Gloed en verve
Weinig romans zijn zo levendig, zo reëel, worden zo bevolkt door figuren van vlees en bloed als The Polyglots. De gestalten springen uit het boek en gaan op je tafel zitten, en zelfs als je het boek hebt dichtgeslagen blijven ze daar met elkaar en met zichzelf bezig, in het bezit van al hun tics en eigenaardigheden. Hun gloed en verve substantieert zich, ze zijn je vertrouwelingen geworden, en je voelt hun adem tegen je wang. Ze hebben je ingepalmd. Die kracht heeft het boek. Toch is Gerhardie geen realist. Met het realisme heeft zijn roman niets, maar dan ook volstrekt niets uitstaande. En dat niet omdat uitbundige humor en spot er zo'n grote rol in spelen, heel anders dan in het bedompte, schoolmeesterachtige realisme zoals wij dat gewend zijn - tenslotte is dat alleen maar de vaderlandse variant van het realisme. Het is eerder omdat het boek zo rijk is als het leven zelf - een mengeling van hilariteit en melancholie, van vitaliteit en strompelend voortgaan, van sprankelende facetten en het duister niets, van hoop en onvermogen, van gelukkig toeval en om duistere reden verloren kansen, van het een en het ander en van alles daartussen. Het realisme heeft iets plats, alsof er - ondanks alle pretenties - maar een klein deel van de werkelijkheid mee wordt getoond. Het realisme is een antwoord. Het werk van Gerhardie is een vraag. En de werkelijkheid heeft meer met vragen dan met antwoorden te maken. The Polyglots is zo direct omdat het - ik waag mij voor één keer van ganser harte op het ijselijke en gevaarlijke terrein van de algemeenheden en grote woorden - uit het leven voortkomt, en niet uit een interpretatie van het leven, zoals dat bij het realisme, ondanks het vertrouwenwekkende etiket dat de belofte van ‘de hele mens’ inhoudt, het geval is (Oeff! De Lit. Prof. kan weer in de kast.) Van belang is
hierbij een fragment uit een brief die Gerhardi vanuit Villa Edelweiss - Gerhardi?
Pas op zijn eenenzeventigste jaar veranderde hij zijn naam in Gerhardie. Er moest een e achter, vond hij. Ook Shakespeare, Dante, Blake en Goethe hadden een e op het eind. Nu dan!
- Vanuit Villa Edelweiss in Tirol aan John Rothenstein schreef, in de periode dat hij werkte aan The Polyglots: ‘John: er is maar één zinnig literair advies voor iedereen, en dat is dit: schrijf niet zoals je denkt dat de mensen van je verwachten: schrijf alleen zoals jij het leven voelt. Dat wil zeggen: als je een onderwerp behandelt waarmee je niet vertrouwd bent - bij voorbeeld de zee - vermoei je dan niet met het naspeuren van allerlei technische aspecten van, zeg maar, de navigatie, maar schrijf over schepen en wat dies meer zij zoals ze indruk op je hebben gemaakt en - het allerbelangrijkste - alleen wanneer ze indruk op je hebben gemaakt. Als ik een tuin vol mooie bloemen zie, als die aanblik iets in me heeft losgemaakt (het is mogelijk dat ik geen van de bloemen bij naam ken), dan is het mijn enige zorg hoe ik mijn particuliere emotie aan de lezer overdraag, en alleen indirect hoe het visuele effect van het geheel zal zijn. Hoewel...’
Ook dit hoewel is typerend voor Gerhardie. Eén standpunt zou te benauwend zijn. Daarom was hij, in de ogen van de literatuurbedienden, zo ongeschikt voor een constellatie van schrijvers, kon hij geen vaste plaats vinden - tussen aanverwante artikelen - in een van hun literaire warenhuizen. De liefde, de schoonheid, de onschuld portretteren - niets minder wilde Gerhardie - dat doe je niet vanuit één standpunt; je kan ze enkel attaqueren door om beurten en soms tegelijkertijd lyrisch, cynisch, poëtisch, nuchter, dolkomisch, melig, melancholiek, bevlogen, aards en satirisch te zijn. De wisseling van stemmingen in The Polyglots is verbazingwekkend, maar al de complexiteiten staan in dienst van maar één doel: de eenvoud. Je hoeft de tranen van het lachen niet uit je ogen te wissen, want je hebt ze het hoofdstuk daarna al weer nodig: om te huilen. Maar tussen de lachsalvo's en het geween door ontstaat er iets coherents, een tijdelijke harmonie, uit de dissonanten stijgt een hemelse muziek op, de scharnieren en hengsels kraken maar de deur zwaait soepel open.