| |
| |
| |
De Onveranderlijke Ideeën van passie en verraad
Het platonische werk van Joyce Carol Oates
Bellefleur Uitgever: Jonathan Cape 558 p., f47,40 Importeur: Keesing
Bellefleur Uitgever: Warner Books, 686 p., f13,10 Importeur: Van Ditmar
Angel of Light Uitgever: Jonathan Cape, 440 p., f47,40 Importeur: Keesing
A Sentimental Education Uitgever: Jonathan Cape, 196 p., f41,10 Importeur: Keesing
Het rad van liefde vertaling: L. Coutinho Uitgever: De Arbeiderspers, 180 p., f28,50
Frans Boenders
Het probleem met Joyce Carol Oates is niet dat zij te veel romans schrijft, zoals wel beweerd wordt, maar dat zij te lange romans schrijft. Bellefleur, de amper een jaar geleden gepubliceerde griezelroman, telt 558 dicht bedrukte bladzijden. Angel of Light, de zopas verschenen dertiende roman van de Amerikaanse schrijfster, bevat 440 pagina's. De roman them, waarmee Oates in 1970 bekroond werd met de National Book Award, heeft in de Franse vertaling waarin ik hem las 535 bladzijden. De lengte van deze en andere romans hangt samen met de opvatting die Oates ten aanzien van het schrijverschap lijkt te huldigen: de roman schept zijn wereld. Deze wereld is complex en bijna even onoverzichtelijk en uitgebreid als de wereld waarin u en ik dagelijks rondlopen, plannen smeden en die gedeeltelijk uitvoeren, relaties opbouwen en die vervolgens afbreken, werken en dagdromen, beminnen en haten, al die zaken die het gevolg zijn van familiale en genetische antecedenten en die de oorzaak worden van nieuwe richting. Toch is Oates' romanwereld hiervan geen loutere kopie. Oates is geen echt realistische schrijfster, ook al lijken de door haar geschapen werelden verbazend sterk op de ‘echte’ wereld.
In sommige romans is de realistische schijn natuurlijk overtuigender dan in andere. Zo begint them met een voorbericht waarin de schrijfster zegt in te staan voor de authenticiteit van het verhaal. Van 1962 tot 1967 doceerde Oates aan de universiteit van Detroit. Tijdens de avondcolleges maakte ze kennis met een jonge vrouw van wie de levenservaringen haar zo fictioneel voorkwamen dat zij ze wilde boekstaven in de enige vorm waarin ze voor de lezer pas echt realistisch zouden worden: in een roman. Om de authenticiteit niet door romantechnische trucjes te ontkrachten, schreef Oates het verhaal strikt chronologisch, nu eens het ene dan weer het andere personage op de voet volgend. Zo werd them een epos waarin dertig jaar persoonlijke drama's, maatschappelijke doem en ontembare, tot geweld en doodslag voerende passies in beeld worden gebracht. Een indrukwekkende reeks tranches de vie. De veelheid van de beschreven ontwikkelingen en de talrijke peripetieën die aanleiding geven tot steeds nieuwe gebeurtenissen, dragen bij tot de choas en de eindeloze vertakkingen die ook het ware leven kenmerken. Wat in strak gehouden literaire composities details zouden zijn, groeit in voortstromende romans als deze uit tot volumineuze verhalen die zich mengen met wat aanvankelijk de hoofdlijn van de roman leek. Niets is overbodig, alles verwerft zin als onderdeel van een principieel nooit eindigende stroom. Alles wat zich voordoet en wat zich samenvoegt tot verbanden behoort tot de wereld, zoals Wittgenstein al opmerkte, en vormt een verhaal. Mundus est fabula.
