Ontgoocheld
Bijna iedereen, werkend of niet, heeft geldproblemen, van het zesjarige zigeunertje dat zingend aan de kost probeert te komen tot de arme violist in het café die geen bril voor zijn vrouw kan kopen. De welgestelden zijn óf gierig, óf besteden hun geld aan maîtresses, die makkelijk en voor weinig geld te vinden zijn. Voor jonge vrouwen is werken immers nauwelijks afdoende om de eindjes aan elkaar te knopen.
Naast de geldnood is ook de seksuele nood erg groot. In pensionnetjes, speciale appartementen of donkere parkjes wordt heimelijk de liefde bedreven. Op deze plaatsen lijkt iedereen ervan te genieten, omdat het nog avontuurlijk en spannend is. Gewoon thuis, voor het slapen gaan, met degene met wie je getrouwd bent is het een hoogst saaie, onerotische aangelegenheid: ‘Don Roberto zet zijn bril af, doet die in het etui en legt hem op het nachttafeltje naast het glas water, waarin, als een geheimzinnige vis, zijn gebit zwemt. “Doe je nachtpon niet uit, je kunt wel kou vatten.”’
Vrouwen lijken zich beter aan de ellende en de sleur van alledag te kunnen aanpassen dan mannen. Misschien omdat ze de werkelijkheid binnenshuis ontvluchten: ze dagdromen over de verloving van hun dochters en over het goede werk van de kerk. Mannen daarentegen gaan de deur uit: naar een hoertje als ze het niet zo breed hebben, naar hun maîtresse als ze wat ruimer bij kas zijn. De enige voor wie de toekomst er rooskleurig uit kan zien is de kelner López. Hij belandde in Madrid na een meisje uit zijn geboortedorp met een tweeling achtergelaten te hebben. Het meisje komt jaren later als getrouwde, welgestelde vrouw in Madrid omdat haar doodzieke man daar geopereerd moet worden. Ze zoekt haar oude minnaar op en stelt hem voor om met z'n tweeën een café te beginnen als haar man binnenkort sterft. Het is typerend dat niet verteld wordt of deze plannen werkelijkheid worden, zoals ook de moord in het boek onopgelost blijft. Evenmin wordt duidelijk waarom de aan lager wal geraakte academicus Martin Marco door de politie gezocht wordt. Is hij de moordenaar? Het doet er niet toe waarom alles zo is geworden, het enige dat telt is het uitzichtloze heden.
De bijenkorf is een wereld vol koppelaarsters, armoedzaaiers, hongerlijders, overspelige mannen tbc-lijders, dronkelappen, hoertjes, maîtresses, dertienjarige meisjes die verhandeld worden, neurotische homo's, lijders aan grootheidswaanzin, mislukte dichtertjes, mannen die hun vrouwen verachten om hun domheid en vrouwen die voortdurend aan hun man vragen of hij nog wel van hen houdt. Het is een wrede, ontgoochelde wereld die niet alleen bijtend, maar ook lyrisch beschreven wordt: ‘Om half twee of twee uur in de morgen sluit de nacht zich over het vreemde hart van de stad. Duizenden mannen slapen in de armen van hun vrouwen zonder te denken aan de harde, wrede dag die hen, als een in het verborgen op de loer liggende wilde kat, misschien binnen een paar uur weer opwacht.’
De bijenkorf heeft een enorme invloed gehad in Spanje. Het is de voorloper van de sociaal-realistische roman, een stroming die nooit een hoogtepunt heeft gekend als Cela's magistrale roman. Het zou jaren duren voordat er weer een roman verscheen die zo tot op het bot gaat, en die bovendien zo hartstochtelijk en avontuurlijk geschreven is als De bijenkorf.
Dat de nu herdrukte vertaling uit 1962 stamt is alleen te merken aan enkele enigszins archaïsche uitdrukkingen als morgen aan de dag (bedoeld wordt morgen nog) en ze droeg haart hartje nog hoog. Eén aanmerking: het lijkt mij een onterechte correctie om bijna alle fragmenten in de tegenwoordige tijd te vertalen, terwijl in het Spaans de tegenwoordige en de verleden tijd elkaar afwisselen.
Omdat Cela hier destijds nauwelijks gesignaleerd is, is het verheugend dat er binnenkort ook herdrukken zullen verschijnen van de vertalingen van La familia de Pascual Duarte en van Mrs. Cadwell habla con su hijo.
Maarten Steenmeijer is vertaler Spaans en redacteur van Literair Paspoort