Hoop
Wij zullen ons ten ondergang denken, dat is nu door Mulisch gecodificeerd. Een Hitler is in dat proces in ónze wereld niet meer waarschijnlijk (de transfiguratie van de mens in de machine zal een tamelijk vredig resultaat hebben), maar toch lijkt dit een schrale troost. De filosoof zou de kunstenaar in zich zelf verloochend hebben, als hij niet een klein lichtpuntje had opgenomen: ‘Hoop dank zij de kunst’, heet een hoofdstuk in de beschrijving van de apex. Maar het zou dan nog slechts gaan om ‘minimale muziekjes, uit niet veel meer bestaand dan uit een toon en zijn octaaf - misschien verbonden door een glissando’, die even de glimlach van het eureka-gevoel veroorzaken.
Om zijn schema universeel toepasbaar te maken, heeft Mulisch zich met alle faculteiten van het menselijk denken en handelen beziggehouden, waarbij hij naast de filosofie en de logica vooral in de biologie, de fysica en de chemie zijn oude jeugdliefde voor Bram Vingerling eindelijk serieus lijkt te kunnen uitschrijven. Maar bovenal heeft hij met zijn ‘vondst’ kunnen ‘inpolderen’. Ik ben niet competent om de formules met de fysisch-chemische en biologische evolutie te kunnen beoordelen. Ik kan slechts zeggen, als lezer uit de wereld van literatuur, dat ze tussen de tekst een soort esthetische ervaring teweegbrengen, zoals, om nog eens een voorbeeld van een functionele extensie van ledematen en huid te noemen, de Concorde en esthetische ervaring teweegbrengt.
En zoals dit hele boek, ondanks de wetenschappelijke pretentie (‘Een “mooi” boek schrijf ik een andere keer wel weer eens’), tóch ook als een ‘mooi’ boek, als een kunstwerk gelezen kan worden. De schrijver Harry Mulisch is in dat opzicht niet ‘onzichtbaar’ geworden. Ik stelde al dat alleen vanuit het kunstenaarschap de durf tot een dergelijke grote compositie te verklaren is, juist in een tijd waarin de mensen steeds ‘kleiner’ worden. Daarmee dringt het beeld van een almachtige schepper zich op. In enkele van zijn eerste verhalen vervulde Mulisch die rol expliciet en ook Oude lucht is verteltechnisch vanuit dat perspectief te beschouwen. Het eerder genoemde begrip ‘hybris’ heeft in verband met de klassieke tragedie ook de betekenis van een overmoed tegenover de goden die ten val komt. Maar nu Mulisch voor mij zo overtuigend de goden hun plaats heeft gewezen tussen basis een apex, lijkt hij mij van hun kant niet al te veel te vrezen te hebben.