| |
Monumentaliteit
Ook in them leek de voor hedendaagse romans ongewone lengte een hulpmiddel om het waarheidsgehalte te vergroten. Oates, opgegroeid in de beschermde sfeer van een landelijk gezin, is wel de laatste die ervan verdacht kan worden in them haar eigen jeugd te hebben beschreven. De door haar beschreven drama's en tragedies verschillen zo van de maatschappelijke achtergrond van de schrijfster dat dat wellicht het ontbreken van enig gemoraliseer in dit werk verklaart. De feiten op zich zijn overrompelend in hun monumentaliteit. Passies zijn pletstenen die zowel mensen als situaties verbrijzelen. Niets weerstaat de epische vaart van het tot instinctieve reacties gereduceerde leven. De schrijfster heeft zich via de herinneringen en de betekenissen van haar ex-leerlinge zo sterk ingeleefd in de situatie van het aan armoede en geweld overgeleverde grote-stadskind, dat de barrière tussen wereld en verhaal wordt gesloopt. De wereld is het verhaal. De recente romans van Joyce Carol Oates missen deze aura van authenticiteit, maar ze hebben gewonnen aan constructie en verbeelding. Kon de schrijfster zich in them nog verschuilen achter de stem des volks die zij had vernomen en neergeschreven, zich daardoor haast verontschuldigend voor de wereld van seksualiteit en geweld die zij opriep, in Bellefleur gaat deze als authentiek gepresenteerde maskerade niet langer op. Bellefleur is ondubbelzinnig een gesloten, en dus een geschapen wereld. Het is een griezelverhaal, uitgewerkt tot een hedendaags hoogtepunt van de gothic novel, gepromoveerd tot de rang van Grote Literatuur dank zij het evenwicht tussen constructieve kracht en verbeeldingsvlucht. Dat de roman weer te lang is uitgevallen vermag deze kwaliteiten nauwelijks aan te tasten, want de artificiële wereld van Bellefleur verliest zelden zijn boeiend vermogen. In het bij
uitstek irreële genre slaagt de schrijfster erin een soort realisme te introduceren dat de lezers blijft boeien tot het moment dat het haar belieft die aandacht verlof te geven - aan het einde van het lange boek. Wat zij beschrijft bestaat, maar bestaat tevens niet. Het bestaat op een bijzondere wijze, als symbool. Oates is, anders gezegd, een platoniste. Alles wat wij kunnen waarnemen en beschrijven, is in haar ogen slechts een flauwe afspiegeling van eeuwige vormen of ideeën.
Joyce Carol Oates
| |
Wetmatigheid
Geheel in overeenstemming met dit eeuwigheidsperspectief speelt de schrijfster met de tijd, een illusie die de mens het zicht op de Onveranderlijke Waarheid beneemt maar waaraan (zo lijkt Oates ons te suggereren) de kunstenaar door zijn verbeeldingskracht weet te ontsnappen. De schrijfster heeft het in de drie volzin- | |
| |
nen, die ze bij wijze van voorbericht aan haar opus magnum meegeeft, zelf over ‘imagination's laws’: ‘Dat de tijd draait en kronkelt en is, nu eens uitgewist, en dan weer krachtig aanwezig (...); dat het implausibele is toegestaan en begiftigd wordt met een complexiteit die gewoonlijk is weggelegd voor realistische fictie: dat is de bedoeling van de auteur geweest. Bellefleur is een gebied, een toestand van de ziel en het bestaat; en zo zijn de wetten ervan onschendbaar en uiterst logisch.’
De schrijfster heeft dus een grotere autonomie opgeëist, ook al schrijft zij deze machtsgreep heel handig in de schoenen van een schimmige logische wetmatigheid. Maar het belangrijkste in deze betekenis is uiteraard de zielsgesteldheid (toestand van de ziel) waaraan een onschendbaar bestaan wordt toegekend. Vanuit deze platonische visie is wat men de werkelijkheid noemt te vatten in een zeepbel. En het zal duidelijk zijn dat ook een zeepbel bestaat en over een eigen wetmatigheid beschikt. Tijdens de problematische duur van zijn bestaan zweeft de bel buitelend door de ruimte, vertoont de wonderlijkste kleuren en geeft aanleiding tot de diepste bespiegelingen. Tot hij botst tegen een hard lichaam en uiteenspat tot niets. Het is de grote kunst van Oates om in Bellefleur de kortstondigheid van dit tollende bestaan te rekken tot de duur van een universum. Generaties Bellefleurs treden op en verdwijnen weer, een dolle dynamiek vormend rond de centrale figuren van Gideon Bellefleur en diens deels majesteitelijke, deels monsterlijke vrouw Leah. Het zijn legendarische getalten; binnen de ‘wetmatigheid’ van het universum waartoe zij behoren hebben zij iets tijdeloos. Het zijn emblemata, symbolen. Aan de realiteit van deze welhaast religieuze symbolen hoeft niet te worden getwijfeld. Zij geven gestalte aan de drijvende krachten van de ‘echte’ wereld, aan goed en kwaad, aan liefde, seksualiteit, hoogmoed, medelijden en bezitsdrang, aan onbestendigheid en duurzaamheid, tijd en eeuwigheid.
