De geestigste Faulkner
‘Het is een goed teken dat een man nog zijn hoofd kan verliezen’
Het gehucht door William Faulkner Vertaling John Vandenbergh Uitgever: De Bezig Bij, 383 p., f 45,-
Uncollected Stories door William Faulkner Uitgever: Chatto & Windus, 716 p., f 74,10 Importeur: Keesing Boeken
Maarten 't Hart
Faulkners veertiende prozawerk, The Hamlet, nu voor het eerst onder de titel Het gehucht in het Nederlands vertaald, verscheen in 1940. Eraan vooraf gingen negen romans, twee verhalenbundels en twee werken (The Unvanquished en The Wild Palms) die nu eens romans, dan weer verhalenbundels genoemd worden.
The Hamlet ontstond echter niet na deze dertien eerder gepubliceerde werken, maar al aan het eind van de jaren twintig. Toen al had Faulkner een groot werk voor ogen over de opkomst van verarmde, gewetenloze, verpauperde blanken - de familie Snopes - die, niet gehinderd door enige moraal, de macht grijpen, eerst in een gehucht, later in een stad.
Hoezeer de Snopes en het Snopisme Faulkner hebben beziggehouden, blijkt uit het feit dat zij in tal van verhalen en in de romans Flags in the Dust, Sanctuary, As I lay dying, The Sound and the Fury en The Unvanquished al voorkomen. In een brief aan Malcolm Cowley vertelt Faulkner: ‘The Hamlet werd opgezet als roman. Toen ik eraan begon, kwam eerst het gedeelte Spotted Horses. Ongeveer twee jaar later had ik plotseling De Hond, toen de binnenplaats van Jamshyd, hoofdzakelijk omdat de Spotted Horses een karakter hadden voortgebracht waarvan ik was gaan houden: de rondreizende naaimachinehandelaar Suratt. Ondertussen had mijn boek Flags in the Dust de familie Snopes voortgebracht, die ook hun verhalen in de saga produceerden. Dit duurde meer dan tien jaar, totdat ik op een dag besliste dat ik maar beter aan het eerste deel kon beginnen of anders zou ik het nooit op papier krijgen.’ Faulkner schreef de beide andere delen van de Snopes-trilogie pas veel later. Deel 2, The Town verscheen in 1957 en deel 3, The Mansion, in 1959. Die twee delen werden geschreven in de periode na 1942 en dat is jammer want met Go Down, Moses, dat in 1942 verscheen, ‘eindigde Faulkners grote periode van creativiteit’ zoals Edmund Volpe terecht in zijn Faulkner-boek opmerkt en hij voegt eraan toe: ‘kwalitatief noch kwantitatief kan het werk van de volgende twintig jaar zich meten met het artistieke succes in de korte periode tussen de publikatie van Sartoris en de publikatie in 1940 van The Hamlet.’ Volgens Volpe is dit te wijten aan het feit dat Faulkners latere werk ‘tended to be inspired by idea more than feeling’.
Dit klopt. Anders dan in vroeger werk heeft Faulkner het vanaf 1948 (toen verscheen Intruder in the Dust) nodig geoordeeld om in zijn werk ‘ideeën, syntheses, persoonlijke inzichten en samenvattingen’ te geven over onder andere het rassenprobleem. Niettemin bevat ook het latere werk nog prachtige passages, want Faulkner was groot genoeg om niet te bezwijken onder zijn ideeën. Een minder goed schrijver zou wel bezweken zijn omdat, zoals Nabokov al zei ‘mediocrity thrives on “ideas”.’
Van de drie romans over de familie Snopes is Het gehucht veruit het beste werk, al bestaat het uit min of meer losse episodes, of zoals Faulkner zelf eens zei uit ‘short stories pulled together’. In Het gehucht vertelt Faulkner hoe een zekere Flem Snopes binnendringt in een klein dorpje en zich daar - hij begint als winkelbediende - samen met zijn familieleden, die hij meedogenloos gebruikt, opwerkt tot een vooraanstaand lid van de gemeenschap. De opkomst van de familie Snopes wordt met achterdocht bezien door de naaimachineagent Ratliff (in Flags in the Dust heette deze man nog V.K. Suratt, maar Faulkner moest de naam veranderen omdat op een goede dag in zijn geboorteplaats een man verscheen die V.K. Suratt heette), die zich niettemin ook door Flem Snopes laat oplichten. Faulkner vertelt dat aan het einde van zijn roman en dit gedeelte, hoofdstuk 2 van deel 4, heeft nogal wat kritisch commentaar uitgelokt omdat eigenlijk niemand begrijpt hoe de sluwe Ratcliff zich zo gemakkelijk laat beetnemen door Flem Snopes.
Joanne Creighton heeft in haar boek William Faulkner's Craft of Revision laten zien hoe knap Faulkner de korte verhalen waaruit The Hamlet is opgebouwd heeft omgewerkt om te passen in het grotere geheel. Niettemin blijft de roman iets episodisch houden en blijft de losse structuur merkbaar. Ik vind het, eerlijk gezegd, jammer dat Faulkner één van zijn aangrijpendste verhalen, ‘The Hound’, in The Hamlet heeft geëxpandeerd tot een langer, maar beslist minder mooi gedeelte. ‘The Hound’ is niet opgenomen in de Collected Stories van William Faulkner (die al in 1950 verschenen), maar is nu wel te vinden in de onlangs uitgekomen Uncollected Stories. Het bevindt zich, uiteraard in vertaling, wel in het bij Heideland-Hasselt verschenen Faulkner-deel in de serie Pantheon der Winnaars van de Nobelprijs voor literatuur. The Hound gaat over een man die een moord pleegt en gehinderd wordt door de hond van de vermoorde als hij het lijk probeert te verstoppen in een wilgeboom.
William Faulkner