Salman Rushdie
vervolg van pagina 38
van Honderd jaar eenzaamheid, al houdt García Marquez zijn epische overdrijving langer vol dan je ooit voor mogelijk had gehouden en heeft Rushdie de neiging de produkten van zijn fantasie snel af te voeren, in het vertrouwen dat zijn web van echo's en onderling verbonden metaforen de eenheid bewaart. Daarmee krijgt hij, ondanks zijn soepele, krachtige, heldere taal, toch het effect van dat bijzonder ingewikkelde Indiase smeedwerk en dat maakt het lezen er niet makkelijker op. Ik moet toegeven dat ik halverwege het boek soms dacht dat ik verstrikt zou raken in al die magische voorwerpen en symbolisch-belangrijke details. Rushdie (of Saleem) vergelijkt het vertelproces nogal eens met het confijten en bottelen van vruchten. Dat levert een machtig en onverteerbaar gerecht op, zodat je onder het lezen wel eens naar een eenvoudig bordje vlees en aardappelen snakt. Maar Rushdie's ingewikkelde kookkunst triomfeert uiteindelijk toch: de vloeken, voorspellingen en metaforen hebben allemaal een functie in de consequent volgehouden groteske climax, de geschiedenis van de noodtoestand van 1975, de steralisatie-campagne van het regime-Ghandi, het lot van Saleem en de andere middernachtskinderen. Ook een op het eerste gezicht onbeduidende opmerking over de testikels van de goddelozen op bladzijde 21 krijgt uiteindelijk betekenis, en de scheiding in het midden van het valse haar van de Engelsman Methwold blijkt vast een toespeling te zijn op het half-zwarte, half-witte haar van Indira Ghandi, en dat is weer een metafoor voor haar politiestaat.