| |
Fauna
Even ambitieus als het zwaar symbolistische en licht esoterische meesterstuk Bellefleur (dat op schitterende wijze het fin de siècle van onze eeuw inluidt) is Oates' nieuwste roman - haar dertiende - Angel of Light. De Onveranderlijke Ideeën hebben hier weer een geheel nieuwe, ditmaal wel bijzonder efemere gedaante aangenomen: die van de politiek. De lezer maakt op een nu eens bijzonder indringende dan weer provinciaal-naïeve manier kennis met het dure wereldje van kaviaar etende, Montrachet drinkende en elkaars vrouwen versierende juristen in de schaduw van de president en het Pentagon. Schranderheid en heerzucht, corruptie en losbandigheid kenmerken hun bestaan - het stemt wonderwel overeen met wat Jan met de pet zich voorstelt van de grote heren. Maar Oates beschrijft deze fauna van binnen uit, zonder voorbarige ethische verontwaardiging. Het motto van de roman, ontleend aan de Nederlands-Engelse satirist Mandeville en gelicht uit diens The Fable of the Bees (1714), geeft de instelling van de schrijfster schitterend weer: ‘Wat we het Kwaad noemen in deze wereld, zowel Ethisch als Natuurlijk Kwaad, is het grote Principe dat ons tot sociale Schepselen maakt, de solide Basis, het Leven en de ondersteuning van alle Handel en Bedrijvigheden zonder uitzondering.’
Nu, het kwaad houdt wel flink huis in het corrupte Washington. Maurice (‘Maurie’) Halleck, een wat labiele maar uiterst intelligente jurist van goeden huize is in een bliksemcarrière opgeklommen tot directeur van een federale commissie die nauwe betrekkingen onderhoudt met het ministerie van Justitie. Zijn vrouw, Isabel de Benavente, de wonderschone dochter van een op internationale schaal operende financier, heeft hem twee kinderen geschonken, Kirsten en Owen. Haar Spaanse temperament wordt evenwel niet uitputtend bevredigd door de fijnbesnaarde, door de religie getekende Maurie. Isabels ontrouw is notoir in het wereldje; haar vaste minnaar is Nick Martens, Maurie's beste vriend. De (ook alweer) eeuwige vriendschap dateert uit beider schooltijd, toen Nick Maurie van de verdrinkingsdood redde. Nick heeft zijn comfortabel juristenbaantje aan de invloedrijke Maurie te danken; de overspelige relatie met Maurie's vrouw wordt voorgesteld als een soort fysiologische doem, een verbond dat het huwelijk van Isabel en Maurie weliswaar verziekte maar de vriendschapsbanden tussen beide mannen niet aantast.
Op een nacht laat Maurie een bericht achter waarin hij zich zelf van corruptie beschuldigt. Hij verdwijnt met zijn wagen en verdrinkt wanneer zijn auto op een geheimzinnige manier in een moeras terechtkomt. Zijn kinderen, van hun ouders vervreemd, geloven niet dat hij zelfmoord pleegde. Zij zijn ervan overtuigd dat Isabel en Nick hebben samengezworen en verantwoordelijk zijn voor zijn dood. Owen en Kirsten besluiten zich op hun moeder en diens minnaar te wreken, en zoeken de rechtvaardiging daarvoor in een uitspraak van Henry David Thoreau, die ooit verklaarde: ‘Ik wil niet doden of gedood worden, maar ik kan me omstandigheden voorstellen waarin deze beide dingen voor mij noodzakelijk blijken.’ Zij zoeken aansluiting bij een ondergrondse terroristische groep, de American Silver Doves Revolutionary Army, die hen ervan overtuigt het recht in eigen handen te nemen. Owen dringt in de feestende villa van zijn moeder binnen, vermoordt haar in haar slaapkamer en blaast vervolgens het huis, inclusief zich zelf op. Kirsten van haar kant verleidt de minnaar van haar moeder en verwondt hem dodelijk tijdens zijn diepe post-coïtale slaap. Ontzet vlucht zij weg; vanuit een anonieme telefooncel roept zij om hulp. Nick wordt op het nippertje gered. Er volgt een onderzoek naar de overval, die geïnterpreteerd wordt als een daad van blinde terreur. Nick breekt met zijn carrière, trekt zich terug in een huisje nabij de oceaan in Maine, en schrijft brieven naar het meisje dat hem eens naar het leven stond: ‘Nadat ik gestorven was, was ik niet bang meer. Maar nu is er een leegte waar eens angst was. Waar gewoonlijk angst was.’ De brieven worden niet verstuurd.
| |
Incarnaties
De roman schept zijn wereld, schreef ik. De wereld van Angel of Light staat, zeker in vergelijking tot die van Bellefleur, bijzonder dicht bij die van Watergate en de politici van Washington. Toch slaat de ongeloofwaardigheid toe. De rivaliserende vrienden Maurie en Nick zijn beide werkzaam in de federale commissie van het ministerie van Justitie, maar waaruit hun activiteiten bestaan komt men niet aan de weet. De vele andere prominenten die in dit boek optreden, van de gladde Di Piero tot de narrige hansworst die generaal Norton Kempe heet en de gepensioneerde voorzitter van de Joint Chiefs of Staff is - het blijven schimmige figuranten, zoals het trouwens uitstekend past in de Weltanschauung van een platonist. Niet wat zij doen is belangrijk: wat zij voorstellen, daar komt het op aan. Het zijn aspecten van gedachten en ethische krachten, het zijn incarnaties van impulsen, tendenties en waarden. Het is dan ook volstrekt onjuist om Angel of Light enkel als een roman over de politieke zeden van onze tijd te beschouwen. Doet men dat wel dan moet men hem als mislukt want niet authentiek beschouwen; en ook de plot is naar het einde van de roman toe te dol om op een hek te zetten. Oates' onvermogen om de politieke actualiteit, de mentaliteit van de gefortuneerde afgestudeerden aan de Harvard Law School, en de vertakkingen van het internationale terrorisme accuraat te beschrijven, is overduidelijk.
Maar het is Oates veel meer begonnen om een wereld op te roepen, die weliswaar sterk lijkt op de politieke periferie van Washington maar die in wezen de passies van de mens tot onderwerp heeft. Het gaat dus eigenlijk om een mythische wereld, tijdeloos en algemeen geldend - niet voor niets staat in de opdracht van de roman zo iets klassiek-tragisch als het ‘huis van Atreus’ vermeld. Het mag dan Oates' geheime hoop zijn geweest een concreet tijdsbeeld te schetsen, het algemene doel van haar schrijverschap overtreft zulke schildering in hoge mate en wil fundamentele drijfveren zoals verraad, trouw en wraak analyseren. Zeker, de concrete zedenstudie doet te onwaarschijnlijk aan om Angel of Light als realistisch te karakteriseren, maar de indringende kracht van de roman staat of valt niet met de authenticiteit en het werkelijkheidsgehalte ervan. Het is de typisch Oatesiaanse, fataal tot overspanning en blind geweld leidende verbinding tussen onhoudbare tederheid, seksualiteit, geldingsdrang en perversiteit die van deze roman een hoogtepunt in de hedendaagse literatuur maakt. En het past volkomen in de platonische visie van de schrijfster dat de roman eindigt met een boeddhistisch geluid. In de niet geposte brief die Nick Martens schrijft aan Kirsten, staat: ‘Het zou kunnen zijn dat alle persoonlijke strijd en persoonlijk lijden een illusie is, - een bedrog.’ Oates heeft in Angel of Licht haar eigen stijl overtroffen, misschien zelfs hier en daar onbewust geparodieerd. Zij beheerst het spel met de tijd en met de grammaticale tijden; haar dialogen, nu geheel zonder aanhalingstekens, zijn flitsender en directer dan ooit; het ritme van de korte, opeengestapelde zinnen is gejaagd. Syncope en ellips in de weergave van de gedachtengang zijn de retorische figuren die Oates als geen andere schrijver beheerst en die haar tekst een ongemeen gebalde en hallucinerende kracht verlenen. Men zou haast
vergeten dat haar grootste manco erin bestaat dat zij te lange romans schrijft!
De verhalen vormen de beste kennismaking met het werk van Joyce Carol Oates. Een selectie uit The Wheel of Love verscheen in de Nederlandse vertaling van L. Coutinho als Het rad van liefde. Overtuigender zijn de verhalen uit de nieuwste bundel A Sentimental Education, die zowel haar psychologische inzicht in de moderne Amerikaanse intellectueel, als haar meesterschap in de hedendaagse literatuur bewijzen.
|
|