De blauw geruite kiel
Vijfde jaargang nummer 25
Veranderingen in Polen
Marjo van Soest, foto Hans van den Bogaard
‘Was het leuk?’ vroeg Ellie toen ik kort geleden terugkwam van een bezoekje van vier dagen aan Warschau in Polen. ‘Heb je de postzegels bij je? En wat heb je allemaal gegeten? Zeker veel op terrasjes gezeten met dat mooie weer.’
Alsof ik naar de Rivièra was geweest in plaats van naar een land vol lege etalages, waar twee mensen een hele maand moeten doen met een half pondje boter.
De postzegels had ik bij me. Daar maken de Polen veel werk van. Kleurige lapjes papier die bijna een hele ansichtkaart bedekken. Met allerlei afbeeldingen erop: paddestoelen, brontosaurussen, de beeltenis van Lenin.
Of het leuk was... Zo zou ik het niet willen noemen. Wel spannend, en héél anders dan zomaar even vakantie. Polen ligt ‘achter het ijzeren gordijn’, zoals de wat ouderwetse uitdrukking luidt. Het hoort bij de landen van het Oostblok. Samen met Oost Duitsland, Roemenië, Tsjechoslowakije, Hongarije en Bulgarije is Polen afhankelijk van Rusland. De Poolse partij- en regeringsleiders moeten van alles wat er in hun land gebeurt verantwoording afleggen aan Grote Broer de Sovjetunie.
Vorig jaar braken er grote stakingen uit in Polen, daar schreven we al over in de Kiel (23 augustus en 13 september). Iedereen keek met ingehouden adem toe hoe het af zou lopen. Want het was voor het eerst dat in een Oostblok-land een grootscheepse actie werd gevoerd voor een vrije vakbond.
Zo'n vakbond was er niet in Polen, want het is een communistisch land waar de afspraak bestaat dat iedereen evenveel recht heeft op goede werkomstandigheden en een behoorlijk loon. En waar geen, of weinig verschil mag bestaan tussen directeuren en arbeiders. Van dat alles is wel wat gerealiseerd, maar lang niet genoeg, zeker in Polen niet. Er zijn daar wel degelijk grote verschillen gegroeid tussen regeringsleiders, hoge partijmensen, directeuren aan de ene kant, en de mensen die in fabrieken, op kantoren en op het land werken aan de andere.
Vandaar de massale stakingen en de grote demonstraties van de laatste tijd. De stakende arbeiders wilden meer loon, een hoger pensioen en vooral een echte vakbond, die onafhankelijk is van de communistische partij. Er was al wel een vakbond, maar dat was meer een gezelligheidsvereniging.
Nu is er dan die echte, onafhankelijke vakbond: Solidariteit, in het Pools: Solidarność. Vorig jaar zijn de eenentwintig eisen van Solidariteit door de regering geaccepteerd. Maar het zijn nog papieren overwinningen, ze zijn nog lang niet allemaal realiteit. Want Rusland heeft het allemaal met lede ogen aangezien en al een paar keer gewaarschuwd dat de Polen te ver gaan in hun vrijheidsdrang. En Rusland heeft al eerder tanks gestuurd om een einde te maken aan akties van de bevolking tegen de machthebbers: dertien jaar geleden nog, in Tsjechoslowakije.
Vorige week stuurde het Kremlin een brief op poten naar de Poolse partijleiders, waarin gewaarschuwd werd voor een ramp wanneer Polen zou doorgaan met alle vernieuwingen. Solidariteit krijgt teveel macht, vindt het Kremlin, en enkele andere Oosteuropese landen zijn het met de Sovjetunie eens. Ze noemen de mensen in Polen die zich actief inzetten voor meer vrijheid (en dat betekent ook: meer vrijheid om in de kranten te schrijven wat er werkelijk aan de hand is) ‘vijanden van het socialisme’.
De Poolse partijleider Kania beantwoordde de brief met een felle toespraak. Hij probeerde Rusland te kalmeren door ‘vanaf morgen’ beterschap te beloven: er zou harder opgetreden worden tegen de ‘vijanden van het socialisme’. Maar hij liet tegelijk weten dat de hervormingen in Polen die op gang zijn gebracht door de vakbond Solidariteit, zullen doorgaan. Hij kan ook niet veel anders, want de vakbond heeft de steun van tien miljoen Poolse arbeiders. Als je ziet en hoort wat er in Polen aan de gang is heb je het gevoel dat het niet meer terug te draaien is. De mensen praten heel erg enthousiast over vakbondsleider Lech Walesa. Hij is net zo populair als de paus, die immers ook uit Polen afkomstig is. In de straten van Warschau en Lodz zie je overal posters hangen van Solidariteit. De mensen zeggen dat in de fabriekswijken de plakkaten van de communistische partij vervangen zijn door die van Solidariteit. Sommige mensen laten openlijk zien dat ze de vakbond steunen, bij voorbeeld door het dragen van een bedrukt t-shirt. Anderen sympathiseren in stilte, zoals de vriendelijke man waarmee we in gesprek raakten op een bankje in het park. Zodra we begonnen over de gebeurtenissen van de laatste tijd keek hij ons veelbetekenend aan en wees op een speldje op zijn kraag. We keken, maar zagen niets anders dan het wapen van Warschau. Toen draaide hij glunderend het puntje van zijn kraag om en op de achterkant van het speldje stond het embleem van de vakbond: Solidarność. ‘Waarom draagt u die kant niet boven?’ vroegen we meteen. ‘Beter van niet,’ zei hij terwijl hij met gebalde vuisten boven zijn hoofd het gebaar maakte van klappen krijgen.
De Polen nemen het de regering erg kwalijk dat ze de prijzen van levensmiddelen zo heeft laten stijgen. Een terecht verwijt, want het vlees en de koffie werden zo'n zeventig procent duurder, en de suiker wel honderd procent. Het lijkt wel alsof de Polen gestraft worden voor hun ‘opstandigheid’, want in het hele land is geen druppel wodka te krijgen. Wodka is voor de Polen hetzelfde als wijn voor de Fransen en pils of jenever voor de Hollanders. Ook voor de rest is het bijna op een houtje bijten. Overal lege winkels, soms met nog één schap met alleen thee of azijn. ‘Er zijn alleen genoeg eieren, en die eten we dan ook de hele dag: eieren bij het ontbijt, in de cake, in de