Het grijze ‘enfant terrible’
A.J.P. Taylors uitgesproken meningen
Hoe oorlogen beginnen door A.J.P. Taylor vertaling: Jan Stoof Uitgever: Veen, 179 p., f 32,50
A. Korthals Altes
Professor A.J.P. Taylor is een vervaarlijke Cambridge-don. Hij vestigde zijn naam met gedegen studies over de Habsburg Monarchie, over Bismarck, en met zijn standaardwerk The Struggle for mastery in Europe 1848-1918, een indrukwekkende politiek-diplomatieke geschiedschrijving (1954).
Op dit hoogtepunt van zijn carrière begon een nieuwe toon in Taylors werk door te breken: in 1961 baarde zijn Origins of the Second World War veel opzien omdat voor het eerst Hitler niet als een agressieve krankzinnige werd afgeschilderd, maar als een met intuïtie begiftigd staatsman die behendig telkens reageerde, meer dan ageerde, op de knulligheid van zijn tegenspelers, die daarmee volgens Taylor, in belangrijke mate verantwoordelijk zijn te stellen voor het uitbreken van de oorlog in 1939. Sedertdien is weliswaar die visie in gematigder vorm wat meer gemeengoed geworden, maar in die jaren is Taylor door de op hem losgebarsten kritiek gedrongen in een hoek waarin hij zich een bepaalde rol heeft toebedacht. In die rol domineren een neiging tot in de contramine zijn, tot het doen van uitdagend-apodictische uitspraken; en ik verdenk hem ervan, dat niet altijd te doen uit historische overtuiging maar just for the fun of it.
Maar met het klimmen der jaren is Taylor, wiens handzame, puntige boeken over de Eerste en over de Tweede Wereldoorlog (1963 respectievelijk 1975) furore maakten, geworden van enfant terrible tot éminence grise in de Britse geschiedwetenschap. (De Britse televisie geeft hem in zijn nu gezaghebbende kwaliteit de ruimte voor amusante, nogal lichtvoetige series lezingen: eerst The Warlords over de grote politieke leiders van '40-'45, vervolgens het nog meer omvattende How Wars Begin. Uitgever Veen heeft na de eerste, nu ook de tweede cyclus uigegeven, beide niet kwaad vertaald door Jan Stoof. Taylors reputatie, gecombineerd met veel aardige plaatjes, moet de afzet garanderen. Taylor is gezaghebbend, hij heeft een reputatie, maar pas op: zijn laatste boekje leidt de schrijver luchtigjes in: ‘onvoorbereide lezingen, alleen in stijl wat verbeterd’, maar het euvel schuilt niet in de vorm maar in de inhoud. Die wordt weer, méér dan in zijn eerdere publikaties, gedomineerd door zijn typisch verlangen om het anders dan anderen te zeggen.
A.J.P. Taylor