Ego Narcissus
Vervolg van pagina 11
van de vorige eeuw zowel aarzelend-onbewust als bewust-grandioos werden bereden, toch ook wel heel typerend voor de individuele broeikas in het hoofd van de adolescent. Jugend, Jugend. De ouderdom is gestorven jeugd, meer niet. Jeugd in de décadence. ‘De ontroerende schoonheid van late tijden.’ Beide, het vroegrijpe talent dat daarna volledig doodbloedt (Andrian werd een rechtse, nationalistische katholiek) én het zwaarmoedige Narcissus-verhaal vertolken, met hun mengeling van schoonheid en schrik, lichamelijkheid en doodsverlangen, verdubbeling en splitsing, verwachting en desillusie, onvermogen en overgevoeligheid, schittering en smerigheid, morgenrijk en avondrijk, hemel en hel, bloei en verval, menig raadsel van het varken met de gouden nimbus, dat mens heet.