Moby Dick in Siberië
Vervolg van pagina 33
ze een klem. Een uil kan ook bij nacht en in een sneeuwstorm zien en benut elk stevig en herkenbaar punt om op te gaan zitten pronken. Dus aten ze uilen. Heel wat anders dan een patrijs natuurlijk, het vlees smaakt bitter en ruikt naar muizen, naar aangebrand schapevlees. Hun veren daarentegen zijn donzig en licht - een flinke vacht. Iets heerlijks voor vrouwen maar waar haal je die vandaan, die vrouwen?’ Die laatste, onvergetelijke zin, zou bij Jack London niet voorkomen.
De vertaler van het boek, Lourens Reedijk, is een loods die op latere leeftijd Russisch is gaan studeren. Voor een boek waarin water in al zijn vormen zo'n belangrijke rol speelt, had men zich moeilijk een beter vertaler kunnen wensen dan deze man. Over de vertaling als zodanig kan ik niet oordelen, maar het Nederlands is tegelijkertijd uitstekend en bijzonder, omdat de zinnen weinig gepolijst zijn. Daardoor leest het vaak wel moeilijk, maar krijgt alles wat beschreven wordt tenminste sfeer. Daar Astafjev onnoemelijk veel plantensoorten en dierennamen noemt, moet het voor de vertaler een reuze gezoek zijn geweest om dat allemaal goed in het Nederlands te vertalen. Alleen al vanwege dat gezoek verdient hij alle lof, want zonder deze vertaling zouden wij immers nooit kennis kunnen nemen van deze waarachtige beschrijvingen van Siberisch leven.