Romans
In haar romans werkt ze anders, daar is haar stem alleen via de omwegen van haar thema's en verteltechniek te horen.
De eerste, Run River (1963), beschrijft gedeeltelijk haar eigen achtergrond van landbezittende, comfortabel levende mensen, Californische Republikeinen. Het boek gaat, op een niet helemaal geslaagde flashback-manier, over het huwelijk van Everett en Lily, voordat de ontknoping, Everetts moord op Lily's minaar, en ten slotte zijn zelfmoord, plaatsvindt (dat wil zeggen, de moord gebeurt aan het begin van het boek, de zelfmoord aan het eind.) Dat huwelijk blijkt een fatale erotische band tussen mensen die niet met elkaar kunnen praten omdat ze te onbewust zijn van wat er in hen zelf omgaat, die elkaar en zich zelf verraden en in de steek laten uit pure onmacht en zwakte. Die verhouding wordt afgezet tegen het leven van een zuster van Everett, die zich al eerder van kant maakte, om heel andere, op de een of andere manier meer geldige redenen. Het knappe van het boek is de creatie van de karakters, gewone lethargische mensen, die voor je gaan leven omdat ze met zo'n grote aandacht worden geobserveerd, en de onmodieuze fairheid waarmee ze worden behandeld, zonder een spoor van de zo vaak en zo hinderlijk optredende neiging om terwille van de eenvoud de mannen alle schuld te geven.
Didions tweede roman, Play it as it Lays (1970) is een grote stap vooruit. Het gaat over een jonge vrouw, Maria Wyeth, die in een krankzinnigengesticht is opgenomen, daar herstelt en haar verhaal, gebroken, in korte stukjes, neerschrijft voor de psychiaters. Het ‘complete’ verhaal van haar leven tot aan de grote uitbarsting wordt verteld door een onpersoonlijke, alwetende verteller, hoewel er aan het begin ook onthullende portretten van Maria in staan, door haar echtgenoot en door haar vriendin. Maria's geschiedenis is eenvoudig, haar carrière als filmactrice loopt mis doordat ze een kind krijgt dat geestelijk abnormaal is, en haar huwelijk gaat kapot, vooral als haar man, een filmregisseur, doorzet dat het kind in een inrichting wordt opgenomen, en later van Maria eist dat ze zich laat aborteren omdat hij niet de vader van het nieuwe kind is dat ze verwacht. Play is as it Lays is een aangrijpende beschrijving van de wanhoop en doelloosheid van een echte depressie, van de verslaving aan seks en pillen, en van het barre en bizarre leven van filmmensen. Maar bovenal is het een boek over de kracht van het ‘biologisch’ moedergevoel, van de emotionele ravages na een eigenlijk niet gewilde abortus, van de onmogelijkheid om afstand te doen van een kind, zelfs al is dat zogenaamd beter en verstandiger. Aan het eind van haar verblijf in de inrichting is Maria nog steeds op intieme voet met het Niets dat haar daar heeft gebracht, maar ze wil terug naar Kate, ze wil het kind terughalen en ermee samenleven. Geen filmrollen meer, of ander ‘werk’, - de eerste loyaliteiten gaan voor.
In sommige opzichten lijkt Play it as it Lays direct gericht te zijn tegen Doris Lessing, tegen wie Didion trouwens openlijk tekeer gaat in een essay in The White Album. Didion wordt woedend over de slordigheid van Lessings stijl, van haar tankachtige verwaarlozing van de eisen van het vak, en onwel van haar Laingiaanse, mystieke behandeling van krankzinnigheid. Bij Lessing zijn geestelijk gestoorden vaak heiligen, mensen die een groter vermogen hebben om de verborgen realiteit van de wereld te zien, visionairen die op de aarde zijn gedropt met een speciale boodschap - allemaal schandelijke onzin in Didions ogen. A Book of Common Prayer (1977) vind ik tot nu toe verreweg haar mooiste en knapste boek, waarin alle draden van haar materiaal zijn verweven. Het boek gaat over Charlotte Douglas, een Westamerikaanse vrouw, die als toeriste naar ‘Boca Grande’ komt, een corrupte Middenamerikaanse republiek van niets, en daar bij de ongeveer traditionele jaarlijkse revolutie wordt doodgeschoten. Charlottes verhaal wordt verteld door Grace Strasser-Mendana, née Tabor, ook een Amerikaanse, uit Denver, Colorado, die in de heersende familie van Boca Grande is getrouwd, antropologie en biochemie heeft gestudeerd, en die Charlotte overleeft hoewel ze stervende is aan kanker aan de pancreas. De vertelster wil alleen als getuige van Charlotte Douglas optreden, maar aan het eind van het boek, en aan het eind van haar leven, voelt ze dat ze meer met Charlotte gemeen heeft dan alleen hun Amerikaanse, egalitaire achtergrond. Beide vrouwen zijn in Boca Grande buitenstaanders ‘of romantic sensibility’, beide verliezen hun kinderen, beide sterven in een land dat ze bij toeval zijn binnengekomen, maar waaraan ze, bij gebrek aan beter, irrationeel trouw zijn.
Charlotte Douglas wordt una turista als haar dochter Marin verdwijnt en betrokken blijkt te zijn bij een vliegtuigkaping en een bomaanslag, als ze een tweede kind, na Marins verdwijning geboren, heeft verloren door ‘complicaties’ - een ontbrekende lever, een waterhoofd - en als ze zich realiseert dat haar eerste man, Warren, met wie ze op een nachtmerrieachtige reis is door het hele land, inderdaad het meisje dat ze opgepikt hebben, en waar hij ook mee vrijt - niet dat het Charlotte veel kan schelen - heeft mishandeld.
Ze wordt een lid van de Strasser-Mendana-set in Boca Grande, een familie van elkaar naar het leven staande politieke schurken en grondeigenaren door erotische verbintenissen met de zwager en de enige zoon van de zestigjarige vertelster. Ze probeert een nieuw leven op te bouwen door als er een cholera-epidemie uitbreekt zesendertig uur lang ononderbroken injecties te geven, totdat het leger het vaccin confisqueert; door te helpen in een geboortenregelingskliniek, waar ze de vrouwen adviezen geeft die totaal niet zijn afgestemd op de reëel voorhanden zijnde middelen. Ze heeft grote fysieke moed, maar leeft in een droom. ‘Charlotte zou haar verhaal een verhaal van passie noemen. Ik geloof dat ik het een verhaal van wanen zou noemen,’ schrijft Grace Strasser-Mendana. Marin, de dochter, blijkt in ieder geval een waandenkbeeld in Charlottes leven, dat wil zeggen, de herinneringen aan Marin als kind staan in geen enkele relatie tot de realiteit van Marin nu. (Marin wordt teruggevonden, en bezocht na Charlottes dood, maar is nauwelijks te bereiken, zo barstensvol marxistische slogans zit ze - hoewel ze ten slotte toegeeft dat ze zich wel degelijk haar moeder en haar jeugd herinnert, en dat ze verdriet heeft.) Charlottes relaties met mannen, de verslaafde, hulpeloze onderwerping aan seks als een verdovend middel, die ook voorkomt in Play it as it Lays, ziet de zestigjarige vertelster puur als een biochemisch verschijnsel, op te meten als elektriciteit en de beweging van neutronen, en ze wordt erdoor gehinderd als de neutronen op haar eigen grasveld zo in beweging komen, alleen doordat Charlotte erover loopt en gezien wordt door een man. Er zijn persoonlijker aspecten van Charlotte Douglas waar ze van houdt, waarin ze gelooft. Dat zijn haar daadkracht in noodgevallen, haar gebrek aan sentimentaliteit, haar shockeerbaarheid door corruptie en wreedheid, haar desperate eerlijkheid, en haar band met haar kinderen,
dezelfde primitieve loyaliteit die ook in ander werk van Didion verschijnt als het enig duidelijk kenbare morele principe.