Toetsing
Maar er zijn de laatste tijd ontwikkelingen gaande die erop wijzen dat het met de algehele tevredenheid over dit type schadeloosstelling gedaan is. In verschillende artikelen somt Habermas de groepen op die - vaak geïnspireerd door de kritische wetenschappen - de instemming met een bepaald beleid doorzien als een schijn-consensus die met (structureel) geweld is afgedwongen, en die nu proberen de interpretatie van behoeften en rollen en de articulatie van andere behoeften en verlangens te onderwerpen aan machtsvrije praktische discussies tussen alle betrokkenen (de feministische beweging, de ecologische beweging, groepen in onderwijs, gezondheidszorg en media) - al waarschuwt hij ook tegen de gevaren van moreel rigorisme, blinde dadendrang en een irrationele cultus van het natuurlijke of het vrouwelijke die sommige van deze groepen bedreigen.
Voor de Nederlandse lezer die op de een of andere manier is geïnteresseerd in de politiek gemotiveerde sociale wetenschappen maar het werk van Habermas nog niet kent, is de verschijning van Marxisme en filosofie een ideale gelegenheid om iets van die achterstand in te halen. Naast belangrijke fragmenten uit Theorie und Praxis (1963) en Zur Rekonstruktion des Historischen Materialismus (1976) bevat het boek een uitstekende systematisch opgezette inleiding van Renè Görtzen, die vooral ook hierom zo interessant is omdat de delen waarin het werk van Habermas zoveel mogelijk chronologisch gevolgd wordt af en toe worden onderbroken door fragmenten uit gesprekken met Habermas, waarin Görtzen via zeer directe vragen probeert te toetsen wat hij eerder heeft uiteengezet.
Dat is vooral aan het eind van de inleiding nogal spannend. Görtzen stelt daar de hamvraag, de vraag namelijk of Habermas' poging om de vooruitgangsidee te redden nog langer realistisch is. Hij doet dat met een verwijzing naar het feit dat een goed deel van de mensheid niet in staat is de primaire levensbehoeften te bevredigen, terwijl bovendien de totale vernietiging van de mensheid door een atoomoorlog tot de mogelijkheden behoort. Maar Habermas wijst er dan op dat hij het woord ‘vooruitgang’ koppelt aan zeer formele maatschappelijke capaciteiten om de natuur te beheersen en maatschappelijke conflicten geweldloos, dus met communicatieve middelen op te lossen.
Habermas' reconstructie van het historisch materialisme komt inderdaad neer op het ontwerp van een sociale evolutietheorie die - ondanks alles - vasthoudt aan tweeërlei vormen van vooruitgang, namelijk een vooruitgang in de mogelijkheden om materiële menselijke behoeften te bevredigen en een vooruitgang in het kunnen voldoen aan morele aanspraken.
In dat laatste opzicht onderscheidt Habermas zich het duidelijkst van Marx. Die geloofde namelijk slechts in een vooruitgang op het gebied van de produktiekrachten, dus in de dimensie van de cognitief-instrumentele kennis; alleen daar vonden volgens Marx leerprocessen plaats. Habermas verdedigt daarentegen de stelling dat er ook leerprocessen plaatsvinden op het gebied van de moreel-praktische kennis. Sterker nog: die laatste leerprocessen vormen in zijn sociale evolutietheorie zelfs de gangmaker van de evolutie. Uiteraard laat hij het niet bij een bewering, Habermas maakt zijn stellingen aannemelijk door een zeer uitvoerige reconstructie van de evolutie van de verschillende maatschappijformaties en hun organisatieprincipes vanaf het neolithische tijdperk tot heden.
Of Habermas met dat al nog marxist genoemd moet worden of niet, is een zinloze vraag, interessant alleen voor sectariërs die zich hoofdzakelijk bezighouden met het canoniseren van leerstellingen en het excommuniceren van ‘afwijkelingen’. Het enige wat telt, is dat Habermas' werk - althans wat mij betreft - verreweg de belangrijkste poging is die er überhaupt ooit is ondernomen om de theorie van Marx, ‘die op verschillende punten aan revisie toe is, maar die haar insprirerende kracht nog steeds niet heeft verloren’, te reconstrueren, dat wil zeggen: uit elkaar te halen en de delen in een nieuwe vorm weer samen te voegen, ‘ten einde het door die theorie gestelde doel beter te realiseren.’