Er is veel veranderd
De herdruk van het tijdschrift Twen/Taboe
Twen/Taboe Uitgever: Peter van der Velden, f30,-
Lex Runderkamp
Bij uitgeverij Peter van der Velden herleven de jaren zestig, zegt hij. In café Scheltema presenteerde hij in september het fotoboek De ijdele roes van Hein Vroege, een reeks portretten van schrijvers, schilders en journalisten die in de jaren zestig hun opwachting maakten. Even eerder - half september - was er al een feestje geweest in het Amsterdamse Nieuwe de la Mar theater waar de herdruk van het jongerentijdschrift Twen/Taboe (1960-61) ten doop werd gehouden. Een opleving dus.
Over de drang van Van der Velden om werken van historisch belang uit te geven, is wel iets bekend. In januari bracht hij een klassieke reeks op de markt met daarin onder meer Dostojevski en Oscar Wilde. Helaas had hij als basis voor zijn uitgave slechte vertalingen uit de Prismareeks gekozen; zijn reeks bestond uit fotografische overdrukken, inclusief zetfouten. Het nettoresultaat van dit uitgeversinitiatief was dat de prijs van het boek vertienvoudigd was (hoewel de delen nu al in de uitverkoop te krijgen zijn).
Ook Twen/Taboe is een herdruk. Het jongerentijdschrift verscheen vier keer eind 1960, begin 1961. Eerst als Twen, genoemd naar het gelijksoortige Duitse blad, en daarna als Taboe omdat de rechter het gebruik van de naam Twen verbod. Van de honderden medewerkers vindt Peter van der Velden belangrijk om te noemen (in zijn najaarsaanbieding 1981): W.F Hermans, André van der Louw, Remco Campert, Hugo Claus, Max Heymans, Dick Holthaus, Rinus Ferdinandusse, Almar Tjepkema en Gerrit Kouwenaar. Deze lijst is in zoverre willekeurig dat als oprichter van Twen, naast Van der Louw en Tjepkema, Rinus van Raalte is vergeten.
Maar er is in dit boek wel meer vergeten. Ten eerste legt Van der Velden niet uit hoe nu precies de ingewikkelde eigendomsverhouding van Twen/Taboe heeft gelegen, want hoewel het blad slechts vier keer is verschenen, staan er in het colofon achtereenvolgens uitgeverij Twen en Amstelpers; Vrij Nederland had iets met de uitgave te maken evenals Het Parool. Ten tweede is de uitgever vergeten een simpele inhoudsopgave of een (namen-)register op te nemen. In het boek is alleen iets op de tast te vinden en dat terwijl het van niet geringe omvang is. Ten derde is helaas niet vergeten een interview te plaatsen met twee oprichters (‘Twen/Taboe? We zouden het weer doen, maar dan anders’). De tamelijk onbekende Bob van Opzeeland is door Van der Velden aangetrokken om Van der Louw (‘André nog steeds met pijp’) en Tjepkema (‘iets kaler’) te ondervragen over hun jeugdschepping. Dat is helaas een kort en vooral een ijl verhaaltje geworden, maar dat is de tol die een uitgever moet betalen als hij zich bij het zoeken naar een inleider laat leiden door vriendschap in plaats van bewezen diensten.
Ik dwaal af.
Waar het om gaat met de uitgave van Twen/Taboe is dat Van der Velden bij de presentatie in het Nieuwe de la Mar theater dacht er goed aan te doen de jeugd van nu aan te roepen. Twen/Taboe, zo zei hij ongeveer, is niet louter jeugdsentiment, het heeft voor de hedendaagse jeugd nog niets aan actualiteit ingeboet. Volgens NRC Handelsblad zei hij: ‘Twen is een tijdsdocument. Het blad schopte tegen de heilige huisjes van toen en het blijkt daarin verrassend actueel. Afgezien van het jeugdsentiment is het een bewijs dat er in wezen weinig veranderd is.’ (NRC 22.9.81).
Ik begrijp ook wel - al ben ik als twen twintig jaar te laat geboren - dat Van der Velden op mijn portemonnee uit is. Maar een onderscheid tussen jeugdsentimenten en actualiteiten kan ik wel maken. Simon Vinkenoog schreef bij voorbeeld in Twen een alleraardigste reportage over de jeugd op het Leidseplein. ‘Om aan geld voor brood te komen stelen zij een kistje lege flessen, doen inkopen van het statiegeld.’ Dat lijkt me een schril contrast ten opzichte van de heroïnelijken die tegenwoordig met regelmaat uit gekraakte panden worden gehaald; Frits Müller kon in die tijd nog bewondering wekken met een verhaal over de ervaringen van LSD-slikkers. Joop van den Broek kon in Twen/Taboe zonder te worden uitgelachen de vraag stellen: ‘Is politiek alleen een zaak voor oude mannen?’ Maar laat de buitenparlementaire beweging van nu zich journalistiek vangen met: ‘Het is alweer jaren geleden, dat in de wit met goud bepleisterde balzaal van het Binnenhof, waarin nu de Tweede Kamer vergadert, zoveel ernstige woorden zijn gewijd aan de jongeren in de politiek.’ Het koningshuis was in de tijd van Twen/Taboe een taboe, zo zei Almar Tjepkema in de Haagse Post. Daar ging zijn blad toch mooi tegen in? Maar terwijl nu iedereen dollartekens voor de ogen krijgt als de naam Prins Bernhard valt, schreef Taboe: ‘Bij ieder ander gezin zouden wij onmiddellijk toegeven dat kwesties als huwelijksmoeilijkheden en ziekte van strikt particuliere aard zijn en dat het onbeleefd is als anderen zich daarmee ongevraagd inlaten. Maar bij een koningshuis dat van moeder op dochter overgaat, is het gezinskarakter een zo publieke aangelegenheid dat een zekere openhartigheid bepaald vereist is.’
Pagina uit het tweede nummer
Voor die tijd was het jongerenblad verdienstelijk en inderdaad geschreven ‘op de huid van deze tijd’, zoals de slagzin luidde. Het was in die tijd een frisse wind die door bestofte geesten waaide: ‘Wat mankeert onze ouders?’, vroeg Jan Vrijman zich af. Maar actueel? Actueel is het niet meer. Het was een goed tijdschrift, een mooi tijdschrijft, Twen/Taboe, en het is een slecht boek. De tussenkomst van uitgever Peter van der Velden heeft niet veel opgeleverd: het formaat is irritant verkleind, de prijs voor de gebundelde nummers is zesmaal hoger dan in 1960. Er is veel veranderd.
VANCE LIVED IN CONSTANT FEAR OF LOSING HIS WRISTWATCH....