De blauw geruite kiel
Vijfde jaargang nummer 9
Soldaten in Zimbabwe
Jan Stoof
Ik heb een oude atlas, en daar staat het land Zimbabwe nog niet in. Misschien in die van jou ook niet, maar wanneer je dit land wilt opzoeken, moet je de kaart van Afrika opslaan en kijken waar Rhodesië ligt. (Bijna onderin Afrika, ten noorden van Zuid-Afrika en ten westen van Mozambique).
Zimbabwe is de naam die de bewoners dit land vorig jaar officiëel gaven toen het eindelijk onafhankelijk werd. Vroeger was het een kolonie van Groot-Brittannië en heette het Rhodesië naar Sir Cecil Rhodes, de Engelse ontdekkingsreiziger die het in de vorige eeuw binnen het Britse rijk bracht.
Zimbabwe is nu bijna een jaar onafhankelijk, en toch hoor je steeds weer dat er nog gevochten wordt. Nu niet door de zwarte bewoners tegen de blanken, zoals tijdens de onafhankelijkheidsoorlog, maar door zwarte Zimbabweanen tegen andere zwarte Zimbabweanen. Dat lijkt een vreemde zaak, je zou toch denken dat de bewoners van Zimbabwe nu wel eens vrede en rust zouden willen, na de jarenlange oorlog. Dat willen ze ook wel, maar de oorlog is eigenlijk nog niet afgelopen. Er is wel vrede, maar de meeste soldaten, zwarte vrijheidsstrijders, zijn nog niet naar huis teruggekeerd. Toen Zimbabwe onafhankelijk werd waren er ruim dertigduizend vrijheidsstrijders. Veel daarvan hadden jarenlang in het buitenland gewoond of vanuit schuilplaatsen in Zimbabwe zelf deelgenomen aan de strijd tegen de blanke overheersing. Toen vorig jaar de oorlog ineens was gewonnen, werden al deze soldaten in kampen ondergebracht. Vanuit die kampen zouden ze dan kunnen terugkeren naar hun woonplaatsen, en weer een gewoon bestaan kunnen gaan leiden.
Vrijheidsstrijders die worden omgeschoold tot soldaten (foto ABC)
Een van de redenen waarom dat nu nog niet is gebeurd en waarom er nog steeds duizenden soldaten in kampen zitten is dat in Zimbabwe de economie nog niet zo goed op gang gekomen is. Er is nog niet voor iedereen werk, zelfs niet voor de mensen die hun leven hebben geriskeerd voor de onafhankelijkheid van Zimbabwe. De regering heeft wel een aantal boerderijen en bedrijven gekocht waar de oud-vrijheidsstrijders aan het werk kunnen, maar dat is ook nog onvoldoende. Sommige soldaten zijn trouwens al zo lang in het leger dat ze geen vak hebben geleerd.
Op deze manier blijven er, bijna een jaar na de onafhankelijkheid, nog tienduizenden militairen teveel in het leger. Ze zitten zich daar eigenlijk stierlijk te vervelen. Hierdoor komt het, dat er vaak relletjes ontstaan en soms zelfs volledige vuurgevechten.
Maar er is nog een reden waarom de soldaten vaak onder elkaar vechten. Tijdens de onafhankelijkheidsoorlog werkten de twee belangrijkste politieke partijen van de Zimbabweanen broederlijk samen. Toen kwamen er vorig jaar verkiezingen. Die werden gewonnen door de Zanu-partij, onder leiding van Robert Moegabe. De partij van Joshua Nkomo, het Patriottisch Front, verloor. Dit betekende dat Moegabe het meest te zeggen kreeg in de regering van Zimbabwe. Dat was natuurlijk een tegenvaller voor de aanhangers van Joshua Nkomo, die hadden gedacht dat zij de verkiezingen zouden winnen.
Nu hebben de leden van Nkomo's partij zich wel neergelegd bij de uitslag, maar toch is hun teleurstelling erg groot. Het grootst natuurlijk voor de soldaten onder hen. Hun eerste ideaal, onafhankelijkheid van Zimbabwe, is dan wel bereikt, maar hun tweede, het land besturen, juist niet.
Terwijl ze in hun kampen wachten op werk, zijn nu de aanhangers van Nkomo aan het mokken geslagen. En soms loop dat uit op felle discussies met hun oudmedestrijders, de aanhangers van Robert Moegabe. En wanneer die discussies hoog oplopen, grijpen ze wel eens naar hun wapens, want die hebben ze nog steeds bij de hand. Erger nog, honderden aanhangers van Nkomo zijn zo teleurgesteld en boos dat ze de kampen uitgetrokken zijn en nu tegen de troepen van de regering vechten om alsnog hun tweede ideaal te verwezenlijken. Eigenlijk begint het een beetje op een burgeroorlog te lijken.
Gelukkig is het nog niet zo ver, omdat Moegabe en Nkomo nog wel samenwerken om hun aanhangers rustig te houden of rustig te krijgen. Ze willen helemaal geen burgeroorlog, omdat ze wel weten dat er dan van de opbouw van het land niets terecht komt. Daar heeft natuurlijk niemand wat aan.
Toch is het gevaar dat er een burgeroorlog uitbreekt niet helemaal denkbeeldig. Vraag me niet wiens schuld dat is, want eigenlijk heeft niemand er direct schuld aan. Het is namelijk altijd moeilijk om een land uit een oorlogssituatie weer naar een vredessituatie terug te brengen, Zimbabwe is daarop geen uitzondering.
De enige manier waarop een burgeroorlog kan worden voorkomen is, de soldaten die echt soldaat willen blijven zo snel mogelijk opleiden voor het regeringsleger, en voor de anderen zo snel mogelijk werk te vinden. Dat kost allemaal tijd, en zo lang dat niet is gebeurt blijft het in Zimbabwe erg spannend.