Indië. Van der Tuyn-Walema, een beetje ouder en een beetje wijzer. In dienst van een zekere Honoré van Loocken, eigenaar van een kleine, maar exclusieve economische nieuwsbrief, Markt geheten. Van der Tuyn vergezelt een Nederlandse handelsmissie naar Djakarta en wordt geconfronteerd met verzet tegen Soeharto, met studenten en generaals, en uiteraard moord. Een heel aardige thriller, maar je kon zien dat Van den Broek af en toe nog vastzat aan zijn oude routine. Met name in de, overigens logische, seks-scènes dook nog wel eens dat gebeeldhouwde vijftigersproza op van haar gewelfde schoot of fraai gevormde dijen.
Van den Broeks allernieuwste thriller Afrekening in Paramaribo zet, aan de titel te zien, de reeks Van der Tuyn-boeken voort. Steekspel in San Sebastian, Passagiers voor Casablanca, Oponthoud in Rome, al die streken die hij in zijn leven voor kranten bezocht en bewoond heeft. Maar als Van der Tuyn - opnieuw voor Honoré van Loockens blad - in Suriname komt, heeft hij niet al die net genoemde steden en streken in zijn gedachten, maar wel een recent bezoek aan Iran, waar Khomeiny een bloedige revolutie leidt en aanvuurt. En de lezer ervaart met enige verbazing dat Lex van der Tuyn-Walema de revolutie van de Surinaamse sergeanten niet beziet met het gebruikelijke cynisme van de thrillerschrijver, maar met de waarachtige achterdocht van iemand die door alle wateren van het politiek idealisme gewassen is.
Jaren achtereen hebben Nederlandse journalisten tassen vol documenten uit het stroomgebied van de Orinoco gesmokkeld die onomstootbaar bewezen dat het Surinaamse regime corrupt was, geheimgehouden rapporten zijn met smaak en verve gepubliceerd, Surinaamse politici zijn beschuldigd en aangewezen. Dat heeft, zoals we nu allemaal weten, weinig veranderd. Samenlevingen waar de tijd moet worden ingehaald, waar geen sterke sociale structuur is, baren idealisme en idealisme baart corruptie. En het boeiende aan Van den Broeks nieuwe thriller is dat Lex van der Tuyn dat niet langzaam ontdekt, maar het vanaf het begin wéét. Hij is niet meer die aangename observator uit vroeger werk, maar een ouwe jongen die weet wat er te koop is, en die, zolang het glas gevuld is, bereid is erbij te blijven, want je weet maar nooit.
Suriname is een nieuwe tijd tegemoet gegaan. Vlag en vaderland. Een feest. Een minister wordt vermoord net terwijl Lex van der Tuyn met een vrouw (een ‘brok’) tussen de struiken ligt. Maar als de woordvoerders van de regering over elkaar struikelen om te roepen dat het zelfmoord is, wordt Van der Tuyn onrustig. Hij begint, ouder gewoonte, te onderzoeken wat er aan de hand is, enigszins gehinderd door de drank en door de politie die in corruptiezaken een geheel eigen rol speelt. Van der Tuyn, in alle eerdere boeken een opgewekte toeschouwer, beseft zijn eigen verloedering en geeft toe aan de druk om mee te doen. Hij wordt onderdeel van de intrige.
Tegen het eind haalt Van den Broek de teugels nog eens strak aan, maar voor de rest ontvouwt de intrige zich bijna vanzelf en onontkoombaar. Afrekening in Paramaribo is in zoverre een triomf voor Van den Broek dat zijn hoofdpersoon de boeiende intrige volledig draagt. De revolutie is onzin, de banken, de buitenlandse firma's en de Surinamers die daarmee te maken hebben weten dat. Van den Broek schrijft dat met ijzeren logica op, niet beter dan vroeger, maar compacter en zekerder. Afrekening in Paramaribo draagt in zijn titel, wellicht ongewild, mee dat die oude Van der Tuyn uit Nadra en Casablanca voorgoed heeft afgedaan.