Realisme
Hebben daarom zo weinig omslagschilders van die grote tableaux geschilderd?
Dat kun je wel zeggen. Zeker. Bij mij was dat altijd een soort gewetenskwestie. Ik kreeg zo'n idee en dat wilde ik dan heel graag uitvoeren. Dan was het de vraag of ik me dat kon veroorloven. Soms kon ik dat niet. Dan bedacht ik manieren om dezelfde modellen meerdere keren te gebruiken. Door verschillende invalshoeken te gebruiken, verschillende kostuums.’
Als Avati eind jaren veertig voor NAL begint te werken betekent dat de definitieve doorbraak van een realisme waarmee tot dan toe slechts op kleine schaal en vaak zeer amateuristisch geëxperimenteerd is. Een groot deel van zijn werk bestaat uit een herverbeelding van werk dat eerder is uitgegeven onder uiterst symbolische omslagen. Over de doorbraak van dit realisme laat Avati geen twijfel bestaan.
‘Het verkocht beter. Realisme is heel “leesbaar”. Iedereen kan zien waar je het over hebt. Je kunt wel zeggen dat de fotografie tegenwoordig de meest gangbare, manier van communiceren is als het om beelden gaat. Kunst (hij gebruikt het Engelse woord artwork, dat hier slechts door omstandigheden met een hoofdletter verschijnt) die op fotografie is gebaseerd, bevat een ready-made niveau van aanvaarding. In feite is dat echt een lager intellectueel niveau maar net als alles kan het die speciale, subtiele kwaliteiten hebben. Als ik een bepaalde reden zou moeten noemen waarom mijn werk succes had, dan zou ik zeggen omdat mijn manier van verbeelden op heel wat manieren aanvaard kan worden. Het was “leesbaar” op meerdere, zeer verschillende niveaus. Uit zo'n werkwijze komen soms heel moeilijk op te lossen problemen voort. De essentie van een boek kan iets zijn dat maar heel moeilijk in beelden te vangen is. Het boek is heel erg de moeite waard maar het gaat in feite over de dood. Dat verkoopt heel moeilijk. Toch is het een prachtig boek. Je wilt dat de mensen het lezen. Hoe krijg je dat dan voor elkaar? Als dat lukt, dan is dat een heel mooie ervaring.’
En als de roman u niet aansprak?
‘Ik besloot altijd of ik een cover maakte of niet, nadat ik het boek gelezen had. Het moeilijkste vond ik me met een historische roman te identificeren. Dat is vaak gewoon standaardwerk. Dat heb ik geleerd. Tegenwoordig kan ik dingen doen zonder dat ik er emotioneel bij betrokken ben. In mijn begintijd zou ik heel wat dingen niet voor elkaar hebben gekregen die ik nu gewoon doe. Dingen die volledig buiten mijn belangstelling of ervaring liggen.’
In mijn eigen verzameling Avati-covers vind ik later, bij controle, inderdaad slechts één historische roman, Robert Penn Warrens World Enough and Time. Prachtig. Ann Cook bezoekt Jeroboam Beauchamp in zijn cel. Beiden nemen laudanum in, een paar paragrafen na de door Avati gekozen scène. Menig andere omslagschilder zou twee lijken hebben afgebeeld, een omgevallen glas op de grond. Robert Pen Warren mag tevreden zijn. Wie niet tevreden was, was Jerome D. Salinger toen zijn geruchtmakende Catcher in the Rye bij NAL moest verschijnen. Avati's cover voor dit boek is technisch zwak, maar het beeld van de van de lezer weglopende Holden Caulfield is en blijft voor liefhebbers van deze roman een beeld dat recht doet aan de intrigerende figuur Caulfield.
‘Salinger. Dat was weer een van die situaties waarin de uitgever weer heel hebzuchtig was. Salinger was fel tegen een afbeelding op het omslag en op zekere dag kwam hij naar de uitgever. Samen zijn we toen in een apart kamertje gaan zitten en ik zei tegen hem, “Come on... die lui moeten het verkopen, die weten precies hoe je iets moet verkopen.” Hij heeft lang geaarzeld. En vanuit zijn standpunt bekeken had hij gelijk. Maar hij was toen nog niet zo bekend als hij nu is.’
Wat wilde Salinger op de cover?
‘Ik meen dat hij iets wilde dat sentimenteler was. De carrousel, het park. Of alleen maar zijn naam. Later zouden ze het boek inderdaad op zijn naam hebben kunnen verkopen, maar op de massamarkt verkoop je niet veel boeken op de naam alleen. Toen hebben ze er ook nog die tekst en dat witte vierkant ingewerkt. Wie op dat idee is gekomen? Dat herinner ik me niet. Hoe dan ook, misschien ben ik wel de enige die Salinger ooit van gedachten heeft kunnen doen veranderen.’ De aantrekkingskracht van een Avati-verzameling houdt - wat mij betreft - op bij het einde van de jaren
vervolg op pagina 44