Het spel van Robert Pinget
vervolg van pagina 11
ne letter; onderkast) dat in zijn eerste nummer een meesterlijk verhaal van Pinget bevat; een man die het plan opvat vrienden, met aanhang, voor een diner uit te nodigen, brieven schrijft, antwoord ontvangt, waarna het feest helemaal niet te organiseren blijkt. Dat is de anekdote, maar je kunt het verhaal ook lezen als een ontwerp voor een feest, krabbels op papier die nooit ten uitvoer zullen komen, brieven die nooit verzonden zullen worden. En het tweede nummer opent met een dossier: Autour de Pinget met bijdragen van Jean Roudaut en Philippe Boyer, die al eerder uitstekende essays over de schrijver publiceerden, en van Dubuffet en Beckett. De schilder benadrukt in Corps en anticorps het fascinerende samengaan van tastbaar en ontastbaar, als luidruchtige stilte, als bewoonbare leegte. De toneelschrijver legt het accent, hoe kan hij anders, op het steeds meer wegwerken van menselijke sporen, op de witte pagina, de laatste: Louter zwarte hemel. Louter witte aarde. Of omgekeerd. Geen hemel meer, geen aarde. Weg met hoog en laag. Niets dan zwart en wit. Om het even waar overal. Leegten. Niets anders. Dat bekijken. En geen woord meer. Tenslotte het gelaten. Stilte.
Robert M. Henkels, Robert Pinget. The novel as quest, University of Alabama press (1979), blz. 277, prijs f 34,50; |
Bas de Casse, librairie attica, 23 rue Jean de Beauvais, 75005, Paris, abonnement ff 100,-; |
Het Verhoor, vertaling van L'Inquisitoire door Han Meijer, 2de druk (1979); C. Pranger (Amsterdam); 422 blz.; prijs f 45,-